De slechte start van het jaar werd bij Intel gecompenseerd door een beter tweede kwartaal.

Het gonst de voorbije maanden van de fusie- en overnameactiviteit in de halfgeleidersector. Het record van de grootste overname staat voorlopig op naam van het Amerikaans-Singaporese Avago, dat voor 37 miljard USD het Amerikaanse Broadcom inlijfde. Het Nederlandse NXP, een afsplitsing van Philips, kocht voor 16,7 miljard dollar (USD) de Amerikaanse sectorgenoot Freescale Semiconductor. Eerder deze maand was er opschudding in de sector, toen bleek dat Tsinghua Unigroup uit China een bod van 23 miljard USD op het Amerikaanse Micron voorbereidde. Intel is sinds vorig jaar aandeelhouder in Tsinghua met een belang van 20%. De halfgeleiderreus liet zich overigens zelf ook niet onbetuigd in de consolidatiebeweging en lijfde vorige maand sectorgenoot Altera in, voor 16,7 miljard USD.

Altera is een aanbieder van programmeerbare halfgeleiders voor, onder meer, draadloze netwerken en auto’s. Een eerste reden voor de fusie- en overnamegolf is de behoefte aan diversificatie om de afhankelijkheid van 1 afzetmarkt te beperken. Een andere reden is van financiële aard. De halfgeleiderindustrie is heel kapitaalintensief. Het bouwen van een nieuwe fabriek kost vele miljarden dollars. Die bedragen vallen zelfs voor de grote bedrijven steeds moeilijker op te brengen. Zo werkt Intel samen met het Nederlandse ASML bij de ontwikkeling van de nieuwe EUV-productietechnologie.

Intel presteerde in het eerste kwartaal onder de verwachtingen door de dure USD, de zwakke Europese markt en de slabakkende verkoop van pc’s. De slechte start van het jaar werd wel gecompenseerd door een beter tweede kwartaal. Intel deed het met een winstcijfer van 0,55 USD per aandeel beter dan gevreesd, al was dat gedeeltelijk te danken aan een fors lagere belastingfactuur. De omzet daalde met 5% op jaarbasis, tot 13,2 miljard USD. De Client Computing Group, die nu ook de mobiele halfgeleiders omvat, blijft veruit de grootste met een omzet van 7,5 miljard USD (+2% op kwartaalbasis en 14% op jaarbasis). De gemiddelde verkoopprijs daalde met 3%. De Data Center Group deed het iets beter met een klim van 5% op kwartaalbasis en 10% op jaarbasis. De afdeling zal dit boekjaar met 15% groeien.

De brutomarge steeg dankzij lagere kosten met 2%, tot 62,5%. De prognoses voor het pas gestarte derde kwartaal lagen iets boven de verwachtingen. Toch zal de groepsomzet dit jaar 1% lager uitkomen, terwijl eerder op een onveranderd cijfer werd gehoopt. De pc-markt blijft zwak en Intel verwacht pas in 2016 beterschap. Onder meer de komst van Windows 10 moet de verkopen een nieuwe impuls geven. Het budget voor kapitaaluitgaven werd opnieuw verlaagd tot 7,2 tot 8,2 miljard USD. Dat zorgt op korte termijn voor lagere kosten, maar zorgt er ook voor dat de lancering van een nieuwe productietechnologie (verkleining transistorgrootte van 14 naar 10 nanometer) uitgesteld wordt naar de tweede helft van 2017.

Conclusie

De beter dan verwachte kwartaalresultaten resulteerden niet in een spectaculaire koerswinst. Het goede nieuws is dat de waardering intussen is teruggevallen naar 12,5 keer de verwachte winst. Daarmee noteert Intel nu zelfs met een korting tegenover de gemiddelde S&P500- waardering (k/w van 16). Daarom verhogen we de rating.

Advies: houden

Risico: gemiddeld

Rating: 2B

Partner Content