Guyana Goldfields

Voor Guyana Goldfields is het afgelopen jaar zonder de minste overdrijving historisch.

We zien flink wat kansen voor het herstel van de goudprijs de komende jaren. Dat moet ook een verder herstel voor de goudmijnen inluiden, die de zwaarste berenmarkt in minstens een halve eeuw beleefden. We richten deze keer onze pijlen op Guyana Goldfields. Zoals de naam doet vermoeden, is het een goudmijnbedrijf, dat actief is in Guyana. Dat laatste is voor de risicoprofilering geen onbelangrijk detail. Guyana, met hoofdstad Georgetown, ligt in het noorden van Latijns-Amerika, met als buurlanden Suriname, Venezuela en Brazilië. Het is het enige Engelssprekende land van Zuid-Amerika en lid van het Commonwealth. Het is een democratisch, politiek stabiel land met een goede wetgeving en een mijnbouwvriendelijk beleid, met een lange traditie in goudproductie. Goud is bovendien het belangrijke exportproduct van het land.

Voor de groep is het afgelopen jaar zonder de minste overdrijving historisch. Guyana Goldfields werd al in 1994 opgericht door Patrick Sheridan (vandaag nog 4,3% van de aandelen in handen) met de bedoeling in Guyana naar goud te zoeken. Hij stootte in 1996 op het Aurora Gold-project. Tussen 2004 en 2012 zijn er 1341 gaten geboord of een totaal van 371.741 meter. Dat leverde 2,4 miljoen ounce bewezen goudreserves en 37,2 miljoen ounce mogelijke reserves op met respectievelijk gemiddeld 3,04 en 2,74 gram goud per ton. Die laatste cijfers laten toe om te spreken van high grade. In 2012 werden alle licenties behaald om een goudmijn te bouwen en die werd vorig jaar afgerond zodat in de tweede jaarhelft de goudproductie op gang is gekomen. Tussen oktober en december werd bijvoorbeeld 35.901 ounces of goud geproduceerd. Dat blijft bescheiden.

Eigenlijk kunnen we in dat opzicht dit jaar beschouwen als het eerste jaar van commerciële goudproductie (geschatte productie 2016 van 130.000 ounces), waarbij het vanaf volgend jaar de bedoeling is om jaarlijks minstens 200 tot 250.000 ounce goud te produceren. De oorspronkelijke levensduur van de mijn bedroeg zeventien jaar, maar er is een nieuwe inschatting (PEA of preliminary economic assessment) die de duur van de exploitatie verlengt tot 22 jaar (dus tot 2037) met 4,3 miljoen ounce, met een gemiddelde van 2,77 gram goud per ton en gemiddelde kostprijs per ounce – alle kosten inbegrepen – van 779 USD (was 749 USD in het oorspronkelijk plan). Dat is geen uitzonderlijk lage kostprijs, maar op die basis mogen we Guyana Goldfields toch in de categorie van de lagekostenproducenten indelen.

Voor potentiële investeerders is ook een belangwekkend feit dat de belangrijkste aandeelhouder Baupost Group is (19,8% van de aandelen). Achter die institutionele belegger zit de waardebelegger Seth Klarman. Hij richtte in 1982 Baupost Group op en haalde sindsdien een gemiddeld jaarlijkse return van 20%. Een referentie die kan tellen. Uiteraard zijn er nog risico’s verbonden aan de exploitatie van de mijn, maar het feit dat de productie is opgestart en dat de kosten van de bouw nauwelijks duurder zijn uitgevallen dan initieel ingeschat, bewijst dat belangrijke mijlpalen zonder ongelukken zijn genomen en dat we met een stevig management te maken hebben. Om het verhaal van de vennootschap compleet te maken, is er ook nog het Sulphur Rose Project in Guyana. Maar daar zitten we nog in het beginstadium van het boorprogramma en we houden er voorlopig nog geen rekening mee in de waardering.

Conclusie

Dit jaar zal Guyana Goldfields winst beginnen maken en voor 2017 wordt al op 0,48 CAD per aandeel gerekend. Een eerste bewijs dat het aandeel ondergewaardeerd is. We herstarten dan ook de opvolging met het advies koopwaardig (wel C, voorbehouden voor de risicobewuste belegger) met een intrinsieke waarde van 6,5 CAD per aandeel tegen 2017 op basis van de verwachte goudproductie.

Advies: koopwaardig

Risico: hoog

Rating: 1C

Partner Content