Fred Olsen Energy komt niet op gang
Fred Olsen Energy smeekt om een hogere olieprijs. Dat moet de offshoresector een boost geven.
De Noorse verhuurder van offshoreolieboorinstallaties Fred Olsen Energy gaat nog altijd gebukt onder de enorme terugval van de offshoreactiviteiten door de forse daling van de olieprijs sinds 2013. Het prijsherstel de jongste twaalf maanden van 28 dollar naar momenteel 53 dollar per vat (WTI-prijs) is uitermate welkom, maar algemeen wordt toch aangenomen dat een duurzaam herstel boven 60 dollar per vat nodig is om een reële doorstart in de offshoresector op gang te trekken.
Fred Olsen Energy slaagde er dit jaar voor het eerst sinds lang in twee contractverlengingen binnen te halen, maar telkens ging het slechts over een zeer korte opdracht van ongeveer een maand. Na het ontmantelen van de Borgny Dolphin vorig jaar beschikken de Noren nog over negen platforms. De Bolette Dolphin heeft nog een contract met Anadarko tot juli 2018. In februari liep de opdracht af van de Blackford Dolphin, en in maart ondergaat de Bideford Dolphin hetzelfde lot. De zes overige platforms zijn al minstens sinds vorig jaar werkloos. Bovendien zijn zeven van de negen platforms gebouwd in de jaren zeventig.
Het orderboek bedroeg eind 2014 nog 3,3 miljard dollar, maar is intussen verschrompeld tot 260 miljoen dollar. Gelukkig kon Fred Olsen Energy een juridisch dispuut met de Koreaanse scheepswerf Hyundai Heavy Industries (HHI) regelen. Het ontving 176 miljoen dollar van het betaalde voorschot (186 miljoen dollar) terug, en betaalde daarmee eind 2016 bankleningen terug (geen afbetalingen in 2017). Terzelfdertijd werden de convenanten voor de uitstaande kredietfaciliteit en een obligatie met vervaldatum 2019 versoepeld tot juli 2018. De vorige convenanten zouden in het tweede kwartaal worden geschonden. De nettoschuldpositie bedroeg eind 2016 nog 589 miljoen dollar (1,11 miljard eind 2015). Na nieuwe afwaarderingen (230,8 miljoen dollar) zakte de nettoboekwaarde van de platforms eind december naar 1,36 miljard dollar (2,86 miljard eind 2014).
De jaaromzet bedroeg vorig jaar 825 miljoen dollar, een daling met 26,1 procent tegenover 2015 (1,12 miljard dollar). In het vierde kwartaal was er een omzet van 156,8 miljoen dollar, tegenover 213,6 miljoen in het derde kwartaal (-26,6%). De bedrijfskasstroom (ebitda) daalde op jaarbasis met 21,8 procent tot 498,4 miljoen dollar. Het aandeel verdubbelde ruimschoots sinds het koersdieptepunt van september 2016 (10,55 Noorse kroon). Bijkomende herfinancieringsstappen zijn onvermijdelijk, waarbij de kansen op een kapitaalverhoging beduidend zijn toegenomen. We zouden daarom koersoplevingen eerder gebruiken om posities af te bouwen, en verlagen het advies naar ‘verkopen’ (rating 3C).
Aandelen Europa
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier