De stal wordt uitgemest

Laag, lager, laagst. Dat geldt dezer dagen niet alleen voor de aandelen uit de oliedienstensector, maar ook voor de meststoffensector. Vooral het aandeel van CF Industries krijgt klappen.

Binnen de S&P500-index (de 500 belangrijkste Amerikaanse beursgenoteerde bedrijven) is CF Industries dit jaar zelfs de op één na slechtst presterende waarde, met een koersduik van meer dan 40%. Op jaarbasis kleurt de prestatie nog dieper rood (bijna 60% koersdaling). En zeggen dat die ex-portefeuillewaarde het tot vorige zomer fantastisch deed op Wall Street en veruit de beste belegging bij de grote landbouwwaarden was.

CF Industries werd in 1946 opgericht en kreeg pas in 2005 een beursnotering op de New York Stock Exchange tegen omgerekend 3,2 USD. Na een koerspiek op bijna 70 USD vorig jaar zijn we teruggevallen tot zelfs onder 25 USD. CF Industries is de voorbije jaren uitgegroeid tot de grootste producent van stikstofhoudende meststoffen of nitraten ter wereld. Als we het bedrijf moeten vergelijken met een Europese speler, komen we onmiddellijk uit bij het Noorse Yara International. In 2014 liepen fusiegesprekken tussen CF Industries en Yara. Maar die onderhandelingen om de grootste meststoffengroep ter wereld in stikstofhoudende meststoffen te vormen, werden stopgezet.

Geografisch was het nochtans vrijwel een perfecte match: het actieterrein van CF Industries bevindt zich haast uitsluitend in Noord-Amerika, terwijl Yara 80% van de omzet buiten Noord-Amerika haalt. Yara was tuk op de lage kostenbasis van CF door het Noord-Amerikaanse schaliegasverhaal, maar de Noorse overheid (36% eigenaar van Yara) wilde een belangrijke vinger in de pap van de fusiegroep houden. Een andere struikelblok was dat de Amerikaanse autoriteiten paal en perk wilden stellen aan de tax inversion, het verplaatsen van de hoofdzetel buiten de Verenigde Staten om de belastingfactuur te drukken.

In 2015 volgde een nieuwe overnamepoging. Begin augustus vorig jaar raakte bekend dat de Amerikaanse en Europese meststoffenfabrieken van OCI (Orascom Construction Industries) van de rijke Egyptische familie Sawiris zouden worden overgenomen. CF Industries was bereid 668 miljoen USD cash te betalen en 27,7% van de aandelen van een nieuwe holding af te staan. Enkele maanden geleden werd echter ook die deal afgebroken en diende CF Industries 150 miljoen USD opbrekingsvergoeding te betalen.

In het tweede kwartaal werd nog slechts 0,20 USD per aandeel verdiend (0,33 USD zonder eenmalige elementen), tegenover nog 1,49 USD in hetzelfde trimester van 2015 en ook ver onder de gemiddelde analistenverwachting van 0,64 USD per aandeel. Vandaar de bijkomende koersdruk. Vorig jaar werd een winst van 3,88 USD per aandeel behaald (tegenover 4,02 USD voor 2014 en een recordwinst van 5,58 USD per aandeel in 2012). De analistenconsensus voor dit jaar blijft maar dalen en staat nu in de buurt van 1,35 USD per aandeel, of een daling met maar liefst 65% ten opzichte van 2015. Maar dit jaar zou toch de bodem in de winstcyclus moeten zijn, al mikt de top van CF pas in 2018 op een prijsherstel.

CF Industries noteert tegen 17 keer de verwachte (lage) winst 2016. De verhouding ondernemingswaarde (ev) tegenover de bedrijfskasstroom (ebitda) bedraagt 9 voor 2016. Aan het kwartaaldividend van 0,30 USD per aandeel (4,9% bruto dividendrendement) werd nog niet geraakt.


Conclusie

De prijzen en de winsten blijven onder druk staan. Bovendien hebben enkele mislukte deals het beleggersvertrouwen in het management van CF Industries aangetast. Maar vanuit een meerjarenperspectief is de waardering erg aantrekkelijk geworden. Het aandeel blijft in de Inside Selectie en een order voor de voorbeeldportefeuille in de nabije toekomst is verre van uitgesloten.

Advies: koopwaardig

Risico: gemiddeld

Rating: 1B

Partner Content