Bodem in zicht voor Fugro
De crash van de olieprijs heeft enorm ingehakt op de activiteiten van Fugro. Het wordt nagelbijtend uitkijken naar de jaarcijfers om te zien of er een kans bestaat dat de resultaten dit jaar uit het rood raken.
De voorbije jaren heeft de beurskoers van Fugro verscheidene keren een zware aderlating ondergaan. Vaak gebeurde dat nadat de oliedienstengroep teleurstellende resultaten had bekendgemaakt. Het aandeel bereikte in 2011 nog een piek boven 60 euro en noteerde midden 2014 nog in de buurt van 50 euro, toen de crisis in de oliesector losbarstte. De voorbije jaren kwam de koers een paar keer in de buurt van 10 euro, en de voorbije maanden kwam er een herstel richting 14 euro.
Beleggers hopen dat het aandeel de bodem van de markt heeft bereikt. Maar op basis van de recentste cijfers is dat nog altijd niet geval. Daarvoor was de evolutie van het orderboek te zwak. Het orderboek voor de komende twaalf maanden stond eind september op 867 miljoen euro. Dat is 5,6 procent minder dan een jaar daarvoor, als we rekening houden met de gedaalde dollar (-17,8%), en vooral 8,7 procent minder dan eind juni. Opnieuw een ontgoocheling voor de markt.
De Nederlandse groep haalt 74 procent van haar zakencijfer uit de olie- en gasindustrie. De afdeling bouw en infrastructuur is goed voor 16 procent, energie voor 6 procent en mijnbouw voor 2 procent. Fugro is gespecialiseerd in onderzoek naar het aardoppervlak en de onderlagen van de bodem en rotsen. Onder meer in geotechnisch onderzoek in de diepzee is het bedrijf de absolute wereldmarktleider.
Bodemonderzoek zit helemaal aan het begin van de exploratie- en productieketen in de olie-industrie. Van het totale budget voor ontginning en productie spendeert de industrie 3 procent aan die eerste fase, die ook het gevoeligst is voor schommelingen van de olieprijs. De crash van de olieprijs van 115 naar 30 dollar per vat tussen de zomer van 2014 en begin 2016 heeft enorm ingehakt op de activiteiten van Fugro en zijn sectorgenoten.
De cijfers van het boekjaar 2014 waren voorlopig de laatste die het nog met zwarte inkt kon schrijven. In het eerste kwartaal maakte de groep opnieuw verlies. Volgens de tradingupdate over het derde kwartaal daalde de omzet verder met 19,5 procent tot 364 miljoen euro. De omzet piekte in 2014 nog op 2,6 miljard euro, om in 2016 terug te vallen tot 1,78 miljard euro.
Gemiddeld verwachten de analisten voor 2017 nog een achteruitgang tot 1,5 miljard euro, of 1,1 miljard minder in drie jaar tijd. De recurrente bedrijfskasstroom (rebitda, zonder eenmalige elementen) verschrompelde in het eerste semester verder tot 46,6 miljoen euro (was 98,9 miljoen euro).
Het nettoresultaat kleurde wel minder donkerrood, van -202,1 miljoen euro in de eerste helft van 2016 naar -96,4 miljoen euro in de eerste helft van vorig jaar. De analistenconsensus staat op een nettoverlies van -0,95 euro per aandeel, tegenover -1,64 euro per aandeel in 2016. In 2013 was dat nog 2,77 euro per aandeel. De gemiddelde analistenverwachting is dat het nettoresultaat dit jaar weer met zwarte inkt wordt geschreven.
Conclusie
Het wordt nagelbijtend uitkijken naar de publicatie van de jaarcijfers op 22 februari, om te zien of het management de verhoopte verbetering ziet en er een kans is dat de resultaten dit jaar in zwarte cijfers worden geschreven. Tegen 1,4 keer de boekwaarde is er ruimte voor een herstel. Dit is een aandeel voor de geduldige belegger, die het risico aankan en aandurft. De financiële positie van de oliedienstenspeler is door de vele verliezen verzwakt.
Advies: koopwaardig
Risico: hoog
Rating: 1C
Koers: 13,96 euro
Ticker: FUR NA
ISIN-code: NL0000352565
Markt: Amsterdam
Beurskapitalisatie: 1,18 miljard euro
K/w 2016: –
Verwachte k/w 2017: –
Koersverschil 12 maanden: -9%
Koersverschil sinds jaarbegin: +7%
Dividendrendement: –
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier