Beleggers gaan een onrustig jaar tegemoet

De grote techaandelen hebben een op-en-neerreis achter de rug die je maag doet draaien.

Na het bereiken van hoogtepunten in 2024, kunnen de Amerikaanse aandelenmarkten weer gaan schommelen.

Wat een verschil maakt een jaar. Toen De Wereld in 2024 eind 2023 ter perse ging, bevond de S&P 500, de toonaangevende index van Amerikaanse aandelen, zich in een dip. De aandelenkoersen stonden 15 procent onder hun piek, die op de eerste handelsdag van 2022 was bereikt. Een grafiek over de afgelopen twee jaar zag eruit als een bergketen: op en neer geduwd door angst voor de inflatie, ondermijnd door stijgende rentetarieven en opgeschrikt door angst voor een groeivertraging. Toen ik destijds nadacht over wat 2024 zou kunnen brengen, stelde ik dat beleggers na een paar jaar van diepe onzekerheid eindelijk genoeg informatie zouden krijgen over de economie en de bedrijven die erin actief zijn, om te beslissen of ze zouden juichen of zich ellendig zouden voelen.

Hun oordeel? Ze kozen voor een jubelstemming. Sinds het dieptepunt in oktober 2023 is de S&P 500 met bijna 40 procent gestegen. De Amerikaanse economie is doorgegaan, onaangedaan en onbewogen door de strengere kredietvoorwaarden. De productiviteit is blijven stijgen. In het jaar tot eind juni 2024 steeg de productie per uur met 2,5 procent, een verbazingwekkend tempo vergeleken met het gemiddelde voor de periode 2005-2019 van slechts 1,5 procent. De inflatie is nagenoeg weg. Het monetaire beleid wordt eindelijk versoepeld.

De aandelenkoersen van de Magnificent Seven, een groep toonaangevende techbedrijven, zijn met 70 procent gestegen sinds het dieptepunt in oktober 2023. Nvidia alleen al heeft 2 biljoen dollar – de waarde van Google – aan zijn marktkapitalisatie toegevoegd.

Hoewel de Amerikaanse economie nog altijd opmerkelijk snel lijkt te groeien, knipperen er oranje waarschuwingstekens.

Nerveuze beleggers

Maar na een jaar dat gekenmerkt werd door een groeiende zekerheid dat alles goed ging, heeft de zomer van 2024 laten zien hoe ongerust beleggers opnieuw zijn geworden. Hoewel de economie nog altijd opmerkelijk snel lijkt te groeien, knipperen er oranje waarschuwingstekens. De arbeidsmarkt is verzwakt. Het aantal wanbetalingen op leningen is gestegen tot het hoogste niveau na de financiële crisis.

Met de S&P 500 op recordhoogtes en waarderingen – de prijs die beleggers moeten betalen voor een bedrijf in verhouding tot de winsten – op cyclische piekniveaus, zijn beleggers nerveuzer.

Aandelenmarkten zijn gekelderd wanneer ze werden geconfronteerd met zwakke data die meestal als onbelangrijk worden beschouwd in vergelijking met de berichten over de inflatie of de banencijfers.

Het AI-optimisme voelt ook onzekerder aan. Vertrouwen in de vooruitzichten van Nvidia was gemakkelijker toen het bedrijf nog maar 1 biljoen dollar waard was dan nu, nu het met Apple wedijvert om ’s werelds meest waardevolle bedrijf te worden. Sinds het bereiken van hoogtepunten in juli hebben de Magnificent Seven een op-en-neerreis achter de rug die je maag doet draaien.

In 2024 kregen beleggers wat ze wilden: een sterke economie, desinflatie en een soepeler monetair beleid. Die onstuimige mix ging gepaard met een opmerkelijke technologische vooruitgang. Beleggers verheugden zich over die mix door de grillige bergen te ontvluchten en recht op een nieuwe piek af te stevenen. Maar te midden van zwakkere economische cijfers, opgerekte waarderingen en politieke onrust na de verkiezingen, is het moeilijk te geloven dat 2025 zo’n gunstige mix zal opleveren. Terug naar de bergen, dus.

Partner Content