Airbus is klaar om weer op te stijgen

© Belga Image

Het Airbus-aandeel was mooi hersteld, maar de normalisering voor de vliegtuigbouwers wordt eerder in 2023-2024 verwacht.

Airbus is uitgegroeid tot een van de succesverhalen van Europese samenwerking. Het is een te duchten concurrent van het Amerikaanse Boeing. Maar de covid-19-pandemie stelde een brutaal einde aan de feestvreugde bij de Europese vliegtuigconstructeur. Het luchtverkeer liep met 60 tot 70 procent terug en bracht de grote Airbus-klanten, de luchtvaartmaatschappijen, in serieuze moeilijkheden. Weg waren alle optimistische prognoses voor Airbus. Het negatieve effect zal volgend jaar niet verdwenen zijn. De meeste sectorspecialisten mikken op een normalisering in 2023 of zelfs 2024, als de situatie al volledig normaliseert.

Airbus is gematigd optimistisch en verhoogde enkele weken geleden nog de productiedoelstellingen. Het wil in het laatste kwartaal van dit jaar naar een maandelijkse productie van 45 A320-toestellen terugkeren en de productie optrekken naar 64 toestellen tegen het tweede kwartaal van 2023 en naar 70 toestellen tegen het eerste kwartaal van 2024.

Het luchtverkeer is tussen 2000 en 2020 meer dan verdubbeld en zal de komende vijftien jaar naar verwachting opnieuw verdubbelen. Dat kan door de pandemie wat langer duren, maar onrealistisch is een jaarlijkse gemiddelde groei van 4,3 procent over de komende twintig jaar zeker niet. Volgens Airbus betekent die prognose dat er de komende twintig jaar ruim 39.000 nieuwe passagiers- en vrachttoestellen nodig zijn. In tegenstelling tot de sector van de luchtvaartmaatschappijen, is er bij de vliegtuigbouwers maar een beperkte concurrentie – eigenlijk een duopolie van Airbus en Boeing – met een heel hoge toegangsdrempel.

Vorig jaar realiseerde Airbus een groepsomzet van 49,91 miljard euro. Dat is een terugval 29 procent tegenover 2019 (70,48 miljard euro). Het aantal leveringen viel vorig jaar met 34 procent terug tot 566 en het aantal bestellingen kromp van 768 in 2019 naar 268 eenheden vorig jaar. Dat betekent een terugval van 81,2 miljard euro naar 33,3 miljard euro. Het was dan ook speuren naar beterschap in de eerste drie maanden van dit jaar.

In het eerste kwartaal werden 125 nieuwe toestellen geleverd in de commerciële luchtvaart, waarvan 105 uit A320-familie, in nog altijd zeer moeilijke marktomstandigheden. Dat merken we in het aantal nieuwe bestellingen in de commerciële luchtvaart: -61 (meer annuleringen dan bestellingen) versus 290 in het eerste kwartaal 2020. Het orderboek in de commerciële luchtvaart is daardoor gekrompen van 7650 naar 6998 eenheden. De omzet kwam uit op 10,46 miljard euro versus 10,63 miljard euro in het eerste kwartaal van 2020, of -2 procent. Dat is wel lichtjes boven de analistenconsensus van 10,42 miljard euro.

Airbus kon verrassen met de bedrijfswinst (ebit). Dankzij de vooruitgang in de herstructurering, en een strikt kosten- en kasmanagement sprong de ebit van 281 naar 694 miljoen euro (+147%). Het nettoresultaat bedroeg 362 miljoen euro (0,46 euro per aandeel) in vergelijking met -481 miljoen euro of -0,61 euro per aandeel in eerste drie maanden van 2020. De nettokaspositie klom met 29 procent tussen eind 2020 en eind maart 2021 – van 4,31 miljard naar 5,575 miljard euro – dankzij een aangepaste vrije kasstroom van 1,2 miljard euro in het eerste kwartaal. Voor dit jaar blijft het management mikken op een bedrijfswinst (ebit) van 2 miljard euro en een vrije kasstroom in evenwicht.


Conclusie

Het Airbus-aandeel was mooi hersteld, maar de normalisering voor de vliegtuigbouwers wordt eerder in 2023-2024 verwacht. In die optiek was het koersherstel van de voorbije maanden al bijzonder fors. Vandaar dat we het advies verlagen.


Advies: houden/afwachten

Risico: gemiddeld

Rating: 2B

Koers: 112,56 euro

Ticker: AIR FP

ISIN-code: NL0000235190

Markt: Euronext Parijs

Beurskapitalisatie: 88,47 miljard euro

K/w 2020: –

Verwachte k/w 2021: 49

Koersverschil 12 maanden: +65%

Koersverschil sinds jaarbegin: +25%

Dividendrendement: –

Partner Content