Welke gevolgen heeft het regeerakkoord voor de autofiscaliteit?
In de federale regeringsverklaring van de Arizona-coalitie krijgen de bedrijfswagen en bij uitbreiding mobiliteit heel wat aandacht. De ruimere overgangsperiode voor hybride auto’s is wellicht de meest opvallende aankondiging.
In de wetgeving die door de Vivaldi-coalitie werd opgesteld, neemt de maximale fiscale aftrekbaarheid van klassieke brandstofwagens die aangekocht, geleased of gehuurd worden sinds 1 juli 2023 tot en met 31 december 2025 jaar na jaar af. In 2028 belandt de aftrek uiteindelijk op nul procent. Diesel- of benzineauto’s die vanaf 1 januari 2026 worden aangeschaft, geven sowieso geen recht meer op een aftrek. Over deze regels schreven we nog uitgebreid in dit artikel.
Die plannen behoudt de Arizona-coalitie. Ook de belofte dat voertuigen met een nuluitstoot – zoals volledig elektrische bedrijfswagens – honderd procent aftrekbaar blijven voor zover ze worden aangeschaft vóór 1 januari 2027, blijft behouden. Bij aanschaf ná die datum wordt de aftrekbaarheid ook voor deze voertuigen wel geleidelijk afgebouwd, maar dat was al zo gepland door de vorige regering. Op dat vlak verandert er dus evenmin iets.
Hybride bedrijfswagens
De regering-De Croo pakte echter ook de hybride wagens hard aan: volgens de huidige wet zijn ook deze auto’s – net zoals de klassieke brandstofwagens – niet langer fiscaal aftrekbaar wanneer ze vanaf 1 januari 2026 besteld worden. Zo wilde de voormalige regering de druk bij bedrijven en burgers opdrijven om maximaal in te zetten op een volledig elektrische vloot.
De regering-De Wever wil deze beslissing ongedaan maken. Want, zo redeneert ze, elektrische bedrijfswagens zijn nog niet voor iedereen een optie. Zeker niet in een stedelijke context, aan appartementsgebouwen, in afgelegen landelijke gebieden en voor lage inkomens. Daarom wordt de overgangsperiode voor hybrides uitgebreid, en wordt het maximale aftrekpercentage behouden op 75 procent tot eind 2027. Daarna daalt het als volgt (naar analogie met de volledig elektrische auto’s):
De Arizona-regering vermeldt in haar akkoord bovendien expliciet dat, voor hybride auto’s met een CO2-uitstoot van maximaal 50 gram per kilometer, indien het aftrekpercentage volgens de gehanteerde formule hoger is dan de maximumgrens van 75 procent, tot eind 2027 het hogere percentage mag worden toegepast. “Dat zal in de praktijk zo zijn voor zowat elke hybride, want een uitstoot van meer dan 50 gram per kilometer betekent dat het om een fake hybride gaat”, zegt Dimitri Lemaire, director tax & legal services van accounting- en consultingbedrijf Moore.
“Voor fake hybrides geldt dat de CO2-uitstoot moet worden bepaald volgens die van het overeenstemmende voertuig in fossiele versie”, vervolgt Jef Wellens, fiscaal expert bij Wolters Kluwer. “Dat resulteert in een hoger getal. Voor echte hybrides geldt de officiële CO2-uitstoot van het voertuig, en die is lager. Kortom: voor een hybride geldt tot eind 2027 een maximaal aftrekpercentage van 75 procent, maar bij een uitstoot tot 50 gram per kilometer kan dat nog hoger zijn.”
Niet klaar voor switch
Deze vermelde aftrekpercentages zijn van toepassing voor de gehele gebruiksduur van het voertuig door eenzelfde eigenaar/huurder. “Let wel: bij leasing die verlengd wordt, is dat niet per se het geval”, merkt Dimitri Lemaire op. Ook de brandstofkosten (benzine of diesel) van hybride wagens blijven tot eind 2027 voor 50 procent aftrekbaar, terwijl hun elektrische verbruikskosten dezelfde aftrekbaarheid genieten als die van volledig elektrische voertuigen.
Deze nieuwe regels zijn dus goed nieuws voor bedrijven en zelfstandigen die nog niet klaar zijn voor de switch naar een volledig elektrische bedrijfsauto. Ze krijgen wel tegenwind van onder meer EV Belgium, de federatie voor zero-emissie mobiliteit in ons land. “Het uitgangspunt dat een elektrische bedrijfswagen niet voor iedereen een optie zou zijn, is gebaseerd op verouderde aannames”, klinkt het daar. “De verlenging van de fiscale voordelen voor hybride wagens is dan ook een stap achteruit.”
Bestel- en vrachtwagens
De regering voert ook een tijdelijke verhoogde fiscale aftrek in voor elektrische bestelwagens en vrachtwagens. Want vergeleken met personenwagens verloopt de transitie moeizamer voor dit type bedrijfsvoertuigen. Daarom zal gedurende een nog te bepalen periode een fiscale aftrekbaarheid van meer dan honderd procent worden toegekend, al kunnen we uit het regeerakkoord niet afleiden welk percentage de regering precies beoogt.
Mobiliteitsbudget
Het mobiliteitsbudget werd in 2019 in het leven geroepen als een mogelijkheid om de klassieke bedrijfswagen in te ruilen voor een milieuvriendelijkere auto, duurzame vervoersalternatieven (zoals een fiets of het openbaar vervoer) en een cashbedrag. De werknemer mag zijn of haar budget naar eigen goeddunken verdelen over de alternatieven, maar de keuzemogelijkheden zijn afhankelijk van het aanbod van de werkgever. Die beslist zelf of hij al dan niet in dit systeem stapt.
De nieuwe regering wil daar verandering in brengen: werkgevers die bedrijfswagens aanbieden worden verplicht om daarnaast ook systematisch het alternatief van het mobiliteitsbudget voor te stellen.
In het regeerakkoord lezen we ook dat ‘het mobiliteitsbudget voor iedereen moet zijn.’ Wat deze doelstelling precies inhoudt, is vandaag nog niet duidelijk. Ook staat in de tekst dat het nieuwe mobiliteitsbudget ‘de bestaande regelingen voor tussenkomsten van de werkgever in de woon-werk- en privéverplaatsingen van de werknemer vervangt, met het oog op een vereenvoudiging van het bestaande stelsel.’
Vervoer delen
Carpooling moet ook financieel interessanter worden. De nieuwe regering wil dit aanmoedigen met extra fiscale voordelen. Die moeten volgens het akkoord gelden voor alle werknemers, en ‘niet alleen voor personeel van bedrijven die dit soort verplaatsingen formeel organiseren en financieel ondersteunen.’
Daarnaast wil de regering-De Wever onderzoeken of een elektrische wagen ook voor werknemers met een beperkt inkomen bereikbaar kan worden via een ‘ondersteuningsmechanisme inzake sociale leasing’.
Extra aandacht voor het spoor
De nieuwe regering heeft het in haar regeerakkoord ook uitgebreid over de treinen. Het aanbod van de NMBS zal afgestemd worden op de werkelijke behoeften van de reizigers. In de tekst lezen we dat de lijnen met hoge passagiersaantallen prioritair worden versterkt, terwijl het aantal stops op plaatsen met een lage vraag beperkt wordt. Stations waar te weinig mensen op en van de trein stappen, dreigen definitief te sluiten.
Net zoals haar voorgangers wil ook de nieuwe regering minstens negen op de tien treinen stipt laten rijden. Een concrete begrotingstabel is hiervoor nog niet opgemaakt, maar in het regeerakkoord is wel sprake van een treinnetwerk ‘naar Zwitsers voorbeeld’. In plaats van transnationale treinverbindingen die langs het verzadigde Brussel passeren en daar vertragingen oplopen, ligt de hoop nu bij kortere en decentrale trajecten. Maar tegelijk zal ook nagegaan worden hoe de doorvoercapaciteit van onze hoofdstad kan verbeterd worden.
Een privatisering van het spoor – die zou kunnen leiden tot een gezonde concurrentie tussen meerdere aanbieders – ambieert het regeerakkoord niet. De NMBS zou dus zeker nog tot 2030 haar monopoliepositie behouden. Intussen wil de Arizona-regering wel de ‘witte en grijze vlekken’ in de mobiele dataverbindingen op de treintrajecten wegwerken. Dat betekent wellicht dat telecomoperatoren hier en daar bijkomende antennes zullen moeten plaatsen.
De regering-De Wever: wat betekent het nieuwe regeerakkoord voor u?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier