‘Onze belastingwetten zijn niet meer van deze tijd’
Twee academici van de Universiteit Antwerpen breken een lans voor meer samenwerking tussen de belastingplichtigen en de belastingdienst. Veel frustraties van belastingplichtigen en hun financieel adviseurs komen voort van een verouderde wetgeving die de fiscus probeert toe te passen op een moderne samenleving.
DigiTax is een onderzoeksgroep in de schoot van de Universiteit Antwerpen die de uitdagingen en kansen van de digitalisering voor de belastingen in kaart brengt. “Ons onderzoek draait om de impact van digitalisering op de heffing van belastingen”, zegt Sylvie De Raedt, docent belastingrecht en onderzoeksmanager van DigiTax.
Het onderzoek van haar collega Anne Van de Vijver bevindt zich op het kruispunt van recht, ethiek en psychologie. “Wij onderzoeken de relatie tussen de belastingplichtige en de belastingdienst. Hebben de burgers vertrouwen in de overheid? Vinden zij het belastingsysteem rechtvaardig? Onderzoek leert dat de belastingplichtigen meer geneigd zijn alles volgens de regels te doen als ze vertrouwen hebben in de administratie en het idee hebben dat alles eerlijk verloopt. Als we kijken naar de impact van de digitalisering op dat alles, dan is die eerder positief.”
Volgens Van de Vijver helpt de digitalisering het beeld te verdrijven van de ‘stoffige ambtenaren’. De belastingdienst kan dankzij de digitalisering ook een betere dienstverlening aanbieden. Er is minder papierwerk, minder administratie en meer efficiëntie: allemaal zaken die de burger kan appreciëren.
Artificiële intelligentie
Een belangrijk deel van het onderzoek van DigiTax draait om het gebruik van artificiële intelligentie (AI). “De belastingadministratie gebruikt AI voor verschillende zaken. Vroeger besliste een ambtenaar welke belastingplichtigen gecontroleerd zouden worden, nu kan dat met AI.
“Blijkt dat de mensen daar meer vertrouwen in hebben. Ze gaan ervan uit dat AI objectief en accuraat heel snel veel gegevens kan verwerken. Al willen ze tegelijk nog een menselijke controle: AI mag verantwoordelijk zijn voor 80 procent van de beslissing, en de mens voor 20 procent. De belastingplichtige staat over het algemeen positief tegenover het gebruik van AI”, besluit Van de Vijver.
Nochtans heeft de toeslagenaffaire in Nederland aangetoond dat computeralgoritmes ronduit racistisch kunnen zijn. Tussen 2004 en 2019 werden tienduizenden Nederlandse gezinnen onterecht beschuldigd van fraude met allerlei toeslagen maar ook in hun inkomstenbelasting, nadat ze een vergissing hadden gemaakt in hun aangifte. “Wij hadden niet verwacht dat de Belgische belastingplichtigen zo positief zouden staan tegenover het gebruik van AI”, geeft Van de Vijver toe. “Maar vergeet niet dat een menselijke beslissing en handeling aan de basis van de toeslagenaffaire lag.”
‘De belastingplichtige staat over het algemeen positief tegenover het gebruik van AI door de belastingadministratie’
Anne Van de Vijver, Universiteit Antwerpen
Onlangs werd gewaarschuwd voor de invloed van AI op de fiscus. De Belgische belastingdienst zou met de nieuwe technologie het internet en de sociale media afschuimen om fraude op te sporen.
De Raedt: “Twee grote Europese richtlijnen reguleren het gebruik van artificiële intelligentie: de AI Act en de GDPR-richtlijn over privacy, die zegt dat je bijvoorbeeld transparant moet zijn over de informatie waarmee je je systeem voedt en dat er altijd een mens toezicht moet houden. De beginselen zijn duidelijk, maar wat ze concreet betekenen is dat niet. Hoe ver moet de transparantie gaan? Waar in het proces moet een mens tussenbeide komen?”
Inbreuk op privéleven
België behoort tot de betere leerlingen van de klas, vervolgt De Raedt. “Er is een wet, maar die zegt eigenlijk dat de belastingdienst alles mag gebruiken wat ze over de belastingplichtige heeft. We weten bijvoorbeeld niet of de fiscus data van het internet gebruikt om een profiel te maken van een fraudeur. Welke data gebruiken de diensten om hun AI-modellen te trainen? Er is wel een Informatieveiligheidscomité voor de federale overheid. Als de belastingdienst bijvoorbeeld op grote schaal informatie zou opvragen bij energieleveranciers om met datamining domiciliefraude op te sporen, dan moet die vraag aan het comité voorgelegd worden.”
Van de Vijver: “Vroeger zouden ambtenaren vanuit hun ervaring bepaalde aandachtspunten onderzoeken. Iedereen met een lichte vrachtwagen extra controleren bijvoorbeeld, ik zeg maar wat. Nu kunnen ze in theorie heel veel data geven aan een AI-model en vragen op welke indicatoren ze moeten letten. Dat is een andere manier van werken.” Als een derde partij op grote schaal informatie doorspeelt naar de fiscus, dan moet de administratie daar dus over communiceren.
De Raedt voegt er echter aan toe dat het niet helemaal duidelijk is of de fiscus ook aan dat comité moet voorleggen of ze gegevens van het internet mag scrapen in het kader van datamining. Op basis van locatiegegevens die u op sociale media hebt geplaatst, kan de fiscus mogelijk ook domiciliefraude vaststellen. “Die informatie heb je zelf vrijgegeven”, zegt Anne Van de Vijver. “Zowel in binnen- als buitenland wordt geëxperimenteerd met AI, met een zekere terughoudendheid”, meent De Raedt.
Het voelt als een inbreuk op ons privéleven als de fiscus data van onze sociale media haalt. De politiediensten doen dat ook bij misdaden of als de openbare veiligheid op het spel staat, maar de voorwaarden daarvoor staan duidelijk in de wet. De Raedt: “Wat de fiscale administratie zegt, stelt ons wel gerust op dat vlak. Maar het zou natuurlijk beter zijn dat in het parlement wordt besproken in welke mate de overheid gegevens mag halen op sociale media en het internet en wat ze ermee mag doen. Zodat we een wettelijk kader hebben dat desnoods voor de rechter afgedwongen kan worden. In Frankrijk bestaat dat kader wel, gezichtsherkenning mag de fiscus in dat land bijvoorbeeld niet gebruiken, maar Frankrijk is daarin vrij uniek.”
Digitale fiscus
De relatie tussen de fiscus en de belastingplichtigen lijkt soms stevig verziekt, als we de litanieën van sommige fiscaal advocaten mogen geloven. Zo zou elke fiscale controle op een razzia lijken. Volgens Sylvie De Raedt gaat het om een kleine, specifieke groep van belastingplichtigen.
Er is de jongste tijd veel te doen over de zogenoemde visitaties, die in feite huiszoekingen zijn maar zo niet genoemd mogen worden. Want daarvoor moet een strafonderzoek lopen en een onderzoeksrechter het bevel geven. “Die visitaties zijn naar mijn aanvoelen een gedrocht uit het verleden, dat we nu gebruiken in een veel modernere maatschappij”, meent De Raedt. “In de jaren zestig kwam de belastingcontroleur kijken in bedrijven hoe de processen verliepen, en de voorraden tellen. Dat is achterhaald, want het gaat nu alleen nog maar om data te capteren.”
Terwijl we nog discussiëren over het kopiëren van de harde schijf van de computer en van het mailverkeer, wil de OESO dat we evolueren naar een digitaal model, weet De Raedt. De fiscaal relevante data die een bedrijf produceert worden dan automatisch aan de systemen van de overheid gekoppeld. Het is dan ook hoog tijd om de fiscale wetten meer actueel en toekomstbestendig te maken.
“In de wet staat onder andere dat de fiscus een vraag mag stellen aan derden. De bedoeling was dat een controleur aan bijvoorbeeld een leverancier kon vragen de leveringen aan een bepaald bedrijf in te kijken. Maar een paar jaar geleden heeft de fiscus bij betaaldiensten een grote hoeveelheid transacties opgevraagd. Daarvoor is die wetgeving niet gemaakt.”
Vertrouwen herstellen
De belastingwetten in ons land zijn dus dringend aan modernisering toe. “Hier en daar wordt er wel eens een zinnetje geschrapt of toegevoegd aan de wetgeving, maar de teksten worden eigenlijk nooit fundamenteel herschreven en aangepast aan de moderne tijd. In ons strafrecht is wel al uitvoerig bepaald welke opzoekingen op het internet kunnen gebeuren. In het fiscaal recht zitten we met onaangepaste wetgeving over onderzoeksbevoegdheden die nog dateren uit de jaren zestig. Dat creëert problemen.”
België scoort slecht voor vertrouwen van de burgers in de overheid. “De belastingadministratie is zich daar bewust van, en probeert er iets aan te doen”, zegt Van de Vijver. “Wij merken dat er vanuit alle hoeken een grote bereidheid is om daaraan te werken: vanuit de fiscale administratie, de fiscaal adviseurs en de belastingplichtigen, zowel bedrijven als particulieren. Wij willen daar als academici ook een rol in spelen als onafhankelijke intermediair. Wij willen mee zoeken hoe we dat vertrouwen kunnen herstellen. We hebben onlangs een denktank met dat doel opgericht.”
Een ander initiatief komt van de belastingadministratie zelf: het Co-operative Tax Compliance Programme (CTCP). Daar leren grote bedrijven en de belastingadministratie met elkaar samen te werken en niet langer in een logica van boswachter versus stroper te denken. Lees hier meer daarover.
Fiscus: wat kan beter?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier