Een schuldsaldoverzekering garandeert de terugbetaling van uw woonkrediet in het geval van een overlijden. U kiest zelf of u de premies voor die bescherming al dan niet op uw belastingaangifte vermeldt.
Volgens Febelfin, de Belgische federatie van de financiële sector, kende het aantal woonkredietaanvragen in 2024 een stijging van zo’n 3 procent ten opzichte van het jaar voordien. Het ging om meer dan 186.000 kredieten (exclusief herfinancieringen) voor de financiering van woningaankopen en -verbouwingen.
Wie zo’n woonkrediet afsluit, wordt uiteraard geacht het geleende kapitaal netjes terug te betalen aan zijn bank, plus de intresten. In het merendeel van de gevallen gebeurt dat ook: uit het meest recente rapport van de Nationale Bank van België blijkt dat er in 2023 slechts 20.580 achterstallige hypotheekleningen waren, op een totaal van 3.328.446 uitstaande kredieten. Dat komt overeen met 0,60 procent achterstallen.
Banken willen zich hoe dan ook maximaal indekken tegen het risico dat een krediet niet volledig wordt terugbetaald. Niet alleen door wanbetaling, maar ook wanneer een kredietnemer onverwacht zou overlijden. Daarom staan ze vaak alleen een woonhypotheek toe in combinatie met het afsluiten van een schuldsaldoverzekering, ook al is dat niet wettelijk verplicht. De polis neemt dan bij sterfte van een kredietnemer een deel van de resterende schuld over, zodat de overblijvende partner de lening verder kan dragen zonder de volledige last alleen te moeten aflossen.
Eenmalige of periodieke premies
Voor een schuldsaldoverzekering betaalt u een premie die afhankelijk is van het verzekerde kapitaal, maar ook van andere factoren zoals het gekozen verzekeringspercentage, uw leeftijd en uw gezondheidstoestand. Verzekeraars laten u doorgaans kiezen tussen de betaling van ofwel een eenmalige premie, ofwel periodieke kleinere schijfjes. De eenmalige verzekeringspremie is in principe de goedkoopste optie, maar u moet dan wel in één keer een aanzienlijke som op tafel leggen bij het afsluiten van het contract. Dat kan oplopen tot duizenden euro’s.
Kiest u liever voor periodieke premies? Weet dan dat het totaalbedrag doorgaans hoger is, maar dat de betaling gespreid wordt over verschillende jaren. Meestal is de volledige verzekeringspremie wel al vereffend na twee derde van de looptijd van de lening.
Ook voor schuldsaldoverzekeringen afgesloten sinds begin 2020 is er de mogelijkheid om de premies fiscaal in te brengen.
Fiscale inbreng kan nog altijd
Ten tijde van de woonbonus kon u niet alleen de maandelijkse aflossingen van uw woonkrediet fiscaal inbrengen, maar ook de premies voor de schuldsaldoverzekering. Daartoe vulde u op uw aangifte de overeenkomstige bedragen in vak IX ‘langetermijnsparen’ in. Sinds de afschaffing van de woonbonus op 1 januari 2020 in Vlaanderen bestaat deze mogelijkheid niet meer voor nieuwe woonkredieten.
“Heb je echter nog een lopend krediet dat vóór die datum werd afgesloten, dan blijft dit fiscale voordeel in principe behouden”, zegt Thierry Lauwers van Lauwers Fiscale Advocaten. “Je mag voor het inkomstenjaar 2025 maximaal 2.530 euro per persoon inbrengen (afhankelijk van het beroepsinkomen), wat recht geeft op een belastingvermindering van 40 procent.”
Voor nieuwere woonkredieten is dat niet meer mogelijk. Maar wat niet elke kredietnemer weet, is dat er een tweede mogelijkheid is: die van het fiscaalvriendelijk ‘pensioensparen’ (vak X op uw belastingaangifte). “Dat is een fiscale korf die je voor het inkomstenjaar 2025 een belastingvermindering van 30 procent oplevert voor een bedrag tot 1.050 euro per persoon, en een vermindering van 25 procent voor een bedrag tussen 1.050 en 1.350 euro”, legt Thierry Lauwers uit. Ook het langetermijnsparen met een verzekering (vak IX) is een optie. Die levert u afhankelijk van uw beroepsinkomen een belastingvermindering van 30 procent op, met een maximum van 2.530 euro.
Zelf een keuze maken
De korf voor het pensioensparen is dus gelimiteerd. Betaalt u een eenmalige premie voor uw schuldsaldoverzekering, dan zit u wellicht ruim boven die grens. Opteert u voor een jaarlijkse premiebetaling, dan past dit bedrag in principe wél binnen de limieten. Tenminste, als de korf nog niet is opgevuld met waarvoor die eigenlijk in het leven is geroepen: de fiscaalvriendelijke opbouw van uw extralegaal pensioen.
“Dat is ook meteen het argument dat veel bankiers gebruiken”, lezen we op de website van hypotheek.winkel. “Zij raden hun klanten meestal aan om de fiscale korf volledig te vullen met pensioensparen. Maar wat als je je beter herkent in een ander scenario?” vraagt de hypotheekbemiddelaar zich af. “Bijvoorbeeld: je bent jong en hebt net een huis gekocht. Je denkt nog niet aan pensioensparen, want de maandelijkse afbetaling van de hypothecaire woning is al zwaar genoeg. In dat geval is er geen enkel argument tegen het inbrengen van de premie voor je schuldsaldoverzekering. Want die moet je sowieso betalen.”
Hypotheek.winkel schetst nog een tweede scenario: datgene waarin u al langer aan pensioensparen doet, maar onlangs een woning heeft gekocht. De premie voor de schuldsaldopolis komt er nu nog bij, en dat maakt de financiële last extra zwaar. “Het is dan perfect mogelijk om tijdelijk enkel de schuldsaldoverzekering te betalen en het pensioensparen te pauzeren”, klinkt het. “Je laat het contract gewoonweg lopen, maar je betaalt een paar jaar niets. Dat kan zonder kosten en zonder boetes.”
De keerzijde van de medaille
Om de premies van uw schuldsaldo fiscaal te kunnen inbrengen, moet uw verzekeraar in de polis opnemen dat het om een contract voor fiscaal pensioensparen gaat. Maar er is een keerzijde aan de medaille. De overblijvende partner moet dan belastingen betalen op het kapitaal dat de schuldsaldoverzekering uitkeert bij een overlijden. De kans bestaat dat dit bedrag veel groter is dan het fiscaal voordeel.
“Wanneer je de premies van je schuldsaldoverzekering onderbrengt in de korf van het langetermijnsparen, dan wordt het uitgekeerde kapitaal bij overlijden belast tegen een fictieve rente”, zegt Thierry Lauwers. “Die hangt af van de leeftijd van de overblijvende partner. Ze varieert tussen 1 procent (40 jaar of jonger) en 5 procent (65 jaar of ouder).”
“Wanneer de begunstigde bij uitkering nog geen 65 jaar is, moet hij de fictieve rente dertien jaar lang na het overlijden van zijn partner fiscaal aangegeven. Concreet betekent dat: het percentage van de uitkering jaar na jaar vermelden op de belastingbrief. Bij 65 jaar of ouder moet de rente slechts tien jaar lang aangegeven worden.”
Koos u ervoor de premies van uw schuldsaldoverzekering onder te brengen in de fiscale korf van pensioensparen? In dat geval heft de fiscus een eenmalige belasting van 10 procent op het uitgekeerde kapitaal bij overlijden.
Vooraf de juiste keuze maken, is erg belangrijk. Want zelfs al heeft u slechts één keer de premie voor uw schuldsaldoverzekering fiscaal in mindering gebracht, dan wordt het uitgekeerde kapitaal sowieso belast bij overlijden. Staar u dus niet enkel blind op het belastingvoordeel dat de premies opleveren, maar houd ook rekening met de fiscale nadelen wanneer een van beide partners sterft. Laat u goed adviseren door een expert.