Hoger belastingkrediet voor zelfstandigen zonder vennootschap

De regering-De Wever werkte een aantal fiscale maatregelen uit het federale regeerakkoord verder uit. Eenmanszaken zouden al vanaf het aanslagjaar 2026 recht hebben op een verhoogd belastingkrediet.

Volgens de recentste cijfers van de federale overheidsdienst Economie telt ons land bijna 1,3 miljoen natuurlijke personen die een zelfstandige activiteit buiten een vennootschap uitoefenen. Er zijn voordelen maar ook nadelen ten opzichte van wie via een vennootschap werkt: de uitgebreidere aansprakelijkheid, de hogere belasting op de winst en de beperktere mogelijkheden tot fiscale optimalisatie en overdracht.

Om eenmanszaken te steunen, is rond de eeuwwisseling het belastingkrediet in het leven geroepen, een fiscaal voordeel voor zelfstandigen die hun eigen vermogen verhogen. Het doel is de financiering van investeringen met eigen middelen (zonder een lening) te stimuleren. Vandaag bedraagt het belastingkrediet 10 procent van de positieve aangroei van het eigen vermogen tijdens het boekjaar, beperkt tot 3.750 euro.

“Voor de berekening wordt gekeken naar de fiscale waarde van de vaste activa aan het einde van het boekjaar”, weet Kim Leemans, legal expert van Securex. “Dat is de aanschaffingswaarde verminderd met de fiscaal aanvaarde afschrijvingen en waardeverminderingen. Investeringen in materiële, immateriële en financiële vaste activa komen in aanmerking (beperkt tot het beroepsmatige deel).”

“Vervolgens worden de schulden met een oorspronkelijke looptijd van meer dan één jaar (eveneens beperkt tot het beroepsmatige gedeelte) daarvan afgetrokken. Het resultaat wordt dan vergeleken met het hoogste saldo van dezelfde berekening van de drie voorgaande boekjaren. Is het saldo van het huidige jaar groter dan dat hoogste saldo, dan is er sprake van een aangroei van eigen middelen en wordt het belastingkrediet berekend op dat positieve verschil.”

Wat zou veranderen?

De federale regering wil het belastingkrediet voor zelfstandigen zonder vennootschap optrekken van 10 naar 20 procent, met een maximum van 7.500 euro, vanaf het aanslagjaar 2026 (inkomsten 2025). Dat zou betekenen dat het krediet in het voorbeeld (zie tabel) stijgt tot 2.000 euro. Dat bedrag wordt in mindering gebracht van de belastingen die u als zelfstandige moet betalen in de personenbelasting. Een voorwaarde is wel dat u netjes op tijd uw socialezekerheidsbijdragen hebt betaald.

“Het belastingkrediet is sinds het aanslagjaar 2014 (inkomsten 2013, nvdr) ook terugbetaalbaar”, merkt Kim Leemans op. “Dat betekent dat de fiscus het voorschot op uw rekening stort als het krediet hoger is dan uw verschuldigde personenbelasting.”

De verhoging naar 20 procent wordt pas van kracht na de goedkeuring door het parlement en publicatie in het Belgisch Staatsblad.