Hoe groot is de fiscale kater na tijdelijke werkloosheid?
Was u vorig jaar tijdelijk werkloos door de coronapandemie, dan zult u de gevolgen daarvan binnenkort ondervinden in uw aangifte voor de personenbelasting. De finale impact verschilt evenwel sterk naargelang de situatie.
In volle coronacrisis ging ons land op slot. Heel wat werkgevers kozen toen voor de vereenvoudigde procedure van tijdelijke werkloosheid. Bijna 1,4 miljoen mensen, ruim een derde van de werknemers, ontvingen daardoor vorig jaar voor minstens één dag een tijdelijkewerkloosheidsuitkering. Om hun inkomen ietwat op peil te houden, koos de toenmalige regering ervoor een verlaagd tarief voor de bedrijfsvoorheffing toe te passen.
De bedrijfsvoorheffing wordt ingehouden op de lonen en de uitkeringen. Ze is een voorschot op uw personenbelasting, die het jaar nadien afgerekend wordt. De bedoeling is in principe om net voldoende voorheffing in te houden, zodat u bij uw belastingaangifte niets meer moet bijbetalen of terugkrijgen. Maar dat lukt in de praktijk zelden. De finale jaarafrekening is immers gebaseerd op alle inkomsten van het voorbij jaar.
Behoud van de koopkracht
Als te weinig bedrijfsvoorheffing is ingehouden, komt de fiscale eindafrekening nog zwaarder aan. Dat is wat tijdens de eerste lockdown is gebeurd. De intenties van de regering waren nobel: ze wou ervoor zorgen dat wie tijdelijk werkloos was toch netto voldoende overhield. Vooral voor de laagste inkomens was het behoud van de koopkracht in crisistijd meer dan welkom.
De regering koos ervoor om op de tijdelijkewerkloosheidsbijdragen een onmiddellijke bedrijfsvoorheffing van slechts 15 procent in te houden, terwijl het tarief normaal 26,75 procent bedraagt. Ter info: op gewone werkloosheidsuitkeringen is het 10,09 procent, en voor loontrekkenden geldt een progressief tarief dat oploopt tot meer dan 40 procent naarmate men meer verdient.
Grotere impact voor hoge lonen
Binnenkort volgt dus de fiscale afrekening. Goed nieuws is er voor de lage lonen en de langdurig tijdelijk werklozen. Voor hen zal de belastingkater beperkt zijn. De impact is veel groter voor wie normaal behoorlijk verdient, maar vorig jaar kortstondig tijdelijk werkloos was.
“Daar zijn twee redenen voor”, zegt Pieter Debbaut, fiscaal adviseur bij de hr-dienstengroep Liantis en auteur van de Belastinggids 2021. “Enerzijds is er te weinig bedrijfsvoorheffing ingehouden in verhouding tot het uiteindelijke belastingtarief. Dat ligt voor goedverdieners tussen 30 en 45 procent. Anderzijds komt die groep niet in aanmerking voor de belastingvermindering voor de werkloosheidsuitkeringen, omdat haar belastbaar inkomen te hoog is. De grens is vastgelegd op 29.600 euro.”
Pieter Debbaut illustreert de fiscale impact aan de hand van twee scenario’s.
Scenario 1: brutoloon van 4000 euro
Stel, u bent een alleenstaande met een brutomaandloon van 4000 euro, zonder kinderen ten laste. In 2020 werkte u tien maanden. Tijdens de eerste lockdown was u twee maanden tijdelijk werkloos. Uw totale bruto-uitkering was (vanwege het vrij hoge inkomen) geplafonneerd op 4149,60 euro. Dat komt neer op een nettobedrag van 3527,16 euro.
Op uw nakende aangifte personenbelasting (vak IV) vermeldt u bij:
· Code 1250: 40.000 euro (het totaal ontvangen brutoloon)
· Code 1260: 4149,60 euro (de volledige ontvangen brutowerkloosheidsuitkering)
· Code 1286: 12.422,44 euro (de ingehouden bedrijfsvoorheffing op het loon (11.800 euro) en de uitkering (622,44 euro))
“Rekening houdende met de 8 procent opcentiemen in uw gemeente, zult u in dit geval 777,14 euro belastingen moeten bijbetalen”, rekent Pieter Debbaut. “Bijna het volledige bedrag – 772,74 euro om precies te zijn – is het gevolg van de extra belasting op de tijdelijkewerkloosheidsuitkering.”
Scenario 2: brutoloon van 2200 euro
Stel, u bent een alleenstaande met een brutomaandloon van 2200 euro, zonder kinderen ten laste. In 2020 werkte u slechts negen maanden. U was drie maanden tijdelijk werkloos. De totale bruto-uitkering bedroeg 4620 euro (3 maanden x 70% van 2200 euro), ofwel 3927 euro netto.
Een gelijkaardige berekening geldt wanneer u in 2020 zes maanden halftijds werkte en dus gedurende diezelfde periode halftijds werkloos was.
Op uw volgende aangifte personenbelasting (vak IV) vermeldt u bij:
· Code 1250: 19.800 euro (het totaal ontvangen brutoloon)
· Code 1260: 4.620 euro (de volledige ontvangen brutowerkloosheidsuitkering)
· Code 1286: 3.693 euro (de ingehouden bedrijfsvoorheffing op het loon (3000 euro) en de uitkering (693 euro))
“Opnieuw rekening houdende met de 8 procent opcentiemen in uw gemeente, bedraagt de extra belasting op de tijdelijkewerkloosheidsuitkering 103,95 euro”, weet Pieter Debbaut. “Globaal hebt u evenwel recht op een belastingteruggave van 323,19 euro. Door uw eerder bescheiden maandloon geven de werkloosheidsuitkeringen aanleiding tot een belastingvermindering.”
Doe de test
Bent u benieuwd naar uw persoonlijke fiscale eindafrekening? Die kunt u simuleren met de webmodule Tax-on-web, die u terugvindt in MyMinfin. Sinds gisteren is die bruikbaar voor de aangifte van inkomstenjaar 2020.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier