Geert Gielens

‘Het probleem met de begroting is dat ze niet onder controle lijkt’

Geert Gielens Hoofdeconoom van Belfius

Volgens Belfius-hoofdeconoom Geert Gielens mag een begrotingsevenwicht geen fetisj op zich zijn. “Het probleem met de begroting is dat ze altijd een tekort geeft en dat ze dus schijnbaar niet onder controle is. We moeten keuzes maken.”

De federale regering moet bij de begrotingscontrole fors bijschaven. Moet ze vasthouden aan het doel van een begrotingsevenwicht in 2018 en is dat doel ook realistisch? De roep dat er meer investeringen door de overheid nodig zijn om uit het economische moeras te klimmen, klinkt steeds luider. Kunnen we daar nieuwe schulden voor aangaan, of moet er maar geld gevonden worden door elders te besparen?

Een begrotingsevenwicht mag geen fetisj op zich zijn

Geert Gielens: “Een begrotingsevenwicht mag geen fetisj op zich zijn. De nood aan een evenwicht wordt bepaald door een aantal zaken zoals bijvoorbeeld de economische situatie, de aard van de uitgaven die leiden tot een tekort of de te voorziene toekomstige uitgaven. Het probleem met de Belgische begroting is dat ze altijd een tekort geeft en dat ze dus schijnbaar niet onder controle is. Op een ogenblik dat de rentes alleen maar kunnen stijgen, moet je eigenlijk minstens een reserve inbouwen en een primair overschot boeken dat die hogere rentelasten kan opvangen. Investeringen zouden daarentegen een voorkeursbehandeling moeten krijgen. Ze zijn eenmalig en zorgen dus niet voor houdbaarheidsproblemen. Daarbovenop komt dat ze de economie kunnen stimuleren zodat de schuldgraad kan dalen, op voorwaarde dat ze zich zelf terugverdienen natuurlijk. Niet alles wat investering genoemd wordt, komt dus in aanmerking. We moeten selectief zijn in de uitgaven en keuzes maken.”

Momenteel is het niet mogelijk om zwart geld te regulariseren via de Bijzondere Belastinginspectie (BBI), omdat de bestaande procedure aangevochten werd. Hoe gaan we best om met mensen dit probleem? Moeten mensen met zwart geld altijd de mogelijkheid hebben om zich in regel te stellen? Moet er om de zoveel jaar een regularisatieperiode ingelast worden? Of moeten mensen met zwart geld gewoon altijd op dezelfde manier en streng aangepakt worden?

Gielens: “De zwarte economie wordt in België op een 60 miljard euro geschat. Dit is ongeveer 15 procent van het jaarlijkse BBP. Een normale belasting van deze activiteiten zou in een klap alle begrotingsproblemen kunnen oplossen. De schaduweconomie terugdringen is voor elke overheid dan ook een must. Een drietal factoren, die eigenlijk de verwachte opbrengst van de zwarte economie bepalen, verklaren het bestaan van de schaduweconomie: de totale belastingen, de administratieve lasten en de pakkans. Logischerwijs is de beste manier om zwartwerk uit te schakelen een verlaging van de belastingen, zoals de daling van de erfenisbelasting in Vlaanderen en de invoering van de dienstencheques voor huishoudhulp aangetoond hebben. Maar zoals altijd is een regel die niet gecontroleerd wordt een dode regel. Een effectieve controle en bestraffing blijven met andere woorden noodzakelijk. Dit heeft echter ook een kostprijs en kan nooit sluitend zijn. Op gezette momenten een regularisatieperiode inlassen, kan met andere woorden de opbrengsten voor de staat alleen maar verhogen.”

Betekenen de vele gesloten grenzen binnen de EU vandaag de facto het einde van de Schengen-zone? Kan het vluchtelingenprobleem een bedreiging zijn voor de economische groei in de EU? Of liggen er ook opportuniteiten?

Europa heeft zich altijd verdiept en verbetert na crisissituatie

Gielens: “Het Syrische conflict en de immense vluchtelingenstroom naar Europa zet momenteel de Europese constructie en de Europese solidariteit zwaar onder druk. Een eerste slachtoffer lijkt het Schengenakkoord te zijn dat het vrije verkeer van personen regelt. Maar misschien is dat alleen maar schijn, want dat akkoord voorziet in uitzonderingsmogelijkheden voor crisissituaties. Wat we dan nu meemaken, is met andere woorden een toepassing van het verdrag die het voortbestaan ervan net mogelijk maakt. Dit neemt niet weg dat de vluchtelingencrisis en de weigering van landen om een spreidingsplan te aanvaarden de Europese constructie gevoelig onder druk zetten. Het is duidelijk dat Europa niet snel en adequaat op crisissituaties kan reageren en dat het zal moeten veranderen. Die verandering kan een implosie van de Unie betekenen, zoals een Brexit, Frexit etc…Maar Europa heeft zich ook altijd verdiept en verbetert na crisissituaties, denk aan de bankenunie. Eigenlijk rest er ons alleen de laatste weg, want als de eengemaakte Europese Ruimte verdwijnt, zou dat een enorme financiële verarming betekenen.”

Partner Content