Een aangifte van nalatenschap is geen makkie: enkele aandachtpunten
Bij een overlijden moeten de erfgenamen steeds een aangifte van nalatenschap indienen. Gebeurt dat niet of niet correct, dan riskeren zij een belastingverhoging. De Federatie van Notarissen wijst op enkele aandachtspunten.
Een aangifte van nalatenschap is wettelijk verplicht bij een sterfgeval, ook al had de overledene weinig of geen bezittingen. De aangifte moet gebeuren door de wettelijke erfgenamen en de eventuele begunstigden in een testament (de ‘algemene legatarissen’ in het jargon). Zij zullen ook de erfbelastingen moeten betalen op het gedeelte van de nalatenschap dat hen toekomt. Op basis van de aangifte kan de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) de exacte bedragen bepalen.
In Vlaanderen zijn er twee mogelijkheden: de individuele en de gezamenlijke aangifte. Bij die laatste optie vullen alle erfgenamen samen de documenten in. Op basis daarvan maakt Vlabel één globale afrekening.
Het aangifteformulier telt 26 bladzijden. Het invullen en indienen kan op papier of digitaal. Kiest u voor de digitale variant, dan krijgt u geen standaardformulier voorgeschoteld, maar een aantal gerichte vragen over de overledene en zijn vermogen. In functie van uw antwoorden wordt een formulier op maat samengesteld.
Zowel aan de papieren als aan de digitale aangifte moeten de nodige bewijsstukken worden toegevoegd.
Zelf doen of een notaris inschakelen?
Voor een eenvoudige aangifte kunt u overwegen om die zelf in te vullen. Volg dan dit stappenplan. Het gevaar is dat erfgenamen niet altijd op de hoogte zijn van de exacte situatie van de overledene. Mogelijk hebben zij ook geen weet van een testament. En als dat dan toch plots opduikt, is de inhoud ervan dan wel geldig?
Elke erfenis is sowieso anders. Het is een ingewikkelde materie, waarin de fiscale wetgeving, het erfrecht en het huwelijksvermogensrecht meespelen. De gevolgen van eventuele clausules in een huwelijkscontract of het bestaan van een levensverzekering mag u bijvoorbeeld niet onderschatten. Onroerend goed maakt alles nog complexer. Voor een gezinswoning gelden bijvoorbeeld aparte regels. Bovendien moet u rekening houden met het ‘wettelijk vermoeden van eigendom’.
Weet ook dat de regelgeving in Vlaanderen anders is dan die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in Wallonië. Welke gewestelijke spelregels van toepassing zijn, wordt bepaald door de plaats waar de erflater het langst heeft gewoond in de periode van vijf jaar vóór zijn overlijden.
Er komt dus heel wat kijken bij een correcte aangifte van een nalatenschap. Dat is ook de reden waarom zes op de tien Belgen daarvoor een notaris inschakelen.
Welke termijn moet u respecteren?
De termijn voor het indienen van de aangifte hangt af van de plaats van het overlijden. Is de erflater in België overleden, dan hebt u vier maanden tijd vanaf de sterfdatum. Bij een overlijden in het buitenland wordt de aangifteperiode verlengd tot vijf of zes maanden, afhankelijk van of het een land binnen of buiten de Europese Economische Ruimte betreft.
Vier maanden lijkt misschien lang, maar weet dat bij het indienen van de aangifte iets meer komt kijken dan het louter invullen van de gegevens. Tijdens deze periode – die wellicht ook emotioneel geladen is – dient u allerlei relevante informatie te verzamelen.
Een notaris kan helpen om alle gegevens binnen de wettelijke termijn in te winnen, op voorwaarde dat u hem tijdig aanspreekt. Hij is wettelijk gemachtigd om via het CAP (Centraal Aanspreekpunt van rekeningen en financiële contracten) na te gaan welke Belgische en buitenlandse rekeningen de overledene had. Een bankenonderzoek via de koepelorganisatie Febelfin is eveneens mogelijk. De notaris zal ook contact opnemen met verzekeraars om na te gaan of de overledene een levensverzekering had.
Iedereen kan twee maanden uitstel van indiening vragen. Die vraag hoeft niet eens gemotiveerd te worden, maar dan komt er wel een belastingverhoging. Alleen bij complexe nalatenschappen – bijvoorbeeld waarbij erfgenamen in conflict zijn met elkaar – is een langere uitsteltermijn (tot zes maanden) zonder belastingverhoging mogelijk. Die vraag moet wel gemotiveerd worden.
U hebt in principe vier maanden tijd om alle relevante informatie bijeen te zoeken.
Het wettelijk vermoeden van eigendom
Op de aangifte van nalatenschap dient u onder meer informatie te geven over het ‘wettelijk vermoeden van eigendom’. Het betreft alle goederen of waarden die de erflater in de laatste drie jaar vóór zijn overlijden heeft ontvangen, en waarvoor er een schriftelijk bewijs is dat de overledene de eigenaar was, bijvoorbeeld uit de verkoop van een woning of een schenking. Als erfgenaam moet u bewijzen wat er met dat geld is gebeurd. Werd het gebruikt voor een nieuwe aankoop, werd het belegd of werd het opnieuw geschonken? Zonder dat bewijs wordt het bedrag geacht nog aanwezig te zijn in de nalatenschap, en moet u daarop erfbelasting betalen.
Voor zo’n bewijs moet u wellicht in de rekeninguittreksels van de overledene duiken en aankoop- en verkoopakten opvragen. Dat is niet altijd vanzelfsprekend. Een notaris kan dan helpen om inkijk in de rekeningen en aktes van de overledene te krijgen. Mogelijk gaat dat wel gepaard met extra kosten die de bank aanrekent.
Hoe de waarde van de woning schatten?
Op de aangifte moet u ook de waarde van de woning van de overledene vermelden. U kunt die waarde zelf schatten, maar Vlabel kan nadien nagaan of uw schatting wel correct was. Het verschil tussen de door u geschatte waarde en de verkoopprijs mag niet meer dan 10 procent bedragen.
Bij een te lage schatting riskeert u een belastingverhoging wegens ‘tekortschatting’. Een te hoge schatting verhoogt dan weer de belastbare grondslag, waardoor u te veel erfbelasting dreigt te betalen.
U kunt ook een schatting vragen aan een erkende schatter-expert of aan Vlabel zelf. Die laatste optie is gratis én bindend. Wordt de woning nadien tegen een hogere waarde verkocht, dan heeft dat geen gevolgen voor uw erfbelasting.
Denk ook aan de schulden
Een aangifte van nalatenschap omvat niet alleen de activa van de overledene, maar ook zijn eventuele schulden. Het saldo geldt als basis voor Vlabel om tot het netto belastbaar vermogen te komen. Om de schulden aan te geven, kunt u kiezen voor ofwel een forfait, ofwel de werkelijke bedragen. Die laatste optie is interessanter wanneer de overledene bijvoorbeeld tot net voor zijn dood omvangrijke medische zorgen kreeg. In dat geval dient u wel alle facturen en bewijzen te verzamelen.
Extra aandacht voor levensverzekeringen
In Vlaanderen moeten erfgenamen extra waakzaam zijn met levensverzekeringen die werden afgesloten door de overledene. Meer bepaald wanneer er tussen het overlijden en de uitkering of afkoop van het verzekeringscontract jaren verstrijken. De verplichting om een nieuwe aangifte van nalatenschap in te dienen wordt dan vaak over het hoofd gezien.
Een voorbeeld: de overledene had een tak21-spaarverzekering afgesloten voor zijn kleindochter. De einddatum is haar achttiende verjaardag in 2028. Omdat haar grootvader zopas gestorven is, blijft de levensverzekering doorlopen. Pas in 2028 volgt de uitkering van het opgebouwde kapitaal. Op dat moment moet een nieuwe aangifte van nalatenschap ingediend worden, en volgt een bijkomende erfbelasting.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier