Denis-Emmanuel Philippe

Dit is hoe een nieuwe belastingaftrek bedrijven moet aanzetten tot technische innovatie

Denis-Emmanuel Philippe advocaat-vennoot bij Bloom Law en docent aan de Universiteit van Luik

“De innovatie-aftrek zal onze economie en de Belgische bedrijven ten goede komen”, zegt Denis-Emmanuel Philippe, advocaat-vennoot bij Bloom Law. “Althans als ze investeren in onderzoek en ontwikkeling.”

De Belgische overheid heeft een nieuw gunststelsel ontworpen, dat Belgische ondernemingen tot technische innovatie zou moeten aanzetten. Het gaat om de zogenaamde innovatie-aftrek, ingevoerd door de Wet van 9 februari 2017. Deze maatregel vervangt de vroegere octrooi-aftrek. Concreet worden 85 procent van netto-innovatie-inkomsten uit bepaalde intellectuele eigendomsrechten vrijgesteld. Deze maatregel zal het investeringsklimaat in België aantrekkelijker maken. Bovendien is dit stelsel niet voorbehouden aan multinationals : het kan bijvoorbeeld opportuniteiten bieden voor KMO’s die software ontwikkelen in het kader van hun activiteiten. België staat daardoor op de wereldkaart van de technologische innovatie.

1. Context

Waarom heeft België haar “IP-box” (met name een fiscale voorkeursbehandeling, zoals aangeboden door verschillende staten, aan bedrijven die intellectuele eigendomsrechten exploiteren) gewijzigd ? Omdat ze hiertoe werd gedwongen door het politieke akkoord van de OESO, genaamd “BEPS” (base erosion and profit shifting). Dit ambitieuze actieplan onderwerpt de toekenning van fiscale gunstregimes aan het bestaan van een substantiële economische activiteit. De nieuwe innovatie-aftrek respecteert nauwgezet deze substantievoorwaarde : ze wordt slechts toegekend in de mate dat de Belgische onderneming zelf O&O (onderzoek en ontwikkeling) uitgaven heeft gedragen.

2. Noodzaak van een substantiële economische activiteit

De IP-box 2.0. zou onze economie ten goede moeten komen. Bedrijven die van de innovatie-aftrek willen profiteren, hebben namelijk geen keuze: ze moeten investeren op het vlak van onderzoek en ontwikkeling. Het is dan ook waarschijnlijk dat veel Belgische ondernemingen bijkomende onderzoekers zullen aanwerven. Als kers op de taart zullen ze in dit geval bijkomend aanspraak kunnen maken op de gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor onderzoek en ontwikkeling.

Bovenstaande nieuwe substantievoorwaarde kan nochtans niet lichtzinnig worden opgenomen.

Dit is hoe een nieuwe belastingaftrek bedrijven moet aanzetten tot technische innovatie

Voorbeeld : een Belgische onderneming verwerft een octrooi ; ze verbetert het octrooi en geeft het vervolgens in licentie. Tot voor kort kon de onderneming ten volle profiteren van de aftrek voor octrooi-inkomsten. Het maakte in dit verband niet uit of de verbetering relatief beperkt was. De verbetering van het octrooi moest zelfs niet volledig worden gerealiseerd door het bedrijf zelf, maar kon worden uitbesteed aan verbonden ondernemingen. De nieuwe innovatie-aftrek is strikter : ze wordt berekend op basis van een percentage dat de verhouding uitdrukt tussen de uitgaven voor O&O uitgevoerd door het bedrijf zelf (de “kwalificerende uitgaven”) enerzijds en de totale uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling anderzijds. De verwervingsprijs van het octrooi is daarbij geen “kwalificerende uitgave”. Bovendien komen, ingeval de onderneming de onderzoeksactiviteit aan een verbonden onderneming uitbesteedt (wat een courante praktijk is bij multinationals), de uitgaven die worden betaald aan deze verbonden onderneming evenmin in aanmerking. De onderneming zal daarentegen niet worden gestraft indien ze het onderzoek en de ontwikkeling aan een niet-verbonden onderneming (zoals een universiteit) toevertrouwt.

3. Nadelen vs. voordelen van de nieuwe innovatie-aftrek

Wat zijn de nadelen van de nieuwe maatregel ? Ten eerste komen de innovatie-inkomsten slechts voor hun nettobedrag in aanmerking (dit zijn de bruto-inkomsten, verminderd met de lonen van onderzoekers, de uitgaven betaald aan andere ondernemingen bij de outsourcing van O&O,…). Ten tweede wordt dit nettobedrag vermenigvuldigd met een percentage dat het aandeel van de eigen O&O uitgaven van de Belgische onderneming vertegenwoordigt (zie hieromtrent supra, punt 2).

En nu de voordelen. Om bovenstaande nieuwe beperkingen te compenseren, heeft de regering ervoor gezorgd dat de maatregel niet langer alleen van toepassing is op octrooien, maar ook op auteursrechtelijk beschermde computerprogramma’s (software copyrights), kwekersrechten, data- of marktexclusiviteit en weesgeneesmiddelen. En dit is niet alles: het aftrekpercentage wordt opgetrokken van 80 naar 85 procent (hetgeen leidt tot een effectieve belastingdruk van 5,1%) en het bedrag van de aftrek dat de winst van de onderneming te boven gaat, kan voortaan worden overgedragen naar de volgende aanslagjaren.

4. Opportuniteiten voor de Belgische bedrijven die software ontwikkelen

Er bestaat geen twijfel dat de uitbreiding van de innovatie-aftrek naar software copyrights ten goede zal komen aan Belgische ondernemingen, die actief zijn binnen de ICT-sector (informatie- en communicatietechnologie). Het nieuwe gunststelsel biedt echter ook fiscale voordelen aan Belgische bedrijven (klein of groot) die zelf software ontwikkelen, als onderdeel van hun activiteiten (productie van goederen of prestatie van diensten). De hypothetische innovatie-inkomsten, die in de verkoopprijzen van goederen of diensten begrepen zijn, komen immers voor de innovatie-aftrek in aanmerking. Met andere woorden : de Belgische onderneming kan een deel van de prijs van de goederen of diensten (ten belope van 85%) aftrekken, met name het deel dat overeenkomt met de hypothetische vergoeding die de onderneming zou ontvangen indien ze de software in licentie zou hebben gegeven aan een onafhankelijk derde.

Voorbeeld : BelCo heeft zelf een software ontwikkeld. Ze gebruikt haar software voor de productie en verkoop van producten. Deze activiteit geeft een resultaat van 1.000.000 euro. Van deze 1.000.000 euro, rekent zij er 200.000 euro toe aan de software. Dit bedrag van 200.000 euro (na aftrek van O&O kosten) komt volledig in aanmerking voor de 85 procent innovatie-aftrek.

De bepaling van die hypothetische vergoeding (200.000 euro) moet gebeuren volgens het at arm’s length principe (met andere woorden: marktconform zijn) : hoeveel zou de onderneming ontvangen van een onafhankelijke derde voor het ter beschikking stellen van de ​​software ? In de praktijk zal dit geen gemakkelijke opgave zijn. Het uitvoeren van een transfer-pricing onderzoek lijkt mij in sommige gevallen wenselijk.

5. België heeft nu een voorsprong op Luxemburg

Laat ons hopen dat dit gunstregime buitenlandse investeerders naar België zal aantrekken

Het Luxemburgse IP-regime was veel aantrekkelijker dan de (ondertussen afgeschafte) Belgische octrooi-aftrek. Het Luxemburgse IP-regime stond Luxemburgse vennootschappen namelijk toe om onder bepaalde voorwaarden te genieten van een vrijstelling van 80 procent van de inkomsten uit intellectuele eigendomsrechten. In tegenstelling tot de Belgische octrooi-aftrek dekte het Luxemburgse IP-regime een brede waaier van intellectuele eigendomsrechten: auteursrechten op software, octrooien, fabrieks- en handelsmerken, domeinnamen en tekeningen of modellen. De toepassing van het Luxemburgse IP-regime was bovendien niet onderworpen aan enige voorwaarde van ontwikkeling of verbetering van de intellectuele rechten in een onderzoekscentrum (in tegenstelling tot de octrooi-aftrek).

Het is dan ook niet verwonderlijk dat in de loop van de afgelopen jaren veel Belgische ondernemingen hun software hebben overgedragen aan Luxemburgse ondernemingen om te kunnen genieten van het Luxemburgse IP-regime. Vaak werd de software vervolgens door de Luxemburgse IP-vennootschap in licentie gegeven aan (Belgische) groepsvennootschappen.

Net als België werd Luxemburg door de OESO gedwongen om zijn IP-regime in te trekken, hetgeen Luxemburg heeft gedaan middels een wet van 18 december 2015. Luxemburg heeft zijn nieuwe IP-Box nog steeds niet ingevoerd…

België heeft de partij dus goed gespeeld. Ze heeft haar IP-Box uitgebreid en is tegelijkertijd volledig binnen de grenzen gebleven die de OESO heeft vastgesteld (substantievereiste). België heeft zelfs nu een voorsprong op haar “aartsrivaal”, het Groothertogdom Luxemburg.

Laat ons nu hopen dat dit gunstregime buitenlandse investeerders naar België zal aantrekken en dat Belgische bedrijven investeringen in technologische innovatie zullen doen om ten volle van de innovatie-aftrek te kunnen gebruikmaken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content