De fiscale regels voor carpoolen
Als u samen met een collega naar het werk rijdt, kunt u de autokosten fiscaal in mindering brengen. Welke regels past de fiscus daarvoor toe?
Meer en meer werknemers rijden samen naar het werk. Ze kunnen elkaar afwisselen als bestuurder, of een vergoeding afspreken als er een vaste bestuurder is. Dat heeft fiscale consequenties, naargelang de werknemers carpoolen op eigen initiatief of als onderdeel van het georganiseerd gemeenschappelijk vervoer. Dat laatste houdt in dat de werkgever het carpoolen inricht voor zijn werknemers. Daarvoor moet hij een individuele of collectieve overeenkomst afsluiten met de werknemers, waarin de voorwaarden en de regels voor het carpoolen staan.
Beperkte aftrek
De autokosten voor het woon-werkverkeer zijn beperkt fiscaal aftrekbaar, zowel voor wie alleen met zijn wagen naar het werk rijdt als voor wie samen met een collega rijdt. Per afgelegde kilometer krijgt u een forfaitaire aftrek van 0,15 euro per kilometer, ongeacht de werkelijke autokosten. Daarbovenop kunnen de intresten van een lening komen die u hebt afgesloten om uw wagen te kopen. Het forfait van 0,15 euro per kilometer behoort tot uw werkelijke beroepskosten, wat betekent dat u er geen bewijs van hoeft te leveren om er aanspraak op te kunnen maken.
Hebt u geen andere beroepskosten dan het forfait, dan moet u nagaan of het forfait hoger is dan de forfaitaire beroepskosten, waarop u hoe dan ook recht hebt. Hebt u bijvoorbeeld een bruto-inkomen van 32.500 euro (na aftrek van de sociale bijdragen), dan bedragen uw forfaitaire beroepskosten 4177,3 euro (bedrag geldig voor het inkomstenjaar 2016). Pas als u 230 werkdagen per jaar dagelijks minstens 121,5 kilometer aflegt om heen en terug naar het werk te rijden, is het interessant het forfait van 0,15 euro per kilometer in te brengen. U kunt dan uw werkelijke autokosten aftrekken voor een bedrag van 4191,75 euro (121,5 kilometer x 0,15 euro x 230 werkdagen). Dat is meer dan de forfaitaire beroepskosten van 4177,3 euro.
Rijdt u minder, dan is het forfait van 0,15 euro per kilometer minder voordelig, tenzij u nog andere werkelijke beroepskosten hebt, zoals voor een thuis ingericht bureau.
Op eigen initiatief
Voor werknemers die op eigen initiatief carpoolen, vatten we de fiscale regels samen aan de hand van een voorbeeld. Jean is eigenaar van een wagen en rijdt met Benny naar het werk. Benny betaalt daarvoor geen vergoeding. Jean kan het forfait van 0,15 euro per afgelegde kilometer voor het woon-werkverkeer inbrengen als werkelijke beroepskosten. Ook Benny mag dat doen, maar beperkt tot 100 kilometer per enkele rit.
Er is een andere mogelijkheid: Benny betaalt occasioneel een tankbeurt. Jean kan dan nog altijd het forfait van 0,15 euro per kilometer aftrekken. Benny kan de tankkosten inbrengen als werkelijke beroepskosten, of kiezen voor het forfait van 0,15 euro per kilometer, met een maximum van 100 kilometer per enkele rit. Jean wordt niet belast op de vergoeding die Benny hem betaalt. Als Benny aan Jean een vast bedrag afdraagt – bijvoorbeeld 0,10 euro per kilometer – kan Jean eveneens nog het forfait van 0,15 euro per kilometer aftrekken. Benny kan de vergoeding inbrengen als werkelijke beroepskosten, beperkt tot 75 procent, of kiezen voor het forfait van 0,15 euro per kilometer. Jean wordt niet belast op het bedrag dat hij van Benny krijgt.
Als Benny een bijdrage “van belangrijke omvang” aan Jean geeft, kan de fiscus die vergoeding beschouwen als een belastbaar inkomen “uit bezoldigd vervoer”. Daarop moet Jean 33 procent belasting afdragen.
Gemeenschappelijk vervoer
Als u carpoolt als onderdeel van het georganiseerd gemeenschappelijk vervoer, hanteert de fiscus andere principes. Stel dat u uw eigen wagen gebruikt en van uw werkgever een vergoeding krijgt voor het carpoolen. Kiest u voor de forfaitaire beroepskosten – u bewijst uw werkelijke kosten dus niet – dan is de vergoeding vrijgesteld tot maximaal de prijs van een treinabonnement in eerste klasse over dezelfde afstand. Krijgt u een vergoeding voor uw individuele woon-werkafstand, dan is die voor 380 euro vrijgesteld. Bewijst u uw werkelijke beroepskosten, dan mag u de carpoolkilometers aftrekken tegen 0,15 euro per kilometer. De volledige vergoeding van uw werkgever is dan wel belastbaar, zonder vrijstelling.
Als u een bedrijfswagen hebt die u gebruikt voor het carpoolen, geeft uw werkgever daarvoor geen vergoeding. Omdat u de auto ook mag gebruiken voor privéverplaatsingen, wordt u belast op een voordeel van alle aard, afhankelijk van de CO2-uitstoot en de cataloguswaarde van de wagen. Als u kiest voor de forfaitaire beroepskosten, dan kunt u van dat belastbare voordeel 380 euro vrijstellen. Maakt het aandeel van het carpoolen minstens 80 procent van het traject uit en mag u de wagen niet gebruiken voor privéverplaatsingen, dan is er geen belastbaar voordeel van alle aard.
Neemt u als passagier deel aan het georganiseerd carpoolen en krijgt u daarvoor een vergoeding van uw werkgever, dan is die vrijgesteld tot maximaal de prijs van een treinabonnement in eerste klasse over dezelfde afstand. Een voorwaarde is dat u uw werkelijke beroepskosten niet bewijst. Doet u dat wel, dan mag u de carpoolkilometers aftrekken tegen 0,15 euro per kilometer, beperkt tot 100 kilometer per enkele rit, of u mag 75 procent van de kosten die u aan de chauffeur betaalt, aftrekken. De vergoeding van uw werkgever is dan volledig belastbaar, zonder vrijstelling.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier