Bijverdienen in België: welke opties zijn er en waarop moet u letten?

Een flexi-job? Wie met vervroegd pensioen is, moet rekening houden met twee begrenzingen. © Getty Images
Dimitri Dewever medewerker Trends

Steeds meer Belgen zoeken naar manieren om extra geld te verdienen naast hun hoofdinkomen. Of u nu een werknemer, een zelfstandige, een student of gepensioneerd bent, er zijn verschillende opties. Juridisch adviseurs Geert Vermeir (SD Worx) en Nico Dieltjens (Xerius) belichten de belangrijkste aandachtspunten. “Wie meer verdient dan dit, betaalt wél belastingen.”

1. Flexi-jobs: de populairste bijverdienste 

Flexi-jobs zijn de jongste jaren sterk uitgebreid en bijzonder populair, en dat in onder meer de horeca, de retail en de schoonmaak. De reden? “Flexi-jobs bieden een fiscaal interessante manier om bij te verdienen zonder dat daar belastingen of sociale bijdragen op betaald moeten worden”, vertelt Geert Vermeir, manager bij het juridisch kenniscentrum van SD Worx. “Zolang u binnen de grenzen blijft, welteverstaan.” Wie minstens vier vijfde werkt als werknemer of ambtenaar, kan een flexi-job uitoefenen. Ook gepensioneerden komen in aanmerking. “Een werknemer kan perfect voltijds aan de slag zijn en daarnaast een flexi-job uitoefenen. Dat is net de bedoeling van dit systeem.”

Er geldt vandaag een maximum van 12.000 euro per jaar voor niet-gepensioneerden (al spreekt het nieuwe regeerakkoord over een uitbreiding van flexi-jobs naar alle sectoren, en een verhoogd maximuminkomen van 18.000 euro per jaar). “Het overzicht van de flexi-inkomsten, kunt u sinds dit jaar raadplegen op mycareer.be. Verdient u meer dan 12.000 euro per jaar, dan betaalt u wél belastingen op het extra bedrag.” Voor gepensioneerden gelden andere regels. “Zij mogen onbeperkt bijverdienen met een flexi-job, behalve als ze de wettelijke pensioenleeftijd nog niet bereikt hebben en minder dan 45 jaar hebben gewerkt. In dat geval ligt de grens op 7.876 euro per jaar. Wie dat bedrag overschrijdt, ziet zijn of haar pensioen dalen.” Verder moeten flexi-jobbers en hun werkgevers opletten voor de loonschalen. “Sinds kort mag het loon bij een flexi-job niet hoger zijn dan 150 procent van het sectorbarema”, waarschuwt Vermeir (ook dat wil de regering-De Wever verhogen).

2. Deeleconomie: fiscaal voordelig, maar let op 

De deeleconomie is een systeem waarbij particulieren diensten aanbieden via door de overheid erkende platformen (lijst beschikbaar op de website van de federale overheidsdienst Financiën). De mogelijkheden zijn breed en variëren van logies en taalondersteuning tot diensten in de transport-, cultuur- en ICT-sector. “Dit is een fiscaal kader waar werkgevers minder mee in aanraking komen”, geeft Vermeir toe. “Een deel van de belastbare inkomsten wordt niet belast.” Het basisbedrag van de belastingvrije som bedraagt 10.570 euro voor het aanslagjaar 2025. Er geldt geen maximaal aantal werkuren.

Advies voor uw portemonnee? Volg Trends Geld ook via WhatsApp Kanalen

Bijverdienen via de deeleconomie kunt op tal van manieren. U kunt bijvoorbeeld wiskundeles geven, huisdieren uitlaten, oppassen, tuinieren of andere kleine klusjes uitvoeren. “De klant betaalt via het onlineplatform, dat het bedrag vervolgens aan u uitkeert. Daarbij wordt automatisch 10 procent bedrijfsvoorheffing ingehouden.”  Voor studenten is dat een aantrekkelijke optie, aangezien zij zich geen zorgen hoeven te maken over het aantal uren dat ze al gewerkt hebben in een studentenjob. “Zelfstandigen moeten wel opletten”, weet Nico Dieltjens, coördinator bij Xerius. “Een zelfstandige tuinman kan bijvoorbeeld niet via een platform zijn diensten aanbieden.”

3. Student-zelfstandige

Studenten die een eigen zaak willen starten, kunnen onder bepaalde voorwaarden het statuut van student-zelfstandige verkrijgen. “Wij beoordelen als sociaal verzekeringsfonds of iemand in aanmerking komt voor dat statuut”, zegt Nico Dieltjens. “De overheid verplicht ons te controleren of een student voldoet aan de voorwaarden. Dit statuut is beperkt tot het derde kwartaal van het jaar waarin de student 25 wordt.” Een student-zelfstandige moet jaarlijks ook minstens 27 studiepunten opnemen in het hoger onderwijs, of minimaal 17 lesuren per week volgen. “Elk jaar checken we of de student nog steeds aan die voorwaarden voldoet”, benadrukt Dieltjens.

Studenten kunnen naast hun zelfstandige activiteit ook andere vormen van werk doen, maar er zijn grenzen. “Wij focussen op de vraag: heeft de student al een ander statuut waarmee hij eigen sociale rechten opbouwt?” klinkt het bij Xerius. Een student die minstens halftijds werknemer wordt of een RSZ-loonvervangend inkomen ontvangt, verliest het voordeelstatuut van student-zelfstandige. “Sommige studenten werken halftijds als loontrekkende. Hoe ze dat combineren met hun studie, weet ik niet, maar dat kan dus gevolgen hebben”, vertelt Dieltjens.

Studenten die zelfstandig willen worden, kiezen vaak voor specifieke sectoren. “We zien veel studenten die werken in het bedrijf van hun ouders”, zegt Dieltjens. “Een klassiek voorbeeld is een student die in de groentewinkel van zijn ouders helpt.” Is dat een eenmanszaak? Dan geldt de student als helper, wat als een toevallige activiteit wordt gezien. In dat geval is een aansluiting als zelfstandige niet verplicht. Is de winkel een vennootschap? Dan moet de student-zelfstandige zich wél aansluiten en een ondernemingsnummer aanvragen. Een belangrijk voordeel is de hoge vrijstellingsgrens. “Studenten die als zelfstandige minder dan 8.500 euro netto belastbaar per jaar verdienen, betalen geen sociale bijdragen”, zegt Dieltjens. Tussen een netto belastbaar (afgerond) jaarinkomen van 8.500 en 17.000 euro geldt een verlaagd tarief van 20,5 procent. Pas boven 17.000 euro betaalt de student dezelfde sociale bijdragen als een gewone zelfstandige. “Daarnaast kan een student-zelfstandige onkosten in mindering brengen, wat het fiscaal interessant maakt.”

4. Verenigingswerk: speciaal toepassingsgebied 

Verenigingswerk biedt een manier om bij te verdienen binnen bepaalde sectoren, zoals sportclubs en culturele organisaties. “Denk aan trainers  en scheidsrechters in een sportvereniging of leraars in een kunstacademie”, verduidelijkt Geert Vermeir. “Maar dit systeem is lang niet voor iedereen beschikbaar. Een doorsnee werkgever kan daar geen gebruik van maken.”

Hoewel verenigingswerk in absolute aantallen minder voorkomt dan flexi-jobs, blijft het een interessante optie voor wie zich wil inzetten in de non-profitsector. Het systeem staat open voor werknemers (die minstens vier vijfde werken), zelfstandigen, studenten en gepensioneerden. “Die activiteiten bouwen geen eigen sociale rechten op, dus ze hebben ook geen invloed op het statuut van student-zelfstandige”, zegt Nico Dieltjens. U kunt per jaar tot 300 uur bijklussen in de socioculturele sector, en 450 uur in de sportsector.

Mag u zomaar bijverdienen? Vermijd fiscale verrassingen 

Niet elke werknemer mag zomaar bijverdienen. “In veel bedrijven staat in de arbeidsovereenkomst dat u toestemming moet vragen, of minstens een signaal moet geven aan hr”, benadrukt Geert Vermeir. Werkgevers willen bijvoorbeeld vermijden dat werknemers overmatig vermoeid raken door een extra job of dat ze bij de concurrentie gaan werken. “Stel dat u vijf dagen per week werkt als boekhouder, en in het weekend als tuinier aan de slag wilt, dan heeft uw werkgever daar normaal gezien niets tegenin te brengen. Maar als u ‘s nachts in een discotheek werkt en daardoor vermoeid bent overdag, dan kan dat een probleem zijn”, geeft Vermeir als voorbeeld. Een werkgever kan niet zomaar elke bijverdienste verbieden. “Een exclusiviteitsbeding is alleen geldig als er een goede en wettige reden voor is, zoals het vermijden van concurrentie of veiligheidsrisico’s.”

Wie verschillende jobs combineert, moet goed opletten voor de belastingen. “Als u voltijds werkt en daarnaast een weekendjob doet, berekenen beide werkgevers de bedrijfsvoorheffing afzonderlijk, zonder rekening te houden met uw totale inkomen; want dat kennen ze niet”, vertelt Geert Vermeir. “Op het einde van het jaar telt de fiscus alles samen en kan het gebeuren dat u moet bijbetalen.” Daarom wordt flexi-jobben vaak als fiscaal voordeliger gezien. “Een flexi-job blijft belastingvrij binnen de limieten. Dat kan een groot verschil maken in wat u netto overhoudt.”

Bijverdienen met een uitkering? Dubbel opletten

Voor wie een sociale uitkering krijgt, zoals een werkloosheids- of ziekte-uitkering, gelden strenge regels rond bijverdienen. “Bij werkloosheid mag u in principe niet bijverdienen, tenzij in uitzonderlijke gevallen, zoals vrijwilligerswerk met goedkeuring van de RVA”, waarschuwt Geert Vermeir.

Ook wie ziek is en een uitkering krijgt, moet goed opletten. “Soms kan werken tijdens ziekte goed zijn voor het herstel, maar u moet altijd toestemming vragen aan het ziekenfonds om te vermijden dat uw uitkering wordt stopgezet.” Bij gepensioneerden ligt het anders. “Bijverdienen kan, maar wie de wettelijke pensioenleeftijd nog niet bereikt heeft of minder dan 45 jaar heeft gewerkt, riskeert dat het pensioen vermindert voor wie boven de grens verdient.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content