Wie bijklust in de deeleconomie moet niet langer 33 procent belastingen betalen, maar 10 procent. Dat is goed nieuws voor onder meer de Uberchauffeurs. Maar wie een kamer verhuurt via Airbnb heeft minder geluk.
Particulieren die diensten aanbieden via elektronische platformen zoals Uber en op jaarbasis minder dan5.000 euro bruto verdienen, moeten vanaf juli 10 procent belastingen op hun inkomsten. Dat heeft de regering vorige maand bekendgemaakt. Al was er nog veel onduidelijkheid over hoeveel belastingen de fiscus afroomt van Airbnb-verhuurders.
Onduidelijkheid Airbnb
Kort na de bekendmaking van de nieuwe fiscale regeling liet Alexander De Croo, minister van Digitale Agenda uitschijnen dat er voor de verhuurders niets verandert. “Airbnb en andere online platformen die de occasionele verhuur van kamers of woningen regelen, vallen niet onder de nieuwe fiscale regeling die in de steigers staat”, klonk het toen.
Jef Wellens reageerde dat verhuurders van Airbnb-kamers onder de nieuwe fiscale regeling vallen zodra zij extra diensten aanbieden zoals een ontbijt of verse lakens. Dat standpunt werd overgenomen door CD&V en N-VA. Ook zij vonden dat Airbnb-verhuurders voor kamers met onbijt wel 10 procent belastingen moeten betalen. Maar hoe zit dat nu?
Diverse inkomsten
In een tweede lezing over de fiscale regeling schept de regering nu duidelijkheid. Als een verhuurder zijn kamer verhuurt, zal de fiscus 80 procent van de verhuurprijs beschouwen als onroerende inkomsten en roerende inkomsten. Bij die categorieën blijft het tarief van 33 procent overeind. Dat schrijft De Tijd.
De overige 20 procent – de zogenaamde diverse inkomsten – valt wel onder het gunstregime van 10 procent. Dat zijn de inkomsten die een verhuurder haalt uit het aanbieden van diensten zoals het aanbieden van ontbijt.
Volgens de horeca-en taxisector is het fiscaal regime voor de deeleconomie geen cadeau voor mensend die occasioneel bijklussen of deelnemen aan de werkelijke deeleconomie. “De regeling is een vrijgeleide voor multinationals zoals Uber, die er een sport van maken om elke wettelijke, fiscale en werkgeversverplichting te omzeilen”, luidt de kritiek. (NS)
