Hoewel omstreden raken de witte kassa’s stilaan ingeburgerd in Vlaanderen. Dat blijkt nog niet het geval in Brussel en Wallonië.
De witte kassa – een overheidsmaatregel die dient om het zwart geld in de horecasector te beteugelen – botste aanvankelijk op regelrechte weerzin bij heel wat horeca-uitbaters. Uiteindelijk is de regering er sinds de invoering ervan op 1 januari toch in geslaagd om via de witte kassa de boekhouding van de horecasector tegen heug en meug voor een groot in kaart te brengen. Althans in Vlaanderen, blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Jan Van Esbroeck (N-VA) van de FOD Financiën te pakken kreeg, meldt Het Nieuwsblad.
Hoewel minder dan 60 procent van de horecasector in ons land ‘Vlaams‘ is, staat 71,5 procent van alle witte kassa’s in Vlaanderen. In Wallonië staan amper 19 procent van de witte kassa’s geregistreerd, terwijl 28 procent van alle zaken er gevestigd zijn. In Brussel is het niet veel beter: daar staat 9 procent van de kassa’s voor 14 procent van alle horecazaken.
Van Esbroeck (N-VA) verwijt de Waalse inspecteurs ‘laksheid’. “Het is net zoals met het rookverbod in de cafés. Vlaanderen toont zich een goede leerling, maar de Franstaligen laten gedijen. We zien wel, denken ze. De inspecteurs zijn ook veel actiever en plichtsbewust dan die in Wallonië,” aldus het parlementslid in een reactie aan Het Nieuwsblad.
Horeca Vlaanderen wijst erop dat iedereen op eenzelfde manier moet worden behandeld. “Wie de wet goed toepast, mag niet de dupe worden. Dit mag niet voor oneerlijke concurrentie zorgen”, waarschuwt gedelegeerd bestuurder Danny Van Assche. Horeca Vlaanderen zoekt in tegenstelling tot N-VA’er Van Esbroeck geen communautair manoeuvre achter het feit dat Wallonië en Brussel achterop hinken. Volgens Van Assche hebben de betrokkenen in Brussel en Wallonië eenvoudigweg te lang een afwachtende houding aangenomen ‘en er hun Latijn niet in gestoken’. (NB/BO)
