De 18 eurolanden zijn er ondanks de crisis in geslaagd hun begrotingstekort stabiel te houden. In het eerste kwartaal bedroeg het tekort in de eurozone 2,7 procent van het bruto binnenlands product (bbp), tegenover 2,6 procent in het voorgaande kwartaal. Dat meldt het Europees statistiekbureau Eurostat.
In vergelijking met de eerste drie kwartalen van 2013 is er wel een duidelijke verbetering, want toen kwam het begrotingstekort in de eurozone telkens boven de 3 procent uit.
In de hele Europese Unie (EU) daalde het begrotingstekort volgens Eurostat van 3,1 in het vierde kwartaal 2013 naar 1,9 procent in het eerste kwartaal 2014. Dat heeft echter te maken met uitzonderlijke eenmalige gebeurtenissen, zoals hervormingen aan het Poolse pensioensysteem.
De overheidsinkomsten van de eurolanden – zoals onder meer belastingen – stemden in het eerste kwartaal van 2014 overeen met 46,8 procent van het bbp, tegenover 46,9 procent in het vierde kwartaal van 2013.
De overheidsinkomsten van de 28 landen van de Europese Unie (EU) bedroegen in het eerste kwartaal 46,6 procent van het bbp, tegenover 45,7 procent van het bbp in het vierde kwartaal van 2013.
Cijfers per land publiceert Eurostat later pas. (Belga/BO)
