Amerikaanse ratingbureaus verlagen Turkse kredietwaardigheid
De Amerikaanse kredietbeoordelaars Standard & Poor’s (S&P) en Moody’s hebben hun rating van Turkije vrijdag verlaagd. Het Britse Fitch neemt nog geen ratingbeslissing maar geeft wel te kennen dat de maatregelen van de regering van Recep Tayyip Erdogan na de val van de Turkse lira ‘ontoereikend’ zijn.
S&P brengt de kredietbeoordeling van Turkije terug van ‘BB-‘ naar ‘B+’, maar houdt het vooruitzicht op ‘stabiel’. ‘Volgens ons heeft de aanzienlijke verzwakking van de lira negatieve fiscale gevolgen, terwijl ook de balansen van bedrijven en de binnenlandse banken nog meer onder druk komen te staan’, luidt het. ‘We voorspellen volgend jaar een recessie. De inflatie zal tijdens de komende vier maanden pieken op 22 procent, om tegen midden 2019 onder de 20 procent te zakken’, zegt de kredietbeoordelaar nog.
Hij wijst er ook op dat het antwoord van de Turkse beleidsverantwoordelijken op de economische oververhitting ‘tot nu toe beperkt’ is geweest.
Ook Moody’s stelt zijn beoordeling van Turkije naar beneden bij, van ‘Ba3’ naar ‘Ba2’ met een ‘negatief’ vooruitzicht. ‘De voornaamste reden voor de verlagen van de rating is de aanhoudende verzwakking van de Turkse openbare instellingen en de daarmee samenhangende vermindering van de voorspelbaarheid van de Turkse beleidsvorming’, zegt de instelling Moody’s wijst op de ‘bezorgdheden over de onafhankelijkheid van de centrale bank’ in Turkije en ‘het gebrek aan een duidelijk en geloofwaardig plan’ om de financiële problemen aan te pakken. De kredietbeoordelaar zegt dat de inflatie ‘waarschijnlijk verder wordt gevoed’ door de huidige omstandigheden die ook de economische groei ondermijnen.
Fitch paste zijn rating nog niet aan, maar stelt net als S&P en Moody’s niet tevreden te zijn met de maatregelen van de Turkse regering. ‘Turkije’s onvolledige antwoord op de waardevermindering van de lira heeft op zichzelf weinig kans om de munt en de economie duurzaam te stabiliseren’, zegt het ratingbureau. Ook Fitch wijst onder meer nog op het belang van een onafhankelijke centrale bank.