Alleen vooruitgang voor laagste lonen

Arbeiders en bedienden wennen er maar beter aan. In 2013 en 2014 krijgen ze geen collectieve opslag. Alleen indexeringen en baremaverhogingen zijn nog toegestaan. Een uitzondering is er voor de laagste lonen. Zij genieten van een gunstigere berekening van de werkbonus.

De loonlasten liggen te hoog in België. Tegenover onze buurlanden Nederland, Duitsland en Frankrijk hebben we aan concurrentiekracht ingeboet. Om de kloof te verkleinen, besliste de regering-Di Rupo dat er in 2013 en 2104 geen collectieve loonsverhogingen afgesproken mogen worden tussen werkgevers en werknemers. Alleen indexeringen en baremaverhogingen zijn nog toegestaan. En ook tegen individuele afspraken – bijvoorbeeld een werknemer die een hoger salaris krijgt omdat hij anders opstapt – kan niets worden ingebracht. De enige categorie waarvoor een uitzondering is gemaakt, is die van de laatste lonen. Zij krijgen alvast een meer gunstige berekening van hun werkbonus. Om ervoor te zorgen dat het de moeite loont om te gaan werken, krijgen ze een vermindering van sociale bijdragen. Bovenop krijgen ze nog een vermindering van bedrijfsvoorheffing. Die laatste vermindering – een percentage van het bedrag van de daadwerkelijk verleende werkbonus – wordt vanaf het inkomstenjaar 2013 verhoogd van 5,7% naar 8,95%. Tot de laagste lonen behoren lonen tot 2.385,41 euro bruto per maand. (MVL)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content