Het probleem van de bedrijfswagens: ‘Vroeger werd het rijden met de wagen belast. Nu belast men het bezit’
De komende drie dagen kaarten de vijf fiscale columnisten van Moneytalk een aantal anomalieën in onze personenbelasting aan. Vandaag: waar liep het fout met de bedrijfswagens?
In 2017 bestelde Johan Van Overtveldt (N-VA), toen minister van Financiën, een rapport bij de Hoge Raad van Financiën. Die moest zich buigen over een rationalisering van de personenbelasting. Trends bracht zijn vijf fiscale columnisten op 4 maart – nog voor de lockdown – samen om hetzelfde te doen. Toen al voorspelden ze dat de experts van de Hoge Raad van Financiën niet tot een vergelijk zouden komen. Ze kregen gelijk.
Er is wel een voorstel dat door zeven van de tien experts van de Hoge Raad gedragen wordt. Er is sprake van een belasting op de reële huurinkomsten en op de meerwaarde bij de verkoop van aandelen en onroerende goederen, maar ook van een halvering van de roerende voorheffing van 30 naar 15 procent. Er zouden ook een aantal belastingverminderingen, vrijstellingen en gunstregimes moeten sneuvelen, waaronder dat van de bedrijfswagens. Maar drie van de tien experts scharen zich dus niet achter die voorstellen.
Zowat alle fiscalisten zijn het erover eens dat er ‘iets’ moet gebeuren, maar expliciteren wat er moet gebeuren is niet zo gemakkelijk. Onze columnisten Koen Van Duyse (Tiberghien), Jef Wellens (Wolters Kluwer), Michel Maus (Bloom Law), Jan Tuerlinckx (Tuerlinckx Tax Lawyers) en Anton van Zantbeek (Rivus) lieten hun licht schijnen op een aantal hete hangijzers uit de fiscaliteit. Voor wie het zich afvraagt: we hebben onze columnisten van oud naar jong opgesomd. De oudste is van 1965 en de jongste van 1972. En wij zijn ons ervan bewust dat er vrouwen in het rijtje ontbreken. Bij deze een warme oproep aan vrouwelijke kandidaten met een vlotte pen. Het eerste hete hangijzer: het probleem van de fiscaal voordelige bedrijfswagens.
Eind jaren 90 was alles anders
Slechts een van onze columnisten weet nog hoe het gunstregime voor de bedrijfswagens tot stand kwam. “Toen ik afstudeerde in 1988 werd het voordeel van alle aard van de bedrijfswagens berekend in functie van het aantal privé gereden kilometers. Zoals het hoort te zijn”, legt Koen Van Duyse uit. “Aan het eind van de jaren negentig was er een zwaar fiscaal onderzoek naar de bedrijfswagens van de kabinetten. Daar werd het principe van de privé gereden kilometers niet toegepast. De fiscale administratie heeft dan voor het eerst een regeling afgesloten, waarmee het aantal privé gereden kilometers geplafonneerd werd op 5000 kilometer per jaar voor werknemers die op minder dan 10 kilometer van hun werk woonden, en op 7500 kilometer voor werknemers die verder van hun werk woonden.” Jef Wellens weet wel nog dat de regering-Di Rupo de formule heeft aangepast, zodat het voordeel minder flagrant werd.
“Vroeger werd het rijden met de wagen belast. Nu wordt het bezit belast”, merkt Jan Tuerlinckx op. Tot de jaren negentig werd het ontmoedigd om privé veel met een bedrijfswagen te rijden, maar in het huidige systeem niet meer. Koen Van Duyse: “Het zou gemakkelijk zijn om terug te keren naar het vroegere systeem. We moeten gewoon de oude regeling kopiëren. Vroeger moest je een soort rittenkaart bijhouden. Nu kan dat gemakkelijk met de smartphone en de moderne technologie.”
Tegen de wet
Wanneer Jan Tuerlinckx opmerkt dat die regeling tegen de wet inging, antwoordt Van Duyse dat je alles in de juiste context moet plaatsen. “Politici uit alle hoeken van het land, en hun medewerkers, moesten zich elke dag naar Brussel verplaatsen. De ene minister of parlementariër woont vlakbij, de andere moet 100 km per dag afleggen. Die laatste zou een zeer hoog belastbaar voordeel genieten, en dus veel belastingen moeten betalen, want het woon-werkverkeer valt volgens de wetgeving onder privégebruik. Dat was politiek niet haalbaar.”
“Zoals mijn collega Rik De Blauwe altijd zegt: geef een belastingplichtige een forfait en hij maakt er misbruik van”, voegt Koen Van Duyse er nog aan toe. “De regeling van de kabinetten werd via circulaires en wetgeving algemeen geldend gemaakt. Iemand die privé 15.000 km reed, werd daarna nog maar belast voor 5000 km.” Jan Tuerlinckx vindt het paradoxaal dat de samenleving er zich meer en meer van bewust is geworden dat een auto vervuilend is en dat we minder met de auto zouden moeten rijden, terwijl de fiscaliteit de omgekeerde beweging heeft gemaakt.
De werkelijke waarde
Onze columnisten zijn het erover eens dat de privé gereden kilometers de werkelijke waarde uitmaken van een bedrijfswagen, en ze vinden dat die werkelijke waarde moet worden belast. Anton van Zantbeek vindt echter niet dat België het kan maken de bedrijfswagens extra te belasten, omdat we nu al meer dan 50 procent belastingen betalen op inkomsten boven 40.000 euro per jaar.
Koen Van Duyse vindt ook dat de inkomensgrens voor de hoogste belastingtarieven omhoog moet vooraleer de fiscale onrechtvaardigheid van de bedrijfswagen kan worden aangepakt. Volgens Jef Wellens zal de politiek niet verder gaan dan de formule wat aan te scherpen om het voordeel van alle aard van de bedrijfswagen te berekenen.
Hervorming van de personenbelasting
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier