Studenten studeren liever op papier

Studenten aan het werk in de Centrale Bibliotheek van de KU Leuven
Roeland Byl redacteur bij Trends

Zelfs digital natives studeren het liefst op papier. Dat blijkt uit een enquête van de uitgeverij Van In bij 300 studenten in het hoger onderwijs.

“We wilden weten hoe ze studeren, om ons toekomstige aanbod daar beter op af te stemmen”, zegt Winfried Mortelmans, de algemeen directeur van Van In. Van In is de grootste educatieve uitgever in België. De uitgeverij is een onderdeel van de Finse groep Sanoma en publiceert voor het hoger onderwijs onder de imprint De Boeck.

Is het niet logischer docenten te laten bepalen op welke drager hun lesmateriaal het beste tot zijn recht komt?

WINFRIED MORTELMANS. “Het hoger onderwijs ziet veel toekomst in digitale leerplatformen. We hebben voor de uitbouw van ons lesmateriaal veel contacten met docenten, maar veel minder met studenten. Wij vonden het belangrijk eens te kijken hoe zij met het lesmateriaal omgaan.

“We hebben de kwantitatieve bevraging aangevuld met twee kwalitatieve groepsinterviews. Het blijkt dat het vaak voorspelde einde van papieren cursusmateriaal er niet zit aan te komen. Ruim de helft van de studenten (51%) geeft aan dat ze nog op papier studeert, een ander deel (45%) maakt de combinatie met digitale inhoud en slechts een klein aantal (4%) kiest exclusief voor digitaal.”

Zijn investeringen in digitaal lesmateriaal dan een verspilling?

MORTELMANS. “Wij zien een grote meerwaarde van digitale middelen in het leerproces. Studenten geven trouwens aan dat ze oefenmateriaal juist het liefste digitaal gebruiken. Ze studeren op papier, soms aangevuld met bijvoorbeeld een slideshow van de docent, maar verkiezen digitale toepassingen voor het drillen.

“Daar zijn wel een aantal bedenkingen bij te maken. Zo spreken de studenten wel een voorkeur uit voor digitaal oefenmateriaal, maar het gebruik ervan blijkt heel wat lager te liggen. Die paradox is onder andere te wijten aan de schaarse opvolging. De meeste docenten geven nauwelijks feedback op die digitale oefeningen.

“We bekijken als uitgever hoe we het digitale het beste kunnen gebruiken om het leerproces te versterken. Het is niet omdat studenten allemaal een smartphone hebben, dat alles digitaal moet zijn. We geloven rotsvast in de toekomst van digitale leerplatformen, maar je moet elk medium didactisch op het juiste moment inzetten.”

Dat werkt toch niet voor alle vakken en docenten even goed?

MORTELMANS. “Er zijn inderdaad nog grote verschillen tussen docenten. De ene omarmt de nieuwe mogelijkheden, terwijl de andere zweert bij zijn oude gewoontes. De meerwaarde voor digitale toepassingen is bijvoorbeeld ook minder bruikbaar in de rechtsfaculteit dan in de geneeskundefaculteit, waar met behulp van virtuele realiteit een grote leerwinst te boeken valt.

“In het ideale model combineert een docent technologische, pedagogische en inhoudelijke vaardigheden. Op het kruispunt van die drie kan hij bepalen waar in zijn vak de meeste leerwinst te behalen is. Als uitgever houden wij dat mee in de gaten en spelen we in op de trend naar digitalisering en flexibilisering van de leerinhoud. Wij hebben meer dan 2000 auteurs, die didactisch onderbouwd materiaal aanleveren. De kwestie is dat flexibel te kunnen inzetten. Een boek publiceren is nog steeds mogelijk, maar we bieden docenten bijvoorbeeld sinds dit jaar ook de mogelijkheid via een digitaal platform hun cursus flexibel per hoofdstuk samen te stellen, al dan niet aangevuld met eigen materiaal. De output is dan wel nog op papier, maar de digitale verzameling hoofdstukken laat toe flexibel en up-to-date cursusmateriaal te leveren.”

Op termijn is een volledige digitalisering toch onvermijdelijk?

MORTELMANS. “Ik zou dit geen overgangsperiode noemen. Er wordt te gemakkelijk gezegd dat papier uiteindelijk zal verdwijnen, terwijl onze enquête juist bevestigt dat papier standhoudt. Een ander evenwicht, waarbij papier en digitaal elkaar aanvullen, is logisch. Studenten die samen in bibliotheken studeren, doen dat net omdat ze de digitale afleiding tijdelijk willen bannen, om te kunnen focussen. Tot nader order blijft papier de geliefkoosde drager voor het echte instuderen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content