Brent Bleys en Jonas Van der Slycken

‘Oneindige groei is achterhaald, maar de oproep tot creativiteit valt in dovemansoren’

Brent Bleys en Jonas Van der Slycken docent en doctoraatsstudent aan de vakgroep Economie van de UGent

“We kunnen niet oneindig blijven groeien op een begrensde planeet. Helaas leidt die bedenking nog vooral tot defensieve reacties in plaats van creatieve oplossingen voor een dringend probleem.” Dat zeggen Brent Bleys en Jonas Van der Slycken, respectievelijk docent en doctoraatsstudent aan de vakgroep Economie van de UGent.

De open brief waarin 238 academici stellen dat Europa geen behoefte heeft aan meer groei, maar eerder gebaat is met een stabiliteits- en welzijnspact, blijft beroeren. Het debat dat de laatste weken gevoerd werd in zowat alle kranten, stelt echter teleur – zowel vanuit inhoudelijk als journalistiek oogpunt. Een aantal hoofdeconomen kreeg een forum om te reageren, maar ze verzaakten een antwoord te geven op de meest pertinente vragen. Deze werden jammer genoeg ook nooit gesteld door de interviewers.

Op die manier werd er uiteindelijk geen gehoor gegeven aan de essentie van de postgroeibrief. Die valt samen te vatten in de volgende vraag: hoe kunnen we ons economische model heroriënteren, zodat we in staat zijn welvaart op een rechtvaardige manier te verdelen en planetaire grenzen te respecteren?

Oneindige groei is achterhaald, maar de oproep tot creativiteit valt in dovemansoren.

Dooddoeners

De vele defensieve reacties tonen duidelijk aan dat academici een zeer gevoelige snaar raken, maar de oproep tot meer creativiteit bij politici, beleidsmakers en economen valt grotendeels in dovemansoren. Het debat verviel dan ook snel in traditionele dooddoeners, zoals het stellen dat economische groei niet centraal staat in beleidsvoering. Nochtans luidt de eerste zin in het regeerakkoord van onze huidige federale regering: “Het is onze ambitie een groeibeleid te voeren om ons concurrentievermogen te versterken en op deze manier ervoor te zorgen dat onze ondernemingen extra banen creëren.”

Ook de Europese 2020 Strategie stelt groei en banen voorop, al is er hier sprake van slimme, duurzame en inclusieve groei. Waarom niet gewoon duurzaamheid en inclusiviteit vooropstellen, los van groei? Ontkennen dat vandaag prioriteit wordt gegeven aan economische belangen, getuigt van weinig realisme. Die economische belangen staan nog zeer vaak een doortastend milieu- en klimaatbeleid in de weg.

De vele defensieve reacties tonen duidelijk aan dat academici een zeer gevoelige snaar raken.

Volgens een ander veelgehoord argument zijn groei en duurzaamheid verzoenbaar. In de realiteit wijst niets echter op een positief verband tussen de twee. Zo constateren we dat efficiëntiewinsten niet noodzakelijk leiden tot verminderde ecologische impact en gereduceerd grondstoffengebruik. Een concreet voorbeeld vinden we bij wagens met een efficiënter brandstofverbruik. Doordat die ons ertoe brengen om net meer te gaan rijden, doen ze het mogelijk positieve effect teniet.

Binnen de eigen landsgrenzen kan groei duurzaam en groen lijken, maar een allesomvattend perspectief zoals de ecologische voetafdruk toont ons dat de milieukosten van onze consumptie simpelweg doorgeschoven worden naar andere regio’s én de toekomst.

Ten slotte werd regelmatig gesteld dat postgroei tegen menselijke inventiviteit ingaat, terwijl het net menselijk vernuft en gedurfd denken stimuleert. Als we werkelijk grondstoffenverbruik en de impact op het milieu willen inperken, zullen we alle menselijke creativiteit kunnen gebruiken om zo efficiënt en effectief mogelijk om te springen met de beschikbare grondstoffen. Sterker nog, duidelijke grenzen stellen aan grondstoffengebruik en afvalstromen zal niets minder doen dan een ongeziene bron aan creativiteit ontluiken.

We kunnen niet oneindig blijven groeien op een begrensde planeet.

Naast de inhoudelijke argumenten verschuilt men zich ook achter de globale context. Door te stellen dat de invloed van België, en bij uitbreiding Europa, ontoereikend is om oplossingen te bieden voor een wereldwijd probleem, schuift men de eigen verantwoordelijkheid gewoon weg. En dit terwijl een ecologisch planetair perspectief vooralsnog ontbreekt.

Urgentie

Het negeren van de centrale vragen van de academici toont een gebrek aan erkenning van de urgentie van de ecologische problemen waarmee we vandaag geconfronteerd worden. Johan Rockström en collega’s pleitten vorig jaar in Science voor het introduceren van een Carbon Law, een vuistregel die stelt dat we vanaf 2020 elk decennium onze CO2-uitstoot moeten halveren om het klimaatakkoord van Parijs een kans te geven. Tegelijkertijd stellen Nicholas Stern en Joseph Stiglitz dat we dringend behoefte hebben aan een hoge koolstofprijs om de doelstellingen van Parijs op een kosteneffectieve manier te halen – een prijs die oploopt van 40 à 80 dollar per ton CO2 in 2020 tot 50 à 100 dollar in 2030.

De globale CO2-uitstoot piekte echter in 2017 (+1,6% ten opzichte van 2016) en vandaag de dag wordt op slechts één vijfde van alle emissies een lage koolstofprijs betaald. We slagen er met andere woorden niet in die uitdaging op een afdoende manier het hoofd te bieden, laat staan dat we een antwoord vinden voor de andere planetaire grenzen die we momenteel overschrijden, zoals het verlies aan biodiversiteit en de verstoring van de fosfor- en stikstofcycli.

Geen enkele van de reacties in het debat rond de open brief gaat in de richting van het formuleren van een antwoord op de uitdagingen.

Geen enkele van de reacties in het debat rond de open brief gaat in de richting van het formuleren van een antwoord op deze uitdagingen. We kunnen niet oneindig blijven groeien op een begrensde planeet, en de academici die de brief ondertekenden, vragen dan ook aan beleidsmakers dat ze creatief nadenken over oplossingen. Oplossingen waarbij er wordt afgestapt van het klassieke groeidenken op korte termijn, en die vertrekken vanuit een duurzame toekomstvisie die het respecteren van planetaire grenzen vooropstelt. “Hoeveel is genoeg?” “Hoe lang dienen we nog verder te groeien?” “En hoeveel groei kan onze eindige biosfeer nog aan?” Het zijn vragen die niet gesteld, en dus ook niet beantwoord worden.

Pensée unique

Ver weg van wat moet doorgaan voor het publieke debat zijn er gelukkig wel plaatsen waar academici, politici, beleidsmakers en ngo’s de kans grijpen om op een open en eerlijke manier te discussiëren, te luisteren en van perspectief te wisselen. Hopelijk vormt de postgroeiconferentie in het Europese Parlement zo alsnog het startpunt voor een echt debat in België, Europa en bij uitstek de hele wereld. Een debat waarin alle opties om tot een rechtvaardige en duurzame samenleving te komen in alle ernst overwogen worden en waarin economische opleidingen, economische berichtgeving en het economisch beleid een ander verhaal kunnen beginnen vertellen.

Alle opties om tot een rechtvaardige en duurzame samenleving te komen, moeten in alle ernst overwogen worden

Studenten verenigd in de internationale beweging Rethinking Economics hebben de boodschap alvast begrepen. Ze overstijgen het pensée unique en ijveren voor meer pluralisme binnen het economisch curriculum. Hoe de toekomst eruit zal zien, weet niemand. Maar gezien we ze zelf vormgeven, kunnen we ons best behoeden voor ecologische ongeletterdheid en ruimdenkend zijn als het op oplossingen aankomt. Wat op het spel staat, is immers niet de stabiliteit en hegemonie van een bepaald economisch paradigma, maar wel het verzekeren van een stabiele, veilige en rechtvaardige plaats waarin we als mensheid kunnen floreren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content