Onderneemster Anne Everard ziet in energiebeheer de oplossing voor burn-outs

ANNE EVERARD "Burn-out doet je alles herbekijken." © Karel Duerinckx
Benny Debruyne
Benny Debruyne Redacteur van Trends

Niet alleen werknemers, maar ook ondernemers krijgen burn-outs. Anne Everard ondervond het aan den lijve en legt uit hoe ze dankzij een sterk beeld leerde hoe ze haar energie kon beheren.

“Ik heb altijd goed en veel gewerkt”, zegt Anne Everard. De juriste begon haar loopbaan in een bekend advocatenkantoor, ging als juridisch en hr-directeur aan de slag bij een telecombedrijf en had daarna een topfunctie op een ministerieel kabinet. In 2011 werd ze ondernemer. Samen met haar partner Jan Puype startte ze met Read My Lips het eerste sprekersbureau op in ons land. Wie ondernemers als Wouter Torfs, Inge Geerdens of Johnny Thijs wil boeken voor een lezing, komt bij Read My Lips terecht. Everard is niet langer actief in het bedrijf. Een burn-out dwong haar tot een transformatie. Omdat de stroom boeken over burn-out niet vertrekt vanuit mensen met burn-out, schreef ze 50 lepeltjes energie per dag. Je praktische gids om een burn-out te voorkomen en genezen.

In plaats van werken als een marathon op te vatten, kun je het beter zien als een aaneenschakeling van korte sprints.

“Ik had twee kinderen, maar ik bleef voltijds werken. Naarmate de kinderen ouder werden, kregen ze meer activiteiten. Hen overal naartoe brengen, was een extra job. Ik wilde dat ze sportten, muziek en Engels leerden en naar de scouts gingen. We wilden dat ze alles deden, en dat was te veel. Ik moest mijn ambitie terugschroeven om een perfecte moeder te zijn. Zolang alles goed loopt, gaat dat, maar zodra ergens iets misloopt, zegt je lichaam ‘neen’. Voor mij was dat de inhoud van Read My Lips. Het bedrijf opstarten was leuk en paste bij mijn persoonlijkheid. Sprekers ‘verkopen’ was dan minder mijn ding. Maar alles ging zo snel dat ik me niet afvroeg of ik wel gelukkig was.”

ANNE EVERARD
ANNE EVERARD “Mensen die richting burn-out gaan, verbruiken vaak jarenlang te veel energie.”© Karel Duerinckx

Stijging

De eerste tekenen van burn-out herkende ze niet, zelfs niet na een doktersbezoek. “Onze dokters hebben nog geen informatie over burn-out, leren er weinig of niets over in hun opleiding”, ontdekte de juriste. Voor Everard was het te laat. Een paar maanden voor ze dichtklapte begon ze slecht te slapen, werd ze cynisch en verdampte het plezier in haar werk. “Op een zaterdagochtend werd ik wakker en kon ik niet meer rechtstaan. De eerste maanden heb ik achttien uur per dag geslapen. De rest van het eerste jaar ging het van mijn bed naar de zetel en weer terug. Ik had nul energie. Het tweede jaar begon ik te begrijpen wat er aan de hand was en heb ik de juiste dingen gedaan om erbovenop te komen.”

Everard is niet de enige. Volgens de hr-dienstenleverancier Securex steeg het aantal bedienden dat lijdt aan burn-out tussen 2014 en 2017 met ruim de helft tot 17 procent. Sinds het in 2017 zijn codificatie veranderde, publiceert het Riziv ook cijfers over het aantal loontrekkenden en zelfstandigen met burn-out dat meer dan een jaar thuis zit ( zie kader). “Van wie langer dan drie maanden wegvalt, komt maar de helft terug naar de onderneming”, zegt Anne Everard. “Burn-out doet je alles herbekijken. Als iemand langer dan een jaar wegblijft, kun je beter iemand anders zoeken. Het is misschien hard om te zeggen, maar als leidinggevende moet je oplossingen zoeken.”

Terwijl depressie een stemmingsziekte is, is burn-out een energieziekte. Mensen gaan zolang door op wilskracht dat ze de reserves van hun lichaam opsouperen. “Je hoofd wil nog wel, maar je lichaam laat het niet meer toe”, zegt Anne Everard. Je lichaam klapt dicht uit zelfbescherming en dwingt je je reserves weer aan te vullen. Elke burn-out is het resultaat van een persoonlijke cocktail van oorzaken, maar de manier waarop organisaties het werk organiseren, is een belangrijke factor. Het Amerikaanse zakenblad Harvard Business Review citeerde afgelopen zomer onderzoek van Connected Commons, waaruit bleek dat managers 85 procent of meer van hun tijd spenderen aan e-mail, vergaderingen en telefoneren. Werken wordt zo één lange marathon, waarin geen tijd is voor recuperatie.

Onderneemster Anne Everard ziet in energiebeheer de oplossing voor burn-outs

Sprints

In plaats van werken als een marathon op te vatten, kun je het beter zien als een aaneenschakeling van korte sprints, zegt de Amerikaanse psycholoog Jim Loehr in zijn boek Altijd scherp. De productiviteitsexpert begeleidde onder meer toptennissers als Pete Sampras en Monica Seles. Hij beschrijft hoe tennissers de hoge intensiteit van een punt spelen, afwisselen met een korte fase van ontspanning voor het volgende punt. Vaak hebben ze een ritueel, zoals even naar de achterlijn gaan en de handdoek vragen. In die korte momenten van ontspanning vullen ze hun energievoorraad weer aan. Dat ze die momenten goed gebruiken, is een van de redenen van het succes van topspelers, legt Loehr uit, want je energie managen betekent waken over hoeveel energie je verbruikt, maar ook je voorraad op tijd weer aanvullen.

Om uit te leggen hoe je je energie kunt beheren, leende Anne Everard het beeld van 50 lepeltjes energie van de Amerikaanse Christine Miserandino, die een chronische auto-immuunziekte kreeg. “Een gezond mens staat op met 50 lepeltjes energie”, legt Anne Everard uit. “Alles wat je doet, kost een, twee tot drie lepeltjes. ‘s Nachts vul je die lepeltjes weer aan. Wie een nachtje slecht slaapt, begint de dag met 45 lepeltjes, maar vult zijn voorraad daarna weer aan. Mensen die richting burn-out gaan, verbruiken vaak jarenlang veel meer dan 50 lepeltjes. Tijdens hun burn-out valt hun energiepeil terug op nul en weten ze niet hoeveel energie ze de volgende dag zullen hebben.” Anne Everard nam de eerste maanden van haar burn-out bijvoorbeeld een bad in plaats van een douche omdat dat maar één lepeltje energie verbruikt, tegenover drie voor douchen.

Genoeg slapen, gezond eten, voldoende bewegen en plezier hebben in wat je doet, vullen je energievoorraad aan. Hoewel mensen dat wel weten, houden ze zich er vaak niet aan. Zeker mensen die richting burn-out gaan, beknibbelen op hun slaap, slaan het ontbijt over en doperen zich met de korte kicks van koffie en cola, bewegen enkel de afstand van hun auto naar hun bureau en terug, en maken zoveel todolijstjes dat ze geen tijd meer maken voor zichzelf.

“Elke mens moet zelf zorgen dat hij goed slaapt, eet en beweegt”, zegt de Waals-Brabantse. “De werkgever kan helpen door informatie te verspreiden, maar moet ook een omgeving creëren waarin naast druk en cijfers ook het menselijke een plaats krijgt. Zorg voor recuperatie tussen grote projecten, in plaats van het ene grote project het andere te laten opvolgen. Als het bedrijf de schuld legt bij de werknemer en omgekeerd, dan komen we niet vooruit. Tot ze hun burn-out krijgen, zijn die mensen vaak de beste werknemers.”

Invaliditeit wegens burn-out

Het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (Riziv) maakt een schatting van het aantal mensen dat een invaliditeitsuitkering krijgt wegens burn-out. Die valt in de ziektegroep pyschische stoornissen. Voor 2017 was het niet mogelijk de cijfers voor burn-out af te zonderen, maar sinds dat jaar gebruiken de ziekenfondsen en het Riziv een nieuwe codificatie voor ziektebeelden, waardoor psychische stoornissen nauwkeuriger worden beschreven. Onderstaande cijfers hebben betrekking op mensen die meer dan een jaar arbeidsongeschikt zijn. Voor kortere periodes heeft het Riziv geen cijfers.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content