Luc Tack (CEO Picanol): ‘Er zijn hier betere managers dan ik’

© TR
Bert Lauwers
Bert Lauwers redacteur bij Trends

Luc Tack verzekerde zich op vrijdag 26 juli van zijn tweede nominatie op rij voor Trends Manager van het Jaar. Die dag maakte de CEO van Picanol bekend dat hij ruim een kwart van de aandelen van het chemiebedrijf Tessenderlo Group had verworven.

Trends bekroont op woensdag 8 januari 2014 voor de 29ste keer de Manager van het Jaar, de meest prestigieuze individuele onderscheiding voor een bedrijfsleider in ons land. We stellen iedere week twee genomineerden aan u voor.

Stellen dat Luc Tack ons vol enthousiasme onthaalt, is een zwaar overstatement. “Ik had die nominatie voor Manager van het Jaar het liefst niet gehad. Veel liever zou ik in alle rust een jaar doorwerken. Maar goed, ik wil helpen waar dat nodig is”, lacht Tack.

Nochtans kon de 52-jarige Deinzenaar de bui al zien hangen, toen hij deze zomer verrassend zorgde voor de Vlaamse verankering van Tessenderlo Group. Bijna in één adem hield hij een pleidooi voor de hertekening van ons sociale model. Bovendien is Tack doordrongen van positivisme over de toekomst van onze maakindustrie. Het zorgde er allemaal voor dat de mediaschuwe ondernemer volop in de spotlichten stond en werd geprezen door captains of industry als Luc Bertrand en Paul Buysse en door toppolitici als Johan Vande Lanotte.

Maar Tack wuift de lofbetuigingen resoluut van de hand. “Ik ga eerlijk zijn: er zijn hier betere managers dan ik. Als ondernemer ben je ook wel creatief, maar die creativiteit moet je kanaliseren via sterke en gedisciplineerde managers. Ik stuur hen alleen maar aan.”

Financiële en industriële investering

Vier jaar geleden redde Tack Picanol van de ondergang. In volle economische crisis durfde hij het als enige aan geld te pompen in het toen noodlijdende bedrijf. Tack kocht de ruziënde familiale aandeelhouders uit en trok het bedrijf in recordtijd uit het moeras. “Ook dit jaar draaien we een zeer sterk jaar”, zegt Tack. “We hebben een groot vertrouwen in de toekomst. We geloven dat de wereld vooruitgaat. Studies wijzen uit dat 500 miljoen mensen uit de armoede naar de middenklasse evolueren. Het textielverbruik stijgt dan gigantisch.” Tack verwacht wel dat in 2014 tijdelijk wolken aan de horizon staan. “We weten dat we momenteel een dure euro hebben”, zegt de CEO, die zich verder niet al te veel zorgen maakt. “We zitten nu eenmaal in een cyclische business. De trend op lange termijn is dan wel stijgend, maar de investeringsgolven gaan veeleer in horten en stoten.”

Tack zorgde eind juli voor een grote verrassing op de Brusselse beurs door 192 miljoen euro op tafel te leggen voor het pakket van 27,5 procent in Tessenderlo van de Franse overheidsholding SNPE. Tack, die ook de garenleverancier Oostrotex en de stoffenproducenten Ter Molst en Symphony Mills controleert, had zijn huiswerk grondig gemaakt. “Het is een combinatie van een financiële en een industriële investering. Tessenderlo is sterk in Europa en Amerika. Wij halen onze inkomsten vooral uit de verre export naar groeimarkten. We krijgen dus meer stabiliteit in onze groepsinkomsten. Bovendien zorgt het voor aanvullende kennis.”

Dat het Tessenderlo momenteel minder voor de wind gaat en de aandelenkoers van de chemiegroep een opdoffer heeft gekregen, deert Tack niet. “We zijn investeerders op lange termijn. Kortetermijnzaken hebben daar geen impact op.” Over de recente stakingsactie in de vestiging van Tessenderlo in Ham houdt Tack zich op de vlakte. “Als je de situatie niet kent, moet je erover zwijgen. Ik geloof trouwens altijd dat iedereen het beste voorheeft. Ik ga uit van de beste bedoelingen.”

Eigen pot

Het helpt dat Picanol zelfs na de aankoop van het Tessenderlo-belang niet naar adem hoeft te happen. “We hebben geen bankschulden en zijn gezond. We doen altijd een stresstest van ons eigen bedrijf, waarin we de moeilijke periode van 2008 en 2009 opnieuw simuleren en kijken of we genoeg financiële buffers hebben om zoiets weer aan te kunnen. De crisis heeft ons een lesje geleerd.” Of dat ook een lesje is voor andere bedrijven? “Wij koken onze eigen pot. Mijn vader zei: ‘Iedereen kijkt in zijn bord'” (lacht).

Picanol investeert dit jaar 17,5 miljoen euro, onder meer in een nieuwe montagehal en een nieuw trainingscentrum. De voorbije zomer werd ook de capaciteit van de gieterijafdeling Proferro flink verhoogd. Proferro produceert onderdelen voor bedrijven als Atlas Copco of Caterpillar, maar ook voor eigen weefmachines. “Gieterij klinkt niet modern, maar het is wel hightech”, benadrukt Tack. Picanol, dat ook de elektronica-afdeling PsiControl omvat (“ons kleine Siemens”), investeert ook verder in de automatisering bij Proferro. “Zo kunnen we de loonkosten, een zware handicap voor een maakindustriebedrijf in België, gedeeltelijk compenseren.”

Iedereen aan het werk

Tack weigert mee te gaan in het pessimisme over de loonkosten in België. “Ik ben ervan overtuigd dat het loonkostenprobleem wordt opgelost. Uiteindelijk zal de politiek de juiste beslissingen nemen. Ik kan me niet voorstellen dat iedereen zin heeft om de dieperik in te gaan. Iedere beleidsdrager wil toch goed doen en vooruitgaan? Oké, soms zit de boel geblokkeerd, maar op zeker moment wordt de druk te groot. En de fysica zegt dat onder hoge druk alles vloeibaar wordt (lacht). Dus dat wordt opgelost.”

“Ik twijfel er ook geen minuut aan dat we iedereen aan het werk kunnen krijgen. Er zijn genoeg creatieve oplossingen te vinden. Een nieuw sociaal model? We willen toch niet evolueren naar een maatschappij waarin we onze scholen of gezondheidszorg niet meer kunnen betalen? Ik hoop dat uit de verkiezingen een hoop capabele mensen komen die stappen vooruit gaan doen.”

Partner Content