‘WIR SCHAFFEN DAS’

“Er is gigantisch veel talent in de culturele wereld dat door gebrek aan middelen niet kan bovendrijven. Daar willen we iets aan doen”, zegt Fernand Huts, de voorzitter van Katoen Natie. De groep verhoogt haar cultuurbudget tot 8,12 miljoen euro per jaar.

Het is een pijnlijke vaststelling dat de musea – en bij uitbreiding de cultureelerfgoedsector – al decennia ondergefinancierd worden.” Dat is een van de conclusies van een gezamenlijke visienota die 21 Vlaamse musea – waaronder het In Flanders Fields Museum in Ieper, het S.M.A.K. in Gent, het MAS in Antwerpen en M – Museum in Leuven – onlangs overhandigden aan minister van Cultuur Sven Gatz (Open Vld). Ook vorige zomer trokken ze aan de alarmbel. Samen krijgen ze per jaar 8,12 miljoen werkingssubsidies van de Vlaamse overheid. Ze eisten minstens een verdubbeling van dat budget. “Het welzijn van een hele sector staat op het spel”, waarschuwde Carmen Willems, de directeur van het Gallo-Romeins Museum in Tongeren, in De Standaard.

“Cultuur is een van onze beste sectoren, maar de overheid plooit zich meer en meer terug”, reageerde Fernand Huts, de voorzitter van Katoen Natie Groep, vorige week op een persconferentie. “De overheid moet besparen. Bovendien werkt ze traag en bureaucratisch, ze rijdt zich vast in haar eigen regels. Als entrepreneurs kunnen wij gemakkelijk zeggen: voilà, probleem opgelost, wij zetten onze schouders daaronder. De voorbije jaren besteedde Katoen Natie 0,35 procent van zijn omzet aan cultuur. Dat trekken we nu op tot 0,50 procent. Daarmee komen wij ook aan 8,12 miljoen euro per jaar, we matchen het bedrag van de Vlaamse overheid. Wir schaffen das. Al weet ik dat zo’n uitspraak gevaarlijk is (lacht).”

Vijf sterren

“Als ondernemer ben ik altijd maar met cultuur bezig”, zegt Huts. “Elke beslissing die ik neem, steunt op geschiedenis en cultuur. Wellicht is dat de reden waarom wij zo’n succesrijke groep zijn.” Cultuur zit in het DNA van Katoen Natie. De groep beheert een uitgebreide kunstcollectie en exposeert die in de HeadquARTers, de hoofdzetel in Antwerpen-Noord, en in Burcht Singelberg in Kallo. Ze organiseert tentoonstellingen, geeft boeken uit, ondersteunt kunstenaars, financiert de restauratie van architecturaal waardevolle gebouwen, conserveert industrieel erfgoed en organiseert het Wereldcongres voor Antiek Textiel. Katoen Natie Art is een logistiek dochterbedrijf gespecialiseerd in het vervoer, het beheer en de stockage van kunstvoorwerpen van particuliere verzamelaars, overheden en musea. Het mecenaat van Katoen Natie krijgt er nu een dimensie bij: de cultuursector kan bij het havenbedrijf voorstellen indienen. De projecten die het de moeite waard vindt, krijgen ondersteuning. “Er is in de culturele wereld gigantisch veel talent dat door gebrek aan middelen niet kan bovendrijven. Daar willen we iets aan doen.”

Katoen Natie heeft een vijfsterrenconcept uitgewerkt – vijf fundamenten die een project moet hebben om steun te krijgen. “Eén: het moet wetenschappelijk onderbouwd zijn”, somt Huts op. “Geen gezever naast de kwestie, we werken alleen samen met universiteiten, musea en wetenschappelijke instellingen. Twee: we realiseren het met de hoogste professionaliteit en de nieuwste technologie. We geven nooit toe op de kwaliteit. Nul. Is een boek mooier als de illustraties in zes kleuren worden gedrukt? Dan gaan we voor zes kleuren. Drie: het moet verbonden zijn met Vlaanderen. Katoen Natie is een bedrijf dat zijn wortels heeft in de Lage Landen bij de Schelde, de Maas en de Noordzee. Vier: we doen een beroep op creatieve en getalenteerde mensen die zich met hart en ziel willen inzetten. Vijf: wij ondersteunen het project met ons ondernemerschap.”

Een commissie samenstellen om de voorstellen te beoordelen, doet Katoen Natie niet. “We gaan wel te rade bij mensen die een reputatie hebben in dat vakgebied”, zegt Huts. “Maar we doen enkel dingen waar we ons hart in kunnen leggen.”

In alle discretie

Een eerste voorbeeld van zo’n project is een lijvig, luxueus uitgegeven kunstboek over Hendrick De Clerck, een vergeten schilder die begin zeventiende eeuw werkte aan het hof van de aartshertogen Albrecht en Isabella in Brussel. De auteur, professor Katharina Van Cauteren, is ook verantwoordelijk voor The Phoebus Foundation, de filantropische stichting die de kunstwerken van Katoen Natie beheert. Tegelijk met de verschijning van het boek opent in M – Museum in Leuven een tentoonstelling over De Clerck, maar dat initiatief komt niet van Katoen Natie (lees Duizend jaar overvloed, blz. 106). Enkele werken heeft het havenbedrijf verworven in de aanloop naar het project.

Sponsoring wil Huts zijn bijdrage aan het boek niet noemen. “We zouden gewoon een geldbedrag kunnen geven. Dat doen we niet. Wij zeggen: wij gaan dat boek maken, wij beslissen. De grote lijnen van het concept en de marketingstrategie hebben we vastgelegd samen met uitgeverij Lannoo. Ze heeft de productie op zich genomen en ze doet de distributie, wij betalen de kosten. Het logo van Katoen Natie zal je trouwens nergens aantreffen in het boek of op de kaft. We zijn er in alle discretie uitgebleven.” Wel heeft Huts een voorwoord geschreven dat twintig bladzijden in beslag neemt, “omdat ik graag met geschiedenis bezig ben en graag dingen begrijp”.

Perte totale

Hoeveel het boek heeft gekost, weet hij niet precies, beweert Huts. “Ik zal binnenkort de rekening van de uitgever krijgen. Maar het zal veel zijn (lacht).” Verwacht hij die investering terug te verdienen? “Perte totale, om het met een lelijk woord te zeggen (lacht). Je creëert er goodwill, naamsbekendheid en prestige mee, maar die return kun je niet meten in een cijfer.”

“Wij willen Vlaanderen op de kaart zetten, dat is het doel. Ik voel me altijd gefrustreerd als ik in het buitenland een boekhandel binnenstap. Je ziet er boeken liggen over de geschiedenis van Frankrijk, Engeland en Holland. Over Vlaanderen vind je niets. We zijn niet goed in culturele marketing. Wat we bereikt hebben, verdient veel bekender te zijn. We willen dat boek aan bezoekers geven. Die gooien dat niet weg, hoor. En ik wil het in het Louvre in Parijs en in het Metropolitan Museum of Art in New York zien liggen. Daarom verschijnt het boek ook in het Engels.”

In juni opent in het Provinciaal Cultuurcentrum Caermersklooster in Gent de tentoonstelling Gouden tijden. Ook dat is een vijfsterrenproject van Katoen Natie. “De expo gaat over Vlaanderen, Brabant en Henegouwen van de veertiende tot de zestiende eeuw”, vertelt Huts. “Wij waren toen het Silicon Valley van de wereld. We brengen in kaart hoe we die positie hebben veroverd, wat we met die rijkdom hebben gedaan en hoe we die weer zijn kwijtgeraakt. Ook daar verschijnt een kunstboek bij. En er zitten nog projecten in de pijplijn.”

Katoen Natie zet ook zijn andere culturele projecten voort. Hoeveel van die 8,12 miljoen euro naar de cultuursector gaat, kan Huts niet zeggen. “De voorbereiding van een tentoonstellingsproject neemt al gauw twee à drie jaar in beslag. Dat moeten we allemaal bekijken.”

Complementair zijn

“De culturele initiatieven van Katoen Natie sluiten aan bij een internationale trend. Overal zie je dat de privésector een speler wordt in de museumwereld”, zegt Luc Delrue, de directeur van M – Museum. “De tijd dat verzamelaars eenzaam in hun verzamelkamer bleven zitten, is voorbij. Velen omringen zich met gespecialiseerde mensen en openen tentoonstellingsruimtes die ze organiseren op een museaal niveau. Die evolutie is niet te stoppen.”

Delrue verwijst naar instellingen als de Fondation Louis Vuitton in Parijs, en ook in eigen land is het lijstje met privéstichtingen indrukwekkend, waaronder de Vanhaerents Art Collection, The Cab, de Fondation Boghossian, het Maison Particulière en de Belfius Art Gallery in Brussel, het Maurice Verbaet Art Center en de Filips and Ingrid Belgian Art Collection (FIBAC) in Antwerpen, de Herbert Foundation in Gent en de Verbeke Foundation in Kemzeke.

“De openbare musea moeten een manier vinden om daarmee om te gaan”, zegt Delrue. “Je hoeft niet met elkaar in conflict te gaan, je kunt complementair zijn. M – Museum heeft een traditie in tentoonstellingen over minder bekende kunstenaars. En dan zie je dat Katoen Natie zich interesseert voor een schilder als Hendrick De Clerck, daar een boek over uitgeeft en in korte tijd op de kunstmarkt enkele kunstwerken koopt – wat wij niet kunnen. Die belangstelling loopt gelijk. Als we een synergie kunnen vinden, zullen we zeker samenwerken met privépartners. Dat doen we bijvoorbeeld al door de Cera-collectie te beheren.”

De overheid laat veel mogelijkheden open om samen te werken met privépartners, zegt Delrue. Maar het is zaak daar goede afspraken over te maken. “Zo mag een museum zich niet laten gebruiken om de marktwaarde van een particuliere verzameling op te krikken. Dat tast je geloofwaardigheid aan.”

Duizend jaar

Dat Katoen Natie meer geld uittrekt voor cultuur, is geen kritiek op de overheid, benadrukt Huts. “Ik wil niet in de plaats van de overheid treden, ik wil enkel aanvullend werken. Wij hebben onze werking in onze niche, met onze manier van werken. De overheid moet blijven doen wat zij doet, volgens haar criteria en haar regels. Het ondernemerschap is altijd betrokken geweest bij de cultuursector.”

Wil Huts met zijn initiatief andere ondernemers ertoe aanzetten ook te investeren in cultuur? “Nee, ik steek mijn neus nooit in andermans zaken, ik spreek alleen namens Katoen Natie. 8,12 miljoen euro is een groot bedrag, maar als je een voetbal- of een wielerploeg steunt, ben je meer kwijt. Je bereikt daarmee je consumenten, maar als je ermee stopt, zijn al je inspanningen weg. Een boek blijft. Binnen duizend jaar kunnen mensen het nog raadplegen.”

Katharina Van Cauteren, Politiek & schilderkunst. Hendrick De Clerck (1560-1630) en de keizerlijke ambities van de aartshertogen Albrecht en Isabella, Lannoo, 416 blz., 125 euro (ook verschenen in het Engels).

WIM VER ELST, FOTOGRAFIE JELLE VERMEERSCH

“Wij willen Vlaanderen op de kaart zetten. Dat is het doel” Fernand Huts, Katoen Natie

“Overal zie je dat de privésector een speler wordt in de museumwereld. Die evolutie is niet te stoppen” Luc Delrue, M – Museum

“Ik wil niet in de plaats van de overheid treden, ik wil enkel aanvullend werken” Fernand Huts, Katoen Natie

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content