Vrees voor vloedgolf Oost-Europese arbeidskrachten is onterecht

Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

Vandaag, 27 oktober, vindt in het Britse Hampton Court een EU-top plaats over de toekomst van het Europees sociaal model. Alweer komt de liberalisering van de Europese arbeidsmarkt op tafel. Was de staking bij Struik Foods in Schoten tegen de aanwezigheid van ‘goedkope’ Polen al een achterhoedegevecht?

Het Verdrag van Rome legde in 1957 de basis van het moderne Europa. Bijna iedereen was het er toen over eens dat het uiteindelijke doel van de Unie een eengemaakte markt moest zijn met vrij verkeer van goederen, kapitaal, personen en diensten. Voor het vrij verkeer van goederen en kapitaal zijn er anno 2005 nagenoeg geen problemen meer. Maar sinds de uitbreiding van de Europese Unie van 15 naar 25 lidstaten in 2004 lijkt de vrijmaking van de dienstenmarkt en het vrije verkeer van werknemers op de lange baan geschoven.

Nochtans zijn de meeste economische experts het erover eens: met de toenemende globalisering en de massa goedkope, hardwerkende arbeidskrachten in Azië, is Europa het aan zichzelf verplicht om zijn arbeidsmarkt te liberaliseren. In de praktijk betekent dat dat er onder andere stappen moeten worden gezet in de richting van een verdere vrijmaking van het verkeer van werknemers uit de nieuwe EU-lidstaten. Dat onderwerp komt zeker ter sprake op de Europese top van vandaag in Hampton Court, vlakbij Londen.

Duits adieu, Franse windhaan

“Wanneer ze ook maar de kans krijgen, leggen de Britten de liberalisering van de Europese arbeidsmarkt op tafel,” zegt Karel Lannoo, CEO van het Europese onderzoeksinstituut CEPS (Centre for European Policy Studies). “Zij hebben al diepgaande hervormingen doorgevoerd op dat vlak. Zo’n hervorming is ook in andere landen noodzakelijk, maar dat is geen thema voor een Europese top, het gaat om grotendeels nationale bevoegdheden. Als er al sprake moet zijn van een Europese aanpak, komen we opnieuw bij de Lissabon-doelstellingen terecht.”

Zelfs als het arbeidsmarktbeleid een Europese bevoegdheid was, zou er momenteel weinig van terecht komen. Voor uittredend bondskanselier Gerhard Schöder is het in Hampton Court de laatste keer dat hij op het internationale forum op de voorgrond kan treden. Lannoo: “En van Chirac valt weinig te verwachten, hij is een windhaan. Frankrijk zal verlamd blijven tot de presidentsverkiezingen van 2007. En de Britten hebben er tijdens hun voorzitterschap nog niet veel van gebakken.”

Pas op: goedkope Polen!

Ondertussen blijven verschillende landen op de rem staan, zowel voor het vrij verkeer van werknemers als de vrijmaking van de dienstenmarkt. Mistoestanden zoals bij het voedingsbedrijf Struik Foods doen de wenkbrauwen fronsen, maar de angst voor ‘goedkope’ Poolse werknemers is onterecht. Zij moeten hier immers worden tewerkgesteld aan de Belgische arbeidsmarktvoorwaarden. Experts in uitzendwerk en arbeidsrecht zijn het erover eens: als men binnen het legale circuit wil werken, bestaan er geen goedkope Poolse werknemers in België. De vrees voor een vloedgolf van Oost-Europese arbeidskrachten is dus onterecht.

Werknemers uit de nieuwe EU-lidstaten kunnen zeker nog tot 1 mei 2006 niet zo-maar naar België komen werken. Dat geldt ook in de andere lidstaten, behalve in Groot-Brittannië, Zweden en Ierland. In mei 2006 moet België (net als de andere EU-landen) beslissen of het de arbeidsmarkt verder opengooit, maar die kans is klein. De Europese wetgeving laat immers overgangsmaatregelen toe tot 2011.

Ook de dienstenmarkt is een heikel thema. Sinds het verzet tegen de Bolkestein-richtlijn lijkt die dood en begraven. Experts wijzen erop dat de diensten 70 % van de Europese economie uitmaken en dat een vrijmaking van die markt zich opdringt. Het aandeel van de nieuwe lidstaten in de dienstensector is verhoudingsgewijs beperkt. De vrees voor sociale dumping vanuit die landen is dus ongegrond.

Alain Mouton

Binnen het legale circuit bestaan er geen ‘goedkope’ Poolse werknemers in België.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content