Vlaams-Brabant. De ommezijde

Ogenschijnlijk vormt Vlaams-Brabant de welvarendste provincie van het land. Maar ook deze glimmende medaille heeft

een doffe ommezijde.

Een verkenning.

De vraag of we weldra een strategisch plan voor de nagelnieuwe provincie Vlaams-Brabant mogen verwachten, wordt prompt teruggekaatst : “Hoe stel je een globaal plan op voor een regio die manifest geen eenheid vormt ? Zelfs een streekgebonden identiteit valt hier niet te bekennen. ” Aan het woord is Christiane Bom, waarnemend direkteur-generaal van de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij (Gom) Vlaams-Brabant. “Het is wel zinvol om strategische plannen op te stellen voor bepaalde deelgebieden. Daar wordt nu werk van gemaakt, zij het nog in embryonale faze. In het Hageland is alvast een streekplatform ontstaan, een uitloper van de impulsaktie, en in Leuven wordt een dynamische visie nagestreefd door een groep die zich verenigd heeft onder de naam Charter Leuven 2001. “

TELEURGANG WATERHOEK.

Leuven vormt alleszins één van de provincietroeven met kansen die ontspruiten uit de universiteit, haar onderzoekscentra, spin-offs en ziekenhuizen. Net als in de overige Brabantse deelgebieden, deemsterden de industriële aktiviteiten er geleidelijk aan weg. Leuven heeft weliswaar Interbrew nog, maar de kanaalzone is al lang geen ekonomische slagader meer. De tijd dat grote namen als Remy en Marie Thumas de omgeving van de Vaart beheersten, ligt definitief achter de rug.

Een gelijkaardige evolutie merken we in een andere sterke zone, die Vilvoorde-Machelen als spil heeft. Men prijst er zich gelukkig dat de auto-assemblagefabriek Renault nog volop investeert en zelfs enkele toeleveranciers aanzuigt, maar ook daar is de teleurgang van de waterhoek ingezet. Vilvoorde zag onder meer Delacre, Forges de Clabecq en Mondial het licht uitknippen.

Die industriële afbouw verliep traag en er ontstond weinig geweeklaag rond. De regio’s wonnen in de dienstensektor vlot de verloren arbeidsplaatsen terug. Alleen in het Hageland en de Zennevallei lukte dat maar niet. Gelukkig zorgde Zaventem dan weer voor een exponentiële groei, zodat de provinciecijfers er niet bleker uitkwamen. Niettemin levert die omschakeling een wrang resultaat op, dat na al die jaren steeds duidelijker wordt : de globale tewerkstelling nam weliswaar toe, maar vele (voornamelijk laaggeschoolde) arbeiders uit de oude industrie vonden nergens een onderkomen. Zij vormen een arbeidsreservoir, dat vandaag overloopt als een strukturele sociale tragedie.

Dezer dagen weegt die laag zwaar op de werkloosheidscijfers, die de voorbije jaren in een onrustwekkend snel tempo toenamen. In 1990 telde Vlaams-Brabant 18.206 uitkeringsgerechtigde werklozen. Eind 1994 waren er dat al meer dan 30.000. De werkloosheidsgraad (10,3 %) ligt er nog stevig onder het Vlaamse gemiddelde (13,5 %), maar het stijgingsritme klimt veel hoger. Tussen 1990 en 1994 steeg het aantal mannelijke werklozen er met 94,7 % tegenover 81,3 % gemiddeld voor Vlaanderen. Bij de vrouwen nam het toe met 49,5 % tegenover 45,7 % voor het gewest. “Werkloosheidscijfers slaan op de inwoners van de gemeenten. Dat betekent niet noodzakelijk dat de tewerkstelling in hun woonplaats zelf daalt, ” nuanceert Bom. “De tewerkstelling neemt hier nog licht toe, net als het aantal werkgevers. Meestal gaat het echter om kleine bedrijven. Voor de grote prijzen we ons letterlijk uit de markt. “

ACHILLESHIEL.

Daarmee belanden we bij de achilleshiel van Vlaams-Brabant. Onder invloed van het alomtegenwoordige (maar administratief en politiek onaanraakbare) Brussel, swingen de grondprijzen in de kern van de provincie de pan uit. Het grootste deel is privé-bezit (in Leuven een goede 60 %, in Halle-Vilvoorde zelfs 90 %), wat een beleid er niet gemakkelijker op maakt. Onafgezien daarvan, blijft er eenvoudigweg bitter weinig ruimte vrij. Stelt Christiane Bom : “Zelfs in de Zennevallei vind je vrijwel geen grond meer, tenzij de nieuwe zone Dassenveld in Halle, waarvoor het gewestplan in herziening werd gesteld. In het Hageland heb je enkel nog Tienen (met de nieuwe industriezone Grijpen). We zijn ook druk op zoek naar een terrein in het noordoostelijk deel. Het nieuwe struktuurplan Vlaanderen verbetert die toestand niet. Die is gebaseerd op een huidige konstellatie, maar houdt geen rekening met de evolutie. “

Er tikt een tijdbom onder Vlaams-Brabant. De lont dreigt vrij vlug aangestoken te worden, nu allerhande aktiegroepen en de meeste politici prompt stekels opzetten als de woorden bedrijfsterrein of ontsluiting nog maar in de mond genomen worden. Getuigt Bom : “Als je vandaag verkeersinfrastruktuur en bedrijfsgrond vraagt, praat je tegen een muur. Kijk naar Leuven, waar het ontzettend interessante wetenschapspark op zware tegenstand stuit. Doodjammer. Hoe wil je dan nog dat we grote bedrijven aantrekken ? “

De Kamer van Handel en Nijverheid van het arrondissement Halle-Vilvoorde luidt eenzelfde klok. In het dossier dat uitgegeven werd naar aanleiding van de splitsing van Brabant, wordt het saneren van oudere kernen of verlaten industriële complexen als hoogstdringend aanbevolen. Tevens wordt aangedrongen op het ontwarren van het intense verkeersknooppunt dat Vlaams-Brabant steeds meer parten speelt.

Voegt Bom eraan toe : “Als we er al in slagen een grotere onderneming te interesseren, verlegt ze haar koers wel op het ogenblik dat ze merkt dat we geen expansiesteun kunnen bieden. Zo werd het Hageland het grootste slachtoffer van het leegzuigeffekt naar Limburg toe. Vandaag kiezen de bedrijven veeleer voor Henegouwen. Er vestigen zich ook al Vlaamse bedrijven net over de taalgrens in Waals-Brabant. Vlaamse ondernemingen herlokalizeren trouwens meer en meer als ze aan uitbreiding toe zijn. “

Er zijn ook lichtpunten. De meeste ontkiemen in Zaventem. Merkt Bom op : “Politici hebben het graag over het belang van zeehavens. Ik hoop dat ze ook oog krijgen voor de enorme impact van een internationale luchthaven. ” Een voorbeeld ? Het transportcentrum Cargovil rijst uit de steigers op terreinen in Vilvoorde, die vroeger voor watergebonden nijverheid voorbehouden waren. Naast puur transport, is er ruimte voor voorraadbeheer en lichte assemblage, de zogeheten indistributie.

LUC DE DECKER

CHRISTIANE BOM (GOM) “Doodjammer dat het interessante wetenschapspark in Leuven op zoveel tegenstand stuit. “

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content