Verdacht beton op het perron

Volgende maand verschijnen de verantwoordelijken van de bouwondernemingen Aswebo en het failliete Pieters- De Gelder voor de rechter. De beschuldiging: oplichting bij de werken aan het Brusselse HST-station.

Uit pas ontdekte documenten blijkt dat het (inmiddels failliete) bouwbedrijf Pieters-De Gelder ( PDG) en sectorgenoot Aswebo in 1992 een onderhandse overeenkomst sloten bij werken aan het HST-station in Brussel. In de overeenkomst (gesloten tussen Marc Bekaert van PDG en Gunther Kyndt van Aswebo) verbond PDG zich ertoe een prijsbestek te maken dat door Aswebo werd ingediend. Het akkoord stelt ook: “In het geval de werken aan Aswebo zouden worden toegewezen, komen beide partijen overeen dat de uitvoering ervan zal worden toevertrouwd aan de NV Pieters-De Gelder tegen de inschrijvingsprijzen van de bieding verlaagd met 5%, zijnde de vergoeding voor penvoering en administratiekosten.” De NMBS schreef een offerte uit voor werken aan de perrons drie tot en met zes in het Brusselse Zuidstation in het kader van de HST. Ze werd voor 152 miljoen frank in de wacht gesleept door Aswebo.

Partners en ruzies.

De NMBS was toen nog een instelling van openbaar nut, categorie B, waardoor het bod gebonden was aan wettelijke bepalingen. Volgens artikel 7 van de wet van 14 juli 1976 is elke handeling die de normale mededinging vertekent, verboden. Artikel 16 van het KB van 22 april 1977 bepaalt: “Door eenvoudig deel te nemen aan een procedure tot gunning van een overheidsopdracht, verklaart de inschrijver geen afspraken te hebben gemaakt.” Artikel 50, paragraaf 2 voegt eraan toe: “(…) mogen aannemers van overheidsbedrijven inzake ingenieurskunst, bouwkunst, studies en andere gelijkaardige, niet deelnemen aan de procedures die zij zelf ontworpen, bestudeerd of voorbereid hebben.”

Hier ligt een probleem. Op 22 juni 1991 stichtte PDG de NV Europroject voor het uitvoeren van studiewerk voor de HST. In een PV van 24 maart 1994 schrijft het parket: “Blijkens onze informatie zou de NV PDG en/of haar dochteronderneming, het op 22 juni opgerichte Europroject, betrokken zijn bij de studie van het HST-project in het algemeen en het kwestieuze werk in het bijzonder.” Volgens dit PV is dit dan ook de verklaring voor de overeenkomst. Het valt ook op dat PDG, nochtans een specialist in spoorwerken, niet voorkomt op de lijst van dertien mededingers.

Het PV bevat ook een markante commentaar over de relatie tussen PDG en de NMBS: “Het is, gelet op wat voorafgaat, weinig waarschijnlijk dat niemand van de verantwoordelijken en/of personeelsleden van de NMBS op de hoogte zou zijn van de hierboven weergegeven constructie, nu uit ingewonnen informatie blijkt dat er bij de aanleg van de HST tussen verantwoordelijken van de groep PDG en de NMBS nauwe contacten bestaan.”

Op 5 februari 1992, nog tijdens de aanbestedingsperiode, richtten de NMBS en PDG de NV Eurostation op met gedeeltelijk dezelfde bedoeling als Europroject. Eurostation ontaardt later in een gerechtelijke ruzie. Onlangs legde de Brusselse handelsrechtbank Europroject op om zijn participatie in Eurostation af te staan aan de NMBS, omdat “Europroject de belangen van Eurostation op zo’n ernstige wijze had geschaad, dat zij niet langer als vennoot kon worden geduld.”

Huiszoeking.

Tijdens een huiszoeking bij Marc Bekaert werd een door Marie Jeanne Becaus, gedelegeerd bestuurder van PDG, met de hand geschreven document gevonden worden met de woorden: “ruil GVA ( nvdr – GVA zou kunnen staan voor Gerard van Acker, die via KS in 1990 55% nam in PDG), makelaarsloon 3%, alle werken van ES ( nvdr – ES zou kunnen staan voor Eurostation) aan PDG, 2% cfr. inkomen MJB ( nvdr – MJB verwijst mogelijk naar Marie Jeanne Becaus), ‘commissies'”.

Ondervraagd door het parket op 26 oktober 1994, blijkt Becaus niets te weten over dit raadselachtige document: “Ik herken mijn handschrift. Ik kan u geen nuttige uitleg geven over de vermelding op deze nota.” Volgens Marc Bekaert is er niets fouts gebeurd rond dit contract: “Deze zaak is wettelijk en normaal in de sector. Iedereen heeft het recht om zo’n overeenkomst te maken met wie hij wil. PDG was ook niet betrokken bij de studie rond dat project.” Bij Aswebo was Gunther Kyndt onbereikbaar voor commentaar.

Het parket spreekt echter van fraude en oplichting en eist voor beide beklaagden een jaar cel. De NMBS stelde zich burgerlijke partij. In eerste aanleg werd het duo vrijgesproken. Tot grote verbazing en onvrede van het parket en de NMBS, die in beroep gingen. De behandeling daarvan volgt op 13 december 1999.

WVD

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content