Van schenking tot filantropisch risicokapitaal

Filantropie wordt een vak. De milde schenkers vragen almaar meer professioneel advies, en ze willen weten of hun geld echt terechtkomt waar ze dat willen. De afdelingen vermogensbeheer van de grote banken werken er graag aan mee.

In Europa spelen financiële instellingen zoals BNP Paribas, het Zwitserse UBS of de Banque de Luxembourg op dat gebied een voortrekkersrol. Zij richtten een gespecialiseerde cel of zelfs een eigen stichting op (de Fondation de l’Orangerie bij BNP Paribas en de Optimus Foundation bij UBS) waaraan de klanten hun giften kunnen toevertrouwen. Ook vermogensbankiers als Coutts – de bank van de grote Britse fortuinen – en bij ons Bank Degroof hebben deze niche ontdekt.

Voorlopig spitsen al die financiële instellingen zich vooral toe op advies. “We helpen onze klanten om hun filantropische profiel te bepalen, net zoals we dat gedaan hebben voor hun profiel als investeerder. We tasten samen de mogelijkheden af en helpen hen om hun filantropische aanpak te structureren en juridisch en fiscaal advies te geven bij de oprichting van een fonds of een stichting”, zegt Philippe Depoorter, de secretaris-generaal van de Banque de Luxembourg. Een gratis, zij het niet belangeloze dienstverlening: “Onze beloning is de vertrouwensband die daardoor bij de klant geschapen of versterkt wordt”, stelt de bankier vast. “We hebben er alle belang bij om zulke diensten aan te bieden, want als we niet ingaan op de wensen van onze klanten, dan zullen ze elders hun licht opsteken.” De aanpak stelt bovendien de zeer selecte banken in staat om nieuwe gegoede klanten aan te trekken.

Een nieuwe manier van schenken

De grootste vermogensbank van het land, Bank Degroof, nam een lengte voorsprong op haar concurrenten toen ze in 2007 een gespecialiseerd departement in het leven riep. Ze beheert het patrimonium van de grootste Belgische geldmagnaten, traditioneel een waardevolle kweekvijver van filantropen. Ze adviseert daarin een honderdtal families en individuen. Bank Degroof gaat echter verder dan louter advies en begeleiding, ze biedt haar filantropische klanten de mogelijkheid om op een nieuwe manier te schenken.

Dat kan door rechtstreeks te investeren in ondernemingen met een sociale roeping. “Steeds meer donateurs zijn, naast de pure schenking, op zoek naar projecten die een dubbele return opleveren: financieel en maatschappelijk”, stelt Marc Flammang van Bank Degroof vast. Drie jaar geleden haalde hij bijvoorbeeld bij zijn klanten fondsen op voor de bouw van sociale woningen in Brussel. En onlangs werd een miljoen euro samengebracht voor een kapitaalverhoging van de Franse onderneming Aquasure. “Die heeft tabletten ontwikkeld waarmee verontreinigd oppervlaktewater – dat verantwoordelijk is voor het hoge sterftecijfer in de ontwikkelingslanden – behandeld, gezuiverd en drinkbaar gemaakt wordt”, legt de specialist uit. Dat soort privébelegging, waarbij Bank Degroof voor een “kleine commissie” de rol van tussenpersoon speelt, is een nieuwe tendens. Vooral jongere filantropen met een duidelijk ondernemersprofiel vinden er zich in terug.

Verantwoord risicokapitaal

Een andere manier om van de eenvoudige schenking over te stappen naar een filantropische investering, bestaat erin geld te beleggen in een private-equityfonds dat ondernemingen met een sociale roeping ondersteunt. In 2007 bracht Bank Degroof een aantal van haar klanten samen voor de eerste 15 miljoen dollar die de oprichting van het Oasisfonds mogelijk maakte. Dat private-equityfonds, dat gemanaged wordt door Bamboo Finance in Genève, heeft geïnvesteerd in een tiental sociale ondernemingen die in ontwikkelingslanden gezondheidszorg, hernieuwbare energie, onderwijs en huisvesting aanbieden.

Zulke investeringen met een dubbele return – zoals Bank Degroof het noemt – hebben een aanzienlijke maatschappelijke impact en brengen tegelijk een financieel rendement op dat kan oplopen tot 10 à 20 procent. “Maar we beloven onze klanten niets. Het is en blijft een investering met een hoog risico”, waarschuwt Flammang. Voor microkredieten worden de klanten doorverwezen naar het fonds BlueOrchard, dat uitgegroeid is tot de belangrijkste wereldspeler in microfinanciering.

Fondsen die sociale ondernemers begeleiden bij de ontwikkeling van duurzame economische en sociale modellen kennen een snelle opgang in de Angelsaksische landen. Europa zal volgen, denkt Flammang, die een vergelijking maakt met de ‘groene fondsen’. “Wie kon zich twintig jaar geleden voorstellen dat hij een financieel rendement zou halen door te investeren in bedrijven die alternatieve energie produceren? En kijk, vandaag zijn er honderden van die groene beleggingsfondsen. Zo’n omwenteling kan zich ook voordoen in de sociale economie.”

“We zitten voor dat soort fondsen nog maar in de startfase, zowel in de keuze van de projecten als de zoektocht naar investeerders”, oppert Xavier Declève, de directeur van BNP Paribas Fortis Private Banking. “Die nieuwe wijze van filantropie moet zich nog een weg banen. Er is een zeker potentieel, maar dat type van belegging is van nature voorbehouden aan onze zeer rijke klanten.”

Nog een stapje verder

Er zijn maar weinig banken die voorstellen om te investeren in fondsen met een sociale impact en als ze dat doen, werken ze samen met gespecialiseerde tussenpersonen. Ook bij BNP Paribas is dat het geval. Die bank werkt samen met PhiTrust Partenaires, een Franse investeringsmaatschappij die economisch leefbare solidaire projecten identificeert, financiert en begeleidt. “We hebben alle fondsen van dat type die zich op de markt bevinden geanalyseerd (dat zijn er zowat 220, voornamelijk Angelsaksische en met als een van de bekendste in Europa het Acumen Fund, nvdr) en hebben uiteindelijk geopteerd voor PhiTrust en voor het ResponsAbility Global Microfinance Fund”, legt Declève uit. Andere financiële instellingen werken dan weer samen met het Zwitserse fonds AlphaMundi.

Op termijn hoopt Bank Degroof dankzij zijn netwerk en expertise een eigen sociaal risicokapitaalfonds in het leven te kunnen roepen, vertrouwt de gedelegeerd bestuurder van de bank, Pierre Paul De Schrevel, ons toe. Dat zou een primeur zijn in het knusse wereldje van de Europese vermogensbankiers. En en passant ook wat geld opleveren. “Dat zou trouwens gezond zijn”, vindt hij. “Maar een sociale investering is per definitie slow money, dus niet erg liquide. Dat is de belangrijkste belemmering.”

Maar is die ‘nieuwe’, meer geëngageerde filantropie niet gewoon een modeverschijnsel? “Als de banken zich tegenover de schenkers transparant en duidelijk opstellen en als verwarring met de ethische fondsen vermeden wordt, zal venture philantropy boven het modefenomeen uitstijgen en duurzaam worden”, vindt Serge Raicher, medeoprichter en voorzitter van de EVPA (European Venture Philanthropy Association), een netwerk dat de uitwisseling van ervaringen en de ontwikkeling van het filantropische risicokapitaal in Europa aanmoedigt. Volgens hem wordt filantropie tussen dit en vijf jaar een must voor alle banken. “Als ze dat niet zullen aanbieden, zal er iets ontbreken in hun dienstenpalet. En het zal moeten gaan van consultancy tot het beheer van activa.”

SANDRINE VANDOOREN

” We helpen onze klanten om hun filantropische profiel te bepalen, net zoals we dat gedaan hebben voor hun profiel als investeerder”

“We beloven onze klanten niets. Filantropie is en blijft een risico-belegging”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content