Stad onder stroom

De stad die uit het niets verrees, is klaar voor het jaar 2000.

1968. De Franstaligen aan de Katholieke Universiteit van Leuven verhuizen naar Ottignies : Louvain-la-Neuve wordt geboren. “Het principe van de tabula rasa liet ons een grote strategische vrijheid,” aldus Michel Woitrin, een van de oprichters van Louvain-la-Neuve. Een stad ontworpen voor het jaar 2000…

Eerste doel was de totale integratie van de universiteit in de stad. Een symbiose. In het stadscentrum staan universiteitsgebouwen, woningen, winkels, sport- en culturele centra dan ook door elkaar.

Het tweede basisprincipe draait om woonkwaliteit. Auto, voetgangers en openbaar vervoer naast elkaar. Het (autovrije) centrum bestaat uit een betonnen “dek” van 3 hectaren waaronder zich wegen, parkings en spoorwegen bevinden. Via de ring rond de stad is het centrum gemakkelijk te bereiken. Uiteraard werden er ook groene zones voorzien. Men legde zelfs een heus meer aan.

Maar de beslissing om de stad op een stuk beton te bouwen, speelt nu al jaren tegen de ontwikkeling van de stad. Het is immers een dure keuze gebleken en investeerders durven zich niet aan een verdere uitbreiding wagen.

EXTRA MUROS.

Vandaar de uitbreiding van de randstad (Biéreau, Hocaille, Lauzelle en Bruyères). Zo worden aan de oevers van het meer nu standing-appartementen gebouwd, waarvan een groot deel op plan is verkocht. De aankoopprijzen gaat tot 5 miljoen BEF voor een appartement met twee slaapkamers en een terras (100 m²). En dat terwijl een studie van Wilhelm and Co de gemiddelde prijs van een dergelijk appartement op 43.700 BEF/m² schat.

Het project Bruyères VII, dat dit jaar van start zou moeten gaan, voorziet in de bouw van een tiental flatgebouwen en een twintigtal eengezinswoningen. Tegen 2004 zou het hele project afgerond zijn.

Een uniek project omdat de diensten van de UCL de volledige realisatie van een stadsdeel voor het eerst aan één onderneming hebben toevertrouwd (Hoyoux).

De UCL fungeert als een grote privé-verkavelaar en houdt controle op de stedelijke ontwikkeing. Op die manier is men er zeker van dat de bestemming wordt gerespecteerd. En vermijdt men speculatie. Zo ontsnapt ook de industrie in het wetenschapspark van de UCL niet aan de controle van de universiteit en kan men strenge voorwaarden opleggen.

Het leeglopen van het stadscentrum is een rechtstreeks gevolg van de ontwikkeling van de voorstad. In de loop der jaren werd het centrum het domein van de studenten. Niet helemaal wat men in 1972 in gedachten had. De 6800 inwoners vormen geen tegenwicht voor de 8500 studenten die in Louvain-la-Neuve wonen. “Het doel is een bevolking van 28.000 personen, met 9000 kotstudenten. Wanneer de bevolking tegen hetzelfde tempo (+ 500 per jaar) blijft aangroeien, zal de trend tegen het jaar 2000 zijn gekeerd,” onderstreept Jean-Luc Son, verantwoordelijke voor de stedelijke promotie.

Van de 16.000 UCL-studenten woont iets minder dan de helft in Louvain-la-Neuve. Een aantal dat sinds enkele jaren constant blijft, zodat het aanbod aan studentenkamers ondertussen een evenwicht heeft bereikt. Op drie jaar tijd kwamen er 800 nieuwe kamers bij. Zonder de 250 studentenkamers bij particulieren te tellen. Een volwassen markt.

Maar ook het universiteitspersoneel en afgestudeerden willen graag in de stad wonen. En oudere mensen laten zich verleiden door de seniorenuniversiteit, met 6000 ingeschreven studenten. Particulieren vragen dus eerder naar appartementen. De promotiedienst van de stad heeft de boodschap begrepen en voorziet 500 nieuwe bedden per jaar in gemeenschappelijke woningen, en maar 80 in eengezinswoningen. Ondertussen blijft er een wachtlijst voor de aankoop van grond. En prijzen tot 4500 frank per m² zijn niet uitzonderlijk.

VOLWASSEN.

Maar nieuwe woningen bouwen is niet genoeg. Er hoort ook infrastructuur bij. En daarin ontbreekt het Louvain-la-Neuve nog aan bepaalde elementen. In die optiek kadert het project van Wilhelm and Co (zie kader), een ambitieus opzet dat meer mensen naar het stadscentrum moet brengen.

Over dit project laat nagenoeg iedereen zich erg enthousiast uit. De inwoners èn de universiteit. Ook de gemeente Ottignies ontvangt het initiatief met de glimlach. Eindelijk raakt de universiteitsstad in de regio geïntegreerd. Op de universiteitsgebouwen is echter geen roerende voorheffing verschuldigd. Een inkomstenverlies dat burgemeester Jacques Otlet op 35 miljoen frank per jaar schat. Het Waalse Gewest weigerde Ottignies daarvoor een speciaal statuut te verlenen.

Maar niet getreurd. De uitzonderlijke demografische groei, voortdurend nieuwe inwoners en erg hoge huurprijzen : allemaal elementen die een rooskleurige toekomst in het vooruitzicht stellen.

Véronique Pirson

Op Internet is een bestand beschikbaar met de woonaanbiedingenen :http://www.ac.ucl.ac.be/LLN/inforville

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content