Scepsis.

Onder de titel ‘Het nadeel van de twijfel’ verscheen op 22 maart 2001 – bijna exact twee jaar geleden – een kritische analyse in Trends, waarin de auteurs Daan Killemaes en Roeland Byl vijf pertinente vragen formuleerden bij het succesverhaal van de farmasnelgroeier Omega Pharma. Het werkstuk duwde de koers van het aandeel prompt onderuit, zette half beleggend Vlaanderen in rep en roer en deed zelfs twee analisten van KBC Securities op smalende wijze in de pen kruipen: “Het artikel weerspiegelt het soort van scepticisme dat om het even wie kan hebben over een bedrijf,” aldus het KBC-rapport. En op het einde voegden de analisten eraan toe: “De auteurs wachten tot Omega Pharma zijn eerste communicatieflater zal maken. Eerlijk gezegd, dit behoeft geen commentaar”.

Vandaag weten we beter. “Beter presteren dan aangekondigd, dat was lange tijd de communicatiestrategie van het bedrijf,” schrijft Daan Killemaes in deze Trends (zie blz. 38). Deze communicatie stutte de aandelenkoersen en was een belangrijke hefboom in de externe groei. Maar ze fungeerde terzelfder tijd ook als een keiharde boemerang: drie winstwaarschuwingen op drie maanden zorgden er recentelijk voor dat ruim twee derde van de waarde van het aandeel verdampte. De reactie van de beleggers is niet onlogisch. Als een groeibedrijf zoals Omega Pharma zijn jaarlijkse winstgroei moet herzien, dan geeft dit over pakweg tien jaar een wereld van verschil.

En als de externe groeimotor sputtert, dan komt de interne groei prominent op de voorgrond. En wie interne groei zegt, zegt meer eigen verkoop, een toenemend belang van de marketingkosten en meer interne synergie. Hier rijzen twee knelpunten. In welke mate zal de lage beurskoers het netwerk van overgenomen bedrijven (die met aandelen Omega Pharma werden betaald) aantasten? En in welke mate zal een stijgende omzet resulteren in een even snel toenemende winst? Kortom, de vijf punten waarop Trends twee jaar geleden essentiële aanmerkingen plaatste, zijn vandaag meer dan ooit aan de orde: externe groei, kostenstructuur, synergie, netwerk en communicatie.

Een gezonde dosis van tegendraadse scepsis is iets wat u in deze kolommen geregeld aantreft. We steken daarbij als redactie vaak onze nek uit en dreigen hierdoor ook dikwijls te botsen op ongenoegen of onbegrip. Het zij zo. De stelling dat het Belgische leger – in deze acute tijden van een gewapend conflict in Irak en terroristische dreiging – virtueel failliet is, zal ons niet door iedereen in dank worden afgenomen (zie blz. 44). En de opmerking dat een faillissement van de Franse holding Suez nog het beste scenario zou zijn voor de toekomstkansen van Electrabel, zal evenmin in goede aarde vallen bij een aantal machtscenakels van dit land (zie blz. 16). Voeg daarbij de inschatting dat de Europese verzekeringssector heel dicht bij een Japans crashscenario staat en dat de wereld – zelfs ongeacht de Irak-crisis – wankelt aan de rand van een recessie (blz. 22), en er is genoeg discussiestof in dit nummer om een stevige boom over op te zetten.

Maar dit moet u er niet van weerhouden om hiervan kennis te nemen, het daarmee hartsgrondig eens of oneens te zijn en hierop te reageren. Wij blijven er alvast filosofisch bij. Of om het met de woorden van Daan Killemaes te zeggen: “Omega Pharma is de jongste maanden niet van businessplan of strategie veranderd. De sterke punten die het bedrijf groot maakten, zijn niet verdampt. Maar terwijl de beurs en de beleggers eerst bijna blind waren voor de risico’s, dan is de reactie vandaag even overdreven en worden de risico’s uitvergroot.”

Piet Depuydt, Hoofdredacteur

De stelling dat het Belgische leger – in deze acute tijden van een gewapend conflict in Irak en terroristische dreiging – virtueel failliet is, zal ons niet door iedereen in dank worden afgenomen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content