Proper water met blauwe schijn

Christian Leysen is de nieuwe baas van de Antwerpse Waterwerken. De liberale ondernemer staat voor belangrijke keuzes: moet AWW een publiek of een privaat bedrijf worden? Met wie gaat hij een internationale alliantie aan? En hoe kan hij water op maat van de verbruiker maken?

Christian Leysen, de nieuwe voorzitter van AWW, erft een menselijk en financieel rotdossier. Laconiek en ferm zegt hij: “Als het makkelijk zou zijn geweest, zouden ze me hier niet hebben gevraagd. Ik begin aan een inhaaloperatie, de toekomst moet hier opnieuw worden uitgevonden.” Leysen (46 en een VLD‘er) is de eerste ondernemer aan het hoofd van de intercommunale. Hij is de voorzitter van de AXE Groep ( Ahlers, Xylos, Ecolas, AXE Investments).

Het 120 jaar oude AWW behoort tot de grootste drinkwaterproducenten van de Benelux. Het overheidsbedrijf heeft een internationale reputatie. Jaarlijks verdelen de 559 werknemers 150 miljoen kubieke meter drinkwater, goed voor 3,5 miljard frank omzet en 10,5 miljoen frank nettowinst in 2000. Tot voor kort keerde de intercommunale de stad 80 à 100 miljoen frank jaardividenden uit.

In het zog van de Europese liberaliseringsgolf, de dalende grondwaterspiegel en het groeiende milieubewustzijn klinkt de vraag naar doorzichtige en zelfstandige drinkwaterbedrijven _ al dan niet in combinatie met afvalwaterzuivering _ steeds luider. Groot-Brittannië en Frankrijk trekken de kaart van de privatisering. Duitsland verkiest gemengde formules en Nederland beschouwt water als een louter openbare dienstverlening.

CHRISTIAN LEYSEN (AWW). “Het bestuursakkoord van Antwerpen, mede door mij onderhandeld, voorziet de mogelijkheid om AWW te verkopen om de schuldenlast van de stad te verlichten. In overleg met de directie leg ik tegen het einde van dit jaar aan het stadsbestuur een businessplan voor om het bedrijf opnieuw tot Europees niveau op te tillen.

“In Vlaanderen zijn de meningen verdeeld. Sommigen dromen van één groot, Vlaams waterbedrijf dat zowel de productie, distributie als de zuivering verzorgt, met de overheid als hoofdaandeelhouder en/of regulator. Anderen zien liever een splitsing van distributie en productie. Ik weet dat de drinkwatermaatschappijen zelf pleiten voor verzelfstandiging en een aangepaste regelgeving _ dus meer autonomie om als een naamloze vennootschap te mogen opereren _ om de efficiëntie te verbeteren. Ze zijn gekant tegen een samensmelting met de waterzuivering _ Aquafin _ of een privatisering van de hele sector. Ik maak deze zomer mijn huiswerk om mijn positie te bepalen.”

Is privatisering een mogelijkheid?

LEYSEN. “Dat behoort vanzelfsprekend tot de mogelijkheden. Laten we eerst beginnen met een doorgedreven toetsing van eigen sterkten en zwakten, benchmarking. Denk niet dat de liberalisering in de watersector zo snel kan lopen als die van elektriciteit en gas. Water is weliswaar goed stockeerbaar en elektriciteit niet, maar door een smalle kabel kan je veel energie pompen en door een buis relatief weinig water. De transportkosten liggen structureel hoog voor water. In het Verenigd Koninkrijk is er sprake van een common carrier. Mooi. Vandaag is AWW verantwoordelijk voor de bacteriologische kwaliteit, maar wat gebeurt er als morgen iedereen water pompt in een gemeenschappelijke megabuis? Als er een besmetting is, van wie komt ze en wie is verantwoordelijk? Dat belet niet dat er creatief en zonder veel remmingen moet worden nagedacht. Ik bekijk bijvoorbeeld het Franse concessiesysteem. Ook dat kan een spoor zijn.”

Heeft AWW een lange weg te gaan naar ‘corporate governance’?

LEYSEN. “De bestuurders zijn gemeenteraadsleden, maar weten niet goed welke pet zij dragen in de raad. Vormen ze een miniparlement, vertegenwoordigen ze hun gemeente of dienen ze het belang van het bedrijf? De nieuwe wet op de intercommunales die eerstdaags wordt gepubliceerd, voorziet de mogelijkheid om onafhankelijke bestuurders, experts, te benoemen. Wij beraden ons in het directiecomité over een nieuwe taakverdeling tussen directie, directiecomité en raad van bestuur. Het bestuur moet de strategische oriëntering bepalen en zich niet, zoals een gemeenteraad, buigen over vakantieregelingen, benoemingen tot op de laagste niveaus en dergelijke dagelijkse rompslomp.”

Denkt u aan een koppeling aan een ‘multi-utility’: energie, water en afvalverwerking in één hand?

LEYSEN. “Voor een precies antwoord is het te vroeg, maar het is een van de mogelijke sporen. Ik heb de opdracht gegeven om een meerjarenplan uit te werken. Dit bedrijf zal er over vijf jaar totaal anders uitzien.”

Zijn uw waterprijzen een redelijke afspiegeling van de productiekosten?

LEYSEN. “Ik zou liever wat hoger zitten, dichter bij de gemiddelde prijs in België. Ons water is bijna de helft zo goedkoop als dat van de Brusselse watermaatschappij. Een hogere opbrengst is wellicht nodig om niet alleen de noodzakelijke investeringen te bekostigen, maar ook om de pensioenreserves op peil te brengen. De hoge concessievergoedingen die gedurende de laatste jaren naar de aandeelhouders-gemeenten zijn gegaan, hadden in feite naar een onafhankelijke pensioenkas moeten vloeien. De cijfers die ik binnenkort krijg over onze pensioenverplichtingen zullen wellicht een koude douche worden. Onze kostencalculatie weerspiegelt niet de werkelijkheid. We zijn om die reden ongelukkig dat de laatste aanvraag tot prijsverhoging niet volledig is aanvaard. We dienen een nieuw dossier in. AWW heeft 350 gepensioneerden op 550 medewerkers. We leven steeds langer, zó goed is ons water.”

De industrie zou op eigen kosten een lijn kunnen bouwen naar een belendend net om goedkoper water te vinden, de zogenaamde ‘grenscorrecties’.

LEYSEN. “In de toekomst kunnen dergelijke ontwikkelingen gebeuren. Wij gaan nu zelf onze grote klanten beter benaderen en bedienen. In september inviteer ik onze twintig belangrijkste klanten om te luisteren. Dat is in het verleden niet gebeurd. We denken aan meer maatwater, bijvoorbeeld gedemineraliseerd water, water met toegevoegde waarde. Ons water komt voor 40% terecht bij de industriëlen _ daardoor zijn we de grootste verkoper aan de nijverheid in België _, voor 35% bij de particulieren en voor 25% bij andere waterbedrijven.”

Water op maat klinkt goed. Nu gebruiken we kwalitatief water voor het spoelen van de WC, het wassen van de auto en het besproeien van de tuin.

LEYSEN. “Het is voor ons goedkoper om al ons water op topkwaliteit te brengen dan een tweede net voor laagwaardiger water uit te bouwen. Op deze tafel staan een glas AWW-water en een glas Spa. Ons water en het merkwater zijn van gelijke kwaliteit, het merkwater is 700-maal duurder.”

Werkt de versnippering van de waterdistributie in Vlaanderen contraproductief?

LEYSEN. “Er zijn 21 waterbedrijven in Vlaanderen. Leg ze op de kaart en je ziet een pijnlijke situatie, onaangepast aan de Europese ruimte en uitdagingen. We moeten de schaal van de Vlaamse waterbedrijven vergroten om mee te tellen in Europa. Nederland concentreert van dertien naar vijf waterbedrijven, in Duitsland en Frankrijk heb je de multinationale waterconcerns Suez, Vivendi, RWE. Vlaanderen bleef versnipperd omdat er politiek al zoveel gereorganiseerd en geregionaliseerd werd en water geen prioriteit is. Ik wil meer samenwerkingsverbanden afsluiten met collega’s uit binnen- en buitenland. Een grote schaal is efficiënter, kostprijsbewuster, Europeser. ”

Wallonië en Vlaanderen keerden elkaar de rug toe voor de waterwinning. Is Vlaanderen zelfbedruipender dan logisch is?

LEYSEN. “U zegt het. Door het Waalse waterbeleid was het logisch dat Vlaanderen meer zelfbedruipend moest worden. Om politieke redenen besloot Wallonië geen dammen meer te bouwen, wat interessant voor ons zou zijn geweest als regulerende voorraad voor het Maaspeil. AWW bouwde daarom zelf meer reservoirs en Vlaanderen importeert nu nog maar slechts 20%. De watercluster Vlaanderen zal zich versterken en in een Europese context zien hoe het verder moet. De Waalse dimensie wordt daarbij bijkomstig. Water is niet langer het goud van Wallonië.”

Frans Crols

Eric Pompen

“Op deze tafel staan een glas AWW-water en een glas Spa-water. Ze zijn van gelijke kwaliteit, maar het merkwater is 700-maal duurder.”

“We denken aan meer water op maat, bijvoorbeeld gedemineraliseerd water, water met toegevoegde waarde.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content