Pretparken komen bij u thuis

Hans Hermans medewerker Trends

De Belgische pretparken zijn weer open sinds vorige maand. Toch is het mooie weer niet de enige reden waarom we massaal in misselijk-makende machines gaan zitten. De vier grote parken hebben ook hun beste marketingbeentje voorgezet.

Walibi en Bobbejaanland organiseerden een lanceringsevent bij de start van het seizoen, en Bellewaerde was eerder al aanwezig in de regionale media. Maar van Plopsaland hebben we nog niet veel gezien. Het Studio 100-park houdt zijn marketingkanonnen nog even binnen tot begin juli, wanneer de nieuwe attracties opengaan. Een nieuwe attractie is immers de grootste publiekstrekker. “Daarmee kun je mensen over de streep trekken die al in hun achterhoofd het plan hadden een pretpark te bezoeken”, zegt Peggy Verelst van Bobbejaanland. En dus investeren de parken zwaar in nieuw plezier: Plopsa 12 miljoen euro, Walibi 14 miljoen (verdeeld over de vier parken van de groep), Bobbejaanland 5 miljoen en Bellewaerde 1 miljoen. Maar: “Die aantrekkingskracht is vergankelijk. Je weet niet of deze bezoekers blijven komen”, nuanceert Verelst.

Jaar na jaar stijgt de marketingactiviteit rond nieuwigheden. Televisie is hiervoor het beste medium, vindt Danny De Troch, marketingdirecteur van de Plopsa-parken. “Op tv kun je goed laten zien wat de bezoekers zullen krijgen. Imagocampagnes hebben niet hetzelfde effect.” Soms wordt er een leuk evenement rond de opening van een attractie georganiseerd. Zo liet Bobbejaanland de nieuwe attractie Dizz inkleuren door graffiti-artiesten.

Focussen op piekdagen

De momenten waarop een park tv-spots, kortingacties en andere marketingactiviteiten plant, zijn heel precies uitgerekend. Geen enkel park verschiet al zijn kruit in het begin van het seizoen, omdat de kans dat het weer dan roet in het eten gooit, groter is. Verelst: “We doen geen tv-reclame rond Pasen. Zeventig procent van onze middelen investeren we wanneer mensen ook echt kunnen komen naar het park, in het hoogseizoen. We nemen een aanloop eind juni en houden die inspanning vol tijdens de twee vakantiemaanden.” Ook Plopsa, dat zegt 5 tot 10 procent van de totale omzet in marketing te investeren, doet dat. “We adverteren alleen op momenten dat mensen concrete plannen maken, bijvoorbeeld enkele dagen voor het weekend. We geloven niet dat onze communicatie een hele zomer meegaat.”

Seizoensstart is van matig belang

De seizoensstart op 9 april onder een stralende zon kwam Walibi en Bellewaerde goed uit, want zij hadden toch zwaar ingezet op de start. Walibi hertekende zijn logo en businessmodel, en zette samen met Carrefour de grootste en meest ambitieuze campagne op. Bij 25 euro aankopen in de supermarkt krijgt de consument een zakje stickers voor het album met de kangoeroebroertjes Walibi en Squad. De eerste 50.000 bezoekers met een vol album (honderd stickers) krijgen gratis toegang en een korting voor vier vrienden of familieleden.

Bellewaerde begon een paar weken voor het seizoen met een zoektocht naar tien kinderen die de nieuwe waterattractie Jungle Mission konden helpen vormgeven. Vijf bekende Vlamingen hielpen hen en de filmpjes van hun avonturen verschenen op regionale tv-zenders en het internet. De blog Dejunglekids.be vertelde het hele verhaal tot aan de opening van de attractie.

Interactie neemt toe

Dit soort interactie tussen pretpark en bezoekers zagen we vroeger niet. Naast de realitysoap rond de nieuwe attractie laat Bellewaerde sinds vorig jaar echte bezoekers getuigen over hoe leuk het was in het park. “Uit onderzoek bleek dat mensen niet altijd de weg naar Bellewaerde kennen”, zegt Marc Guffens, commercieel directeur van de Walibi-groep en marketingdirecteur van Bellewaerde. “Wie hier wel kwam, gaf ons een topscore. Daarom laten we ‘echte’ mensen vertellen.”

Ook Bobbejaanland voert een interactieve campagne. Vijf karretjes van de nieuwe attractie Dizz werden door straatartiesten gekleurd, voor het zesde kan het publiek een ontwerp inzenden. Een jury zal de verschillende ontwerpen beoordelen. Walibi rekent erop dat zijn bezoekers een kant kiezen in het muzikale gevecht tussen de kangoeroebroers. “Telkens als ze thuis een spelletje spelen op onze website, worden hun scores opgeteld bij het totaal van de groep waarvan ze fan zijn”, zegt Oliver Snyers, marketingdirecteur Walibi Europe. “Ook met het verzamelalbum belanden we in de huiskamers van onze doelgroep, de acht- tot twaalfjarigen.”

Groter verhaal creëren

Voor de Plopsa-parken is televisie de grote katalysator. Alle bekende Studio 100-figuren komen in de themaparken tot leven. “Een attractie met een Studio 100-thema is veel leuker en waardevoller”, weet Danny De Troch. “Het wachten stoort minder en de kinderen identificeren zich er makkelijker mee.” Of de moeders. Want zij worden aangesproken door de nieuwe attracties die zijn gebaseerd op oude televisiefiguren zoals Wickie de Viking en Maya de Bij. “Deze figuren zijn in hun geheugen gebrand, en niet alleen in ons land. Met deze internationaal gekende figuren willen we meer Duitsers, Fransen en Franstalige Belgen naar de parken trekken.”

Dat gegarandeerde succes is een luxe die Walibi nog niet heeft met zijn personages. Elk jaar worden meer attracties ‘gethematiseerd’. Via muziek, games, verzamelacties en stripverhalen wordt het verhaal verteld, in de pretparkshops liggen 300 nieuwe merchandisingproducten en wie weet wordt er ooit een tv-serie aan de kangoeroes opgehangen. Een eventuele stijging van het aantal bezoekers dit jaar zal worden toegeschreven aan de nieuwe marketingaanpak, met een totale communicatiewaarde van 10 miljoen euro.

HANS HERMANS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content