Pas het bankentoezicht aan

Jef Vuchelen Jef Vuchelen is professor Economie aan de VUB

De beleidsvoerders blijven vrezen dat de economie in een neerwaartse spiraal terechtkomt als een bank omvalt. Dat bewijst dat het vertrouwen in het bankentoezicht weg is. De faling van het bankentoezicht verliep zeer geruisloos. Dat is niet echt verbazend, want in alle landen hebben de politieke partijen een van hun trouwe dienaars naar een goed betaalde controlefunctie geloodst. Sancties opleggen, zou neerkomen op een schuldbekentenis. Dat is te veel gevraagd. Het is nog erger dat een aantal van die controleurs een mooie promotie kreeg, onder meer naar de Europese Centrale Bank. Erg veel vertrouwen voor de nieuwe controlefunctie van deze instelling op de Europese banken geeft dat natuurlijk niet.

De onrust bij de spaarders werd in België gesust door de Nationale Bank te belasten met het bankentoezicht. Maar er is geen enkele reden om te verwachten dat deze herschikking beterschap brengt. Hoewel, er is een geruststelling. Twee van de drie grootbanken gingen feitelijk failliet zodat er onvoldoende overblijven om het slechter te doen.

Op Europees niveau is de speurtocht naar systemen om faillissementen van banken te vermijden nog intenser bezig dan in ons land. Dat is niet onlogisch, want bankcrisissen zijn steeds meer de katalysator van financiële crisissen, zoals de ervaring met Cyprus aangeeft. Hoewel de communicatie van de Europese Commissie een leerproces doormaakt, is de nieuwe benadering, uitgetest in Cyprus, een grote stap in de goede richting.

Het traditionele model waarbij de banken deposito’s belegden onder controle van de overheid, en die overheid alle verantwoordelijkheid op zich nam bij faillissementen, is door de toestand van de overheidsfinanciën niet houdbaar. De ervaring met Fortis en Dexia in België gaf aan dat de depositowaarborg feitelijk onbeperkt is. In zo’n systeem zijn bankiers geneigd overdreven risico’s te nemen, want alles wat de bankcontroleurs niet verbieden, is toegelaten. Er zit dus nauwelijks een rem op de accumulatie van risico’s. Achteraf bekeken is het vreemd dat het systeem niet vroeger crashte.

Na de ervaring met Cyprus zien we dat de nadruk ligt op herstructureringen en niet langer op faillissementen. Daardoor worden de waarborgen praktisch waardeloos. Deze bijsturing is een elegante manier om de impact van slecht bankbeheer op de overheidsfinanciën sterk te beperken.

De grotere depositohouders, de aandeel- en obligatiehouders, worden onder een of andere vorm betrokken bij de rechttrekking van de financiële toestand van de bank. Ze krijgen indirect een taak in het bankentoezicht. Als het bankbeheer uit de bocht dreigt te gaan, zullen zij, via het wegtrekken van hun deposito’s, problemen signaleren. De beleidsvoerders hebben het systematisch over de grote spaarders, maar de grote deposito’s worden hoofdzakelijk door ondernemingen aangehouden. Voor buitenstaanders zal het niet vanzelfsprekend zijn informatie over de gezondheid van banken te verzamelen. Ratings helpen, maar was het niet de bedoeling van Europa om het belang van de ratingagentschappen te beperken?

De vrees dat de betrokkenheid van grote depositohouders leidt tot meer bankruns is ongegrond, want het risico is even groot. Bovendien gaan banken nauwelijks meer failliet, maar worden ze geherstructureerd. Voor grote depositohouders is dit beter, want bij een faillissement kunnen ze alles verliezen.

Extra toezicht op de banken is cruciaal. Dat is nuttig, maar onvoldoende. Alle wijzigingen aan het bankentoezicht hebben als grote nadeel dat het toezicht extern gebeurt: door revisoren, toezichthouders, aandeelhouders en nu ook de grote depositohouders. Hopelijk weten de bankiers het best welke risico’s ze lopen. Daarom moeten ze ‘meewerken’ aan de beperking van de risico’s. Dat is zeer eenvoudig te organiseren. Bepaal dat bij problemen alle bonussen die aan al het personeel werden uitgekeerd sinds de start van de ontsporing moeten worden terugbetaald. De leden van het directiecomité en de raad van bestuur zouden alle vergoedingen moeten terugstorten.

De auteur is professor economie aan de VUB.

JEF VUCHELEN

De beleidsvoerders hebben het systematisch over de grote spaarders, maar de grote deposito’s worden hoofdzakelijk door ondernemingen aangehouden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content