‘Ouderen hebben een gigantisch potentieel, dat we niet benutten’: schatten we 75-plussers onvoldoende naar waarde?

Ouder dan 75 "Het is bijna een schreeuw, mensen die zeggen: laat mij alsjeblief iets doen!" © Jimmy Kets voor Victoria Deluxe
Dirk Vandenberghe freelancejournalist en podcastmaker

Organisaties laten heel wat kennis, kunde en geld liggen door 75-plussers onvoldoende naar waarde te schatten. “We gaan overstandig om met onze ouderen”, concludeert Ann Peuteman na het maken van een documentaire en een boek over die veronachtzaamde groep.

“Geef me werk werk werk, ‘k heb twee handen, ‘k voel me sterk”, zong opper- Kreuner Walter Grootaers begin jaren tachtig. Het was een strijdlied om de Jongerenmars voor Werk te ondersteunen, in volle crisistijd. Hij zou het vier decennia later opnieuw kunnen zingen, en misschien zelfs deels voor hetzelfde publiek. Want de jonge werkzoekenden van toen blijken ook op latere leeftijd nog te snakken naar een bezigheid. Heel wat 75-plussers vinden dat hun talenten en kennis onvoldoende naar waarde worden geschat. Het gaat hen niet om het geld, wel om de waardering – het gevoel nog van nut te kunnen zijn. “Ze zeggen mij weleens: geniet nu maar van uw pensioen. Maar wat is dat, genieten?” vraagt Nadia Vereecke, een voormalige verpleegster van 77 jaar, zich af. “Voor mij is dat: iets overbrengen op mensen. Dáár geniet ik van!”

Nadia Vereecke, ex-verpleegster
Nadia Vereecke, ex-verpleegster

Nadia is een van de getuigen in de documentaire Rebels, die Knack-journaliste Ann Peuteman samen met regisseur Brecht Vanhoenacker maakte op verzoek van het theatergezelschap Victoria Deluxe. Peuteman schreef eerder al twee boeken over ouderen. Daardoor was ze al tot de vaststelling gekomen dat veel ouderen het moeilijk vinden om zichzelf te blijven. “Ons uitgangspunt voor de documentaire was hen te vragen hoe dat komt. En ook: kun je daar iets aan doen?” zegt Peuteman.

Nadia Vereecke ex-verpleegster: ‘Ik stuik in elkaar als ik niets kan doen’

De openingsscène van de documentaire toont hoe Nadia Vereecke (77) sollicitatiebrieven schrijft. Ze werkte enkele decennia als verpleegster, verkocht medisch materiaal en in Marokko coördineerde ze als prille zestiger vijf jaar de bouw van een ziekenhuis. Daardoor spreekt ze naast Frans en Engels ook een beetje Arabisch, een pluspunt voor een vrijwilligerstaak in het onderwijs, waar ze al werkte in de opvang. “Ik gaf de kinderen ook wat extra Nederlandse les.”

Maar toch: de afgelopen jaren raakte ze nauwelijks nog aan werk, ook niet als vrijwilliger. Ze solliciteerde bij een chocoladebedrijf als inpakker, bij scholen om kinderen op te vangen of haar kennis als verpleegster door te geven, bij dienstencentra om workshops te geven. “Heel vaak krijg je geen antwoord. Of anders is de vacature on hold gezet of ingevuld door een betere kandidaat, terwijl ze nog wel online staat. Ik vind dat vreselijk. Ik stuik in elkaar als ik niets kan doen.”

Dat ze haar verhaal kon doen in het boek en de documentaire was niet alleen een opluchting, het gaf haar vernieuwd zelfvertrouwen om voort te solliciteren. Nu doet ze kleine klussen als simulant voor studenten verpleegkunde en als model in een academie. “Ik blijf zeker zoeken naar andere opdrachten. Dat geeft mij energie!”

Recht op werk

Seksualiteit, niet meer thuis kunnen wonen en de beperkte mobiliteit. Dat waren de belangrijkste pijnpunten die Peuteman had verwacht toen ze bij ouderen peilde naar de grootste hinderpalen om de regie over hun leven te behouden. Maar toen ze een top drie samenstelde uit de honderden mails die ze ontving, bleek die helemaal anders in elkaar te zitten. Hun mening nog kunnen geven, het recht op werk en hun financiën zelfstandig te kunnen beheren bleken de belangrijkste verzuchtingen van ouderen. “Het recht op werk verbaasde me het meest in die top drie”, zegt Peuteman. “Dat gaat vooral om het gevoel nog nuttig te kunnen zijn. Het is bijna een schreeuw, mensen die zeggen: laat mij alsjeblief iets doen, laat mij iets bijdragen! Daar zit een gigantisch potentieel dat we niet kennen, of niet willen benutten.”

De getuigenissen van 75-plussers die worden afgewimpeld op hun zoektocht naar een zinvolle tijdsbesteding zijn talrijk, en potentiële werkgevers vinden gemakkelijk excuses om hen te weren. Het mag niet van de verzekering. Of: het komt niet goed over bij de klanten als er een fragiel uitziende persoon de balie bemant of kinderen opvangt. “Wat me ook verbaasde, zeker na corona, is de enorme stugheid in onze arbeidsorganisatie”, zegt Peuteman. “Als je niet afvalt door je geboortedatum, is er wel een andere reden. Bijvoorbeeld omdat iemand zich niet meer zo vlot kan verplaatsen. Terwijl er prachtige voorbeelden zijn van ouderen die bijvoorbeeld leesgroepjes voor studenten Nederlands houden bij hen thuis. Ja, je moet je soms wat aanpassen, maar uiteindelijk werkt dat niet minder goed.”

REBELS
REBELS “Als je niet afvalt door je geboortedatum, is er wel een andere reden.”

De essentie van het probleem is volgens Peuteman dat we ‘ouderen’ te vaak zien als een homogeen blok, terwijl er in die groep een enorme verscheidenheid is, ook in leeftijd. Iemand van 66 is anders dan iemand van 88. “We zitten vol vooroordelen, soms goedbedoeld. Bijvoorbeeld het vooroordeel van de winkelbediende die een klantenkaart met een QR-code meegeeft aan een oudere klant en zegt: ‘Vraag maar aan uw kleinkinderen hoe dat werkt.’ Dan zak je door de grond. Of een voormalige ICT-professional die een laptop koopt en wordt gevraagd of hij wel met de computer kan werken. Terwijl die man als vrijwilliger computerles geeft aan senioren.”

Die voorbeelden illustreren hoe we ouderen vaak zien als een probleem. Zo worden ze ook opgevoerd: als een kostenpost voor de sociale zekerheid, en niet als een groep die nog kan bijdragen aan de maatschappij. “En als je naar een grote groep kijkt als mensen die alleen maar zorgbehoevend zijn, die de moderne wereld niet kennen, dan ben je natuurlijk ook niet geneigd hun een deeltijdse baan of een vrijwilligerstaak te geven”, stelt Peuteman.

Hans Maertens Voka: ‘De wens van ouderen is ons bekend’

“De wens van een deel van de ouderen om langer actief te zijn, is ons zeker bekend”, zegt Hans Maertens, gedelegeerd bestuurder van de werkgeversorganisatie Voka. “In principe kun je na je pensionering blijven werken, maar toch zijn er nog wettelijke hinderpalen, bijvoorbeeld op het gebied van pensioenen en ziekenfondsen. Onze specialisten werken daarop en ijveren er bij de wetgever voor ook die laatste hinderpalen weg te nemen.”

“Wat we zeker toejuichen, zijn de initiatieven die de sector zelf neemt, zoals de uitzendkantoren die zich specifiek richten op ouderen. Zij helpen en begeleiden zowel ouderen als bedrijven. Dat die uitzendkantoren vooral aandacht hebben voor de groep tussen 65 en 75 jaar, zal zeker kloppen. Op een bepaald moment wordt het niet meer zo vanzelfsprekend om oudere werknemers overal in te zetten. Maar ik denk zeker dat we nog meer inspanningen kunnen doen om 75-plussers meer bij onze bedrijven en onderwijsinstellingen te betrekken.”

Media en marketing

Het negatieve beeld dat we van ouderen hebben, wordt nog versterkt door de media, reclame en marketing. “Als ouderen worden opgevoerd in de media, is het vaak ter illustratie van het probleem”, weet Peuteman. “Zo mag een oudere aan het einde van een reportage over woon-zorgcentra nog eens zorgen voor de grappige afsluiter. Eenmaal de tachtig voorbij komen ouderen bijna niet meer op tv omwille van hun kennis of expertise, een uitzondering daargelaten. En in reclame worden ouderen van boven de 75 jaar niet getoond, zelfs niet als de reclame voor hen bedoeld is. Een vrouw van 85 stuurde me een reclame voor trapliften, met op de foto een kwieke zestiger die die lift zeker nog niet nodig had. ‘Blijkbaar mogen wij niet getoond worden’, was de conclusie van die vrouw. Bedrijven laten daar een heleboel geld liggen. Neem de banken: ouderen werken niet digitaal, dus we beschouwen hen als een kostenpost. Terwijl die mensen kennis, tijd en vaak geld hebben. Wij zijn als maatschappij dom dat we daar allemaal geen gebruik van maken.”

Eva Hambach Steunpunt Vrijwilligerswerk: ‘De analyse klopt, maar niet alleen voor ouderen’

“Oudere vrijwilligers komen ons niet zeggen dat ze moeilijker werk vinden, maar ik denk zeker dat de analyse klopt”, zegt Eva Hambach, de directeur van de vzw Steunpunt Vrijwilligerswerk. “Organisaties mogen ouderen niet weigeren op basis van de verzekering. Dat is discriminatie. Vroeger was de verzekering individueel, nu is die collectief. Wel zitten sommige verenigingen nog met oude polissen opgescheept.” Dat bij sollicitaties geen geboortejaar ouder dan 1952 kan worden ingegeven, vindt Hambach niet kunnen. “Als dat zo is, moeten we onze organisaties erop wijzen dat dat niet oké is.”

“De analyse dat oudere werknemers die zelf al wat zorg nodig hebben wellicht nog op een andere manier kunnen helpen, met lichtere of minder langdurige taken, zal zeker kloppen. Dat daar te weinig op wordt ingespeeld, zal ook kloppen. Maar dat is het grote probleem van de algemene toegankelijkheid van het vrijwilligerswerk. Ook anderstaligen en mensen met een beperking ondervinden dat. Wij moeten onze organisaties helpen daar wat flexibeler in te zijn en erop wijzen dat ze taken kunnen opsplitsen, zodat ze meer mensen en meer ouderen kunnen inzetten. Dat zou voor iedereen beter zijn. We proberen daar iets aan te doen, bijvoorbeeld door met workshops te illustreren hoe ze dat kunnen aanpakken. Maar een organisatie wil vaak zekerheid en niet te veel geklooi met uurroosters en zo. We moeten daar allemaal flexibeler in worden.”

Eva Hambach, Steunpunt Vrijwilligerswerk
Eva Hambach, Steunpunt Vrijwilligerswerk

Toch ziet Ann Peuteman dat het ook anders kan. “De slimste vrouw in mijn boek is de directrice van de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience in Antwerpen. Die kreeg op een dag een verzoek van Monika Triest of ze niet wat mocht helpen met boeken uit de rekken halen voor bezoekers. Gelukkig herkende ze die naam, wist ze dat Triest ooit in de Verenigde Staten doceerde en daar actief was in de burgerrechtenbeweging, dat ze de eerste leerstoel vrouwenrechten aan de Universiteit Amsterdam bekleedde, dat ze voorzitter van het Vrouwen Overleg Komitee was. Triest is een icoon van de feministische beweging en schreef enkele jaren geleden nog een boek over het Amerika van Trump. Gelukkig bood de bibliotheek haar een opdracht aan als onderzoeker. Eén dag in de week inventariseert ze boeken die interessant kunnen zijn voor vrouwenstudies. Dat ze gewaardeerd wordt om wat ze kan en zich op die manier nog kan inzetten, vindt ze fantastisch. ”

Dat ondervond Peuteman ook toen ze Nadia Vereecke betrok bij een onlineles over de omgang met oudere patiënten voor studenten verpleegkunde van Odisee. “De studenten hingen aan haar lippen. Normaal krijg je na een onlineles nooit extra vragen, nu ging dat tientallen minuten door. Ik zag Nadia helemaal opleven, het gaf haar weer meer moed om andere baantjes te zoeken. Dan denk ik: als zo’n klein beetje aandacht zo’n groot verschil kan maken, moeten we dat met z’n allen veel meer doen.”

Ann Peuteman, Rebels. Het verzet van 75-plussers, Uitgeverij Vrijdag, 196 blz., 22,50 euro

De documentaire Rebels van Ann Peuteman en Brecht Vanhoenacker draait vanaf november in de bioscoop

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content