Onroerend inkomen: blij gemaakt met een dooie mus

Wie woningen renoveert die gelegen zijn in een ‘zone voor positief grootstedelijk beleid’ heeft niet alleen onder bepaalde voorwaarden recht op een belastingvermindering. Ook de herschatting van het kadastrale inkomen wordt uitgesteld. Maar dat blijkt meestal een maat voor niets te zijn.

De auteur is advocaat en hoofdredacteur van Fiscoloog.

Nog net voor de ontbinding van het parlement heeft de uittredende regering een programmawet doen goedkeuren waarin ook enkele fiscale maatregelen zijn opgenomen die de belastingplichtigen moeten aansporen om woningen te renoveren die gelegen zijn in een zone voor positief grootstedelijk beleid. Dat zijn zones van steden of gemeenten waar het woon- en leefklimaat dringend moet worden verbeterd. De afbakening van die zones is inmiddels vastgelegd in een meer dan driehonderd bladzijden dik document dat op 20 juni in het – tegenwoordig alleen nog via het internet te consulteren – Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd.

Kadastraal. De eerste fiscale maatregel die de renovatie van dergelijke woningen moet stimuleren, hebben we vorige week kritisch onder de loep genomen. Hij bestaat in een belastingvermindering voor de eigenaar die de werken laat uitvoeren, op voorwaarde (onder meer) dat het om zijn enige woning gaat en zij minstens vijftien jaar oud is.

De tweede fiscale stimulans heeft te maken met het kadastrale inkomen. In sommige gevallen geeft de renovatie van gebouwen aanleiding tot een aanpassing (lees: verhoging) van het kadastrale inkomen. Bij de renovatie van woningen die gelegen zijn in een zone voor positief grootstedelijk beleid, zal de verhoging van het kadastrale inkomen met zes jaar worden uitgesteld.

Eerste vaststelling: de voorwaarden waaronder deze tweede stimulans wordt toegekend, zijn veel minder streng dan de voorwaarden waaronder je de voormelde belastingvermindering kunt genieten. Hier is niet vereist dat het om de enige woning gaat en evenmin dat de woning minstens vijftien jaar oud moet zijn. De enige wettelijke voorwaarde luidt dat de woning gelegen is in een als zodanig afgebakende zone voor positief grootstedelijk beleid.

Tweede vaststelling: in veel gevallen zal deze stimulans een maat voor niets zijn. Dat heeft verschillende oorzaken. De stimulans geldt alleen wanneer aan de woning grote werken worden uitgevoerd. Zij moeten immers in principe tot gevolg hebben dat het kadastrale inkomen moet worden aangepast (anders heeft een uitstel van deze aanpassing uiteraard geen effect). Zo’n aanpassing gebeurt alleen als de woning aanzienlijk wordt gewijzigd, herbouwd of vergroot. Wie bijvoorbeeld de behanger laat komen, of de loodgieter om de badkamer te vernieuwen, heeft aan een uitstel van de aanpassing van het kadastrale inkomen geen boodschap. Dergelijke werken geven geen aanleiding tot een aanpassing van het kadastrale inkomen.

Gewesten. Bovendien heeft het uitstel geen uitwerking voor de toepassing van de onroerende voorheffing. Het meest aantrekkelijke aspect van de nieuwe stimulans gaat daarmee verloren. Dat het uitstel geen effect heeft op het gebied van de onroerende voorheffing mag verwondering wekken. Maar het is niet meer dan een logisch gevolg van de gewestvorming. Sinds enige tijd zijn de drie gewesten exclusief bevoegd om te bepalen hoe hoog de onroerende voorheffing moet zijn. De federale wetgever heeft op dit punt niets meer te vertellen. Hij kon dan ook niet anders dan beslissen dat het uitstel van de aanpassing van de kadastrale inkomens geen gevolgen heeft op het gebied van de onroerende voorheffing.

Personenbelasting. Wat is dan wel het voordeel van het uitstel? Dat is ver te zoeken. Het uitstel heeft tot gevolg dat het onroerend inkomen dat je in de personenbelasting moet aangeven, voorlopig niet stijgt.

Maar dit status-quo zal in veel gevallen ook niet veel te betekenen hebben. Het vergt om te beginnen al dat de belasting gebaseerd wordt op het kadastrale inkomen. Dit zal het geval zijn als de eigenaar zijn woning zelf bewoont, of als hij ze verhuurt aan een huurder die de woning niet gebruikt voor de uitoefening van zijn beroepswerkzaamheid.

Maar zelfs dan heeft het uitstel in veel gevallen geen effect. Een eigenaar die de gerenoveerde woning zelf bewoont, heeft recht op de zogenaamde woningaftrek. Die bedraagt tegenwoordig 4017 euro plus 335 euro voor de echtgenoot en nog eens 335 euro per persoon ten laste. De meeste woningen – en zeker de woningen die gelegen zijn in een zone voor positief grootstedelijk beleid – hebben een kadastraal inkomen dat ver onder die grens blijft. Voor die woningen zal een uitstel van de aanpassing van het kadastrale inkomen dus meestal geen effect hebben.

Lening. Tenzij in het kader van de bijkomende interestaftrek. Wie leent om renovatiewerken te laten uitvoeren, mag het saldo van de interesten dat hij niet kan aanrekenen op zijn onroerend inkomen, bijkomend aftrekken van zijn andere inkomsten. Een uitstel van de aanpassing van het kadastrale inkomen heeft tot gevolg dat meer interesten bijkomend aftrekbaar zijn. Maar daar zijn dan weer andere en strenge voorwaarden aan verbonden. Zo moet het om een hypothecaire lening gaan en moet de kostprijs van de werken ten minste 23.740 euro bedragen.

Het uitstel van de aanpassing van het kadastrale inkomen zal bijgevolg slechts in zeer weinig gevallen effectief resulteren in een tastbaar fiscaal voordeel. Dat noemen ze in de volkstaal een mens blij maken met een dooie mus.

Jan Van Dyck

Het uitstel van de aanpassing van het kadastrale inkomen heeft geen gevolg voor de onroerende voorheffing.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content