Noordse kolieken

De Finnen stellen zich halsstarrig op in Europa omdat ze met hun eigen tegenspoed geconfronteerd worden.

Vanuit het historische hart van Helsinki kan je een glimp opvangen van de kolossale cruiseschepen die aan de overkant van de haven klaarliggen om uit te varen. Op amper twee uur varen, aan de andere kant van de Finse Golf, ligt Tallinn, de hoofdstad van Estland. Nog verder naar het zuiden bereikt de vermoeide reiziger uiteindelijk Athene.

Terwijl Griekenland de vervelende klant is onder de Zuid-Europese schuldenlanden, is Finland de tegendraadse partner onder de noordelijke crediteurlanden. Sinds midden 2011 heeft het aangedrongen op speciale voorwaarden voor zijn bijdrage tot de financiële reddingsoperaties van de eurozone door een onderpand op zijn leningen te eisen. De regering schuwt de hoogdravende retoriek over de Europese eenheid. De minister van Buitenlandse Zaken zorgde voor consternatie door te verklaren dat Finland een rampenplan klaar heeft voor het geval de euro uit elkaar zou vallen.

Enerzijds is het moeilijk te begrijpen waarom Finland zo weerbarstig is. Nadat het in 1994 toegetreden was tot de eurozone gedijde het land goed. Het leed weliswaar onder de recessie van 2008-2009, maar heeft zich stevig hersteld. De werkloosheid is van een piek van 8,7 procent begin 2010 gedaald tot 7,5 procent. Het herstel werd geschraagd door forse consumentenbestedingen en ondersteund door een duurzame huisvestingsmarkt. Het financieel systeem verkeert in een behoorlijk goede vorm.

Finlands openbare financiën zijn eveneens gezond, zeker in vergelijking met elders in de eurozone. Van de zes overblijvende AAA-landen onder de 17 eurolidstaten is Finland het enige dat volgens het ratingbureau Moody’s geen gevaar loopt op een downgrading. De openbare schuld bedraagt slechts 50 procent van het bbp en dat is een heel stuk lager dan de 80 procent van Duitsland. Bovendien is er dit jaar een begrotingstekort van 1 procent, een schamel bedrag in vergelijking met wat de Europese schuldenlanden opstapelen.

Buurland Zweden

Anderzijds doet Finland het duidelijk minder goed dan buurland Zweden, dat besloot de euro niet te omarmen. Tot de crisis toesloeg, maakte dat weinig uit. Het ging beide landen voor de wind. Maar de voorbije vijf jaar groeide de voorspoed van beide landen uit elkaar, met Finland als verliezer (zie grafiek).

De recessie sloeg veel harder toe in Finland dan in Zweden en het Finse herstel was minder uitbundig. Bovendien sputtert de Finse economische motor. In het tweede kwartaal daalde het Finse bbp met 1 procent, terwijl het Zweedse met 1,4 procent steeg. De prognose voor het hele jaar toont een groei van 0,5 procent, zegt Markku Kotilainen van het Onderzoeksinstituut van de Finse Economie. Volgens Robert Bergqvist van de SEB-bank groeit de Zweedse economie dit jaar met 1,3 procent.

Er is nog een veelzeggende vergelijking: Zweden blijft een stevig overschot op de lopende rekening aanhouden (7 % van het bbp in 2011), terwijl Finland vorig jaar voor het eerst sinds 1993 in het rood dook, een fenomeen dat de centrale bank zorgen baart. Waar de Finse overheidsschuld voor de crisis lager was dan de Zweedse, is ze nu hoger.

Een en ander heeft te maken met de terugval van Nokia, Finlands vallende gsm-ster (zie kader). Maar ook andere industriële pijlers zoals de hout- en papiersector deden het slecht. De Bank of Finland voert aan dat het verlies aan concurrentiekracht een cruciale reden is waarom de export het zo slecht doet: de arbeidskosten per eenheid product zijn over de voorbije vijf jaar met 20 procent gestegen.

Sombere vooruitzichten

De economische vooruitzichten op langere termijn maken de somberheid alleen maar erger. In een begin dit jaar gepubliceerde studie over de Finse economie schat de OESO dat het Finse bbp van 2016 tot 2020 met slechts 1,7 procent per jaar zal groeien. En dat terwijl de factuur voor de snel vergrijzende bevolking klaarligt, nu de babyboomers voor hun pensioen staan.

De coalitieregering van de conservatieve premier Jyrki Katainen heeft maatregelen getroffen om het structurele begrotingssaldo tegen 2015 met 2 procent te verbeteren. Zo wordt de btw volgend jaar met 1 procent opgetrokken. Daarom wordt voor 2013 slechts een groei van minder dan 1 procent verwacht, zegt Kotilainen.

Naast verdere besparingen zijn ook pijnlijke hervormingen nodig. Finland moet zijn pensioenleeftijd optrekken. Bovendien dringt de OESO er in haar rapport op aan dat het land de productiviteit van zijn openbare dienstverlening verbetert.

Reddingsmoeheid

Nu het in eigen huis almaar moeilijker wordt, steigeren veel Finnen bij het idee dat ze moeten opdraaien voor wat zij zien als lichtzinnige eurolanden die de spelregels niet gevolgd hebben. De Finse vraag naar waarborgen in ruil voor zijn medewerking aan de Europese reddingsplannen komt voort uit een coalitieakkoord dat gesloten werd na de verkiezingen van april 2011. Toen staken de Ware Finnen de kop op. De partij was tegen de reddingsplannen en is nu de grootste oppositiepartij. Niettemin blijkt de premier zich te willen opstellen als een constructieve onderhandelaar veeleer dan als een herrieschopper.

In weerwil van hun afkeer voor bail-outs blijven de Finse publieke opinie, het zakenleven en de vakbonden de euro toch gunstig gezind. Een van de redenen daarvoor schuilt in een andere bestemming die de grote cruiseschepen aandoen: Sint-Petersburg. Het Fins Instituut voor Internationale Betrekkingen wijst erop dat de toetreding tot de euro ook een veiligheidsaspect had. Ze verbond Finland nauwer met Europa en wierp een dam op tegen Rusland, nog altijd de grootste handelspartner van Finland.

De Finnen dromen misschien niet van een toekomst buiten de eenheidsmunt. Hun tegenzin om de zuidelijke lidstaten te hulp te schieten is een typisch voorbeeld van de ‘reddingsmoeheid’ die grote delen van Noord-Europa treft en onder meer ook in Nederland opduikt. Die moeheid is een van de redenen waarom het ernaar uitziet dat de eurocrisis deze herfst wel weer eens zou kunnen opflakkeren.

THE ECONOMIST

In weerwil van hun afkeer voor bail-outs blijven de Finse publieke opinie, het zakenleven en de vakbonden de euro toch gunstig gezind.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content