NOG NIET UITGEMOLKEN

MELKERT-BANEN IN NEDERLAND.

Nederland jubelt op Prinsjesdag. Met een daling van de staatsschuld naar 2,2 % van het Bruto Binnenlands Product (BBP) en een economische groei van 2,7 % in ’97 stevenen onze noorderburen naar een vlotte toetreding tot de Europese muntunie. Ook op het vlak van de werkgelegenheid scoort het paars kabinet van Wim Kok. Zijn doelstelling 350.000 extra banen tegen ’98 zal al volgend jaar gehaald worden. De werkloosheidsgraad daalt naar amper 5,25 % van de beroepsbevolking. “Ondanks de toenemende vergrijzing neemt het aantal uitkerings- en pensioengerechtigden voor het eerst sinds een kwart eeuw af,” aldus een triomferende koningin Beatrix op de Troonrede.

Saskia Klosse hoofddocent Sociaal Recht aan de Universiteit Utrecht en gastspreekster op het Vlaams Sociaal Economisch Forum wil de pret niet bederven, maar wijst toch op een blijvend kankergezwel in de samenleving : “De harde kern van laaggeschoolde, langdurig werklozen komt niet aan de bak op de arbeidsmarkt. Zo ontstaat het probleem van sociale uitsluiting, met alle drama’s vandien, waar uiteindelijk de gemeenschap financieel voor opdraait.” Sinds begin de jaren negentig pakt de Nederlandse regering dit fenomeen primair via het marktmechanisme aan : door een verlaging van de loonlast worden werkgevers gestimuleerd laaggeschoolde, langdurig werklozen aan te werven. Daarnaast verleent het paars kabinet subsidies voor nieuwe jobs, respectievelijk 30 miljard frank voor 40.000 plaatsen in de collectieve ( Melkert I) en 13,7 miljard frank voor 20.000 extra banen in de privé-sector ( Melkert II).

Het Nederlands parlement discussieert nu hevig over deze maatregelen. Klosse : “Uit een nog niet gepubliceerd rapport van de Rekenkamer blijkt dat één derde van de Melkert-banen uit vervanging van bestaand werk bestaat, wat dus niet de bedoeling is.” Los van deze kritiek, wijst de hoofddocent op het nadeel van loutere prijsprikkels : “Zodra de subsidie wegvalt, verdwijnt vaak de baan. Daarom pleit ik voor aanvullende scholing en begeleiding. Dat is niet alleen een taak voor de overheid. Ook het bedrijfsleven kan haar steentje bijdragen. De industrie heeft er immers alle belang bij dat die risicogroep van laaggeschoolde, langdurig werklozen uit de sociale zekerheid verdwijnt. Hoe je het ook draait of keert, de overheid verhaalt haar tekorten uiteindelijk toch op de werkgever en -nemer. Zo zijn de Nederlandse ondernemingen tegenwoordig in beginsel verplicht het eerste jaar zelf 70 % van de lonen verder uit te betalen aan zieke arbeidskrachten. Deze trend naar bezuinigingen en zelfregulering zet zich nog voort.”

In die zin juicht Klosse experimenten uit de bedrijfssectoren, zoals de SchoonmaakSter, toe. Als een schoonmaakfirma een bijstandsgerechtigde arbeidskracht die langer dan één jaar werkloos is aanwerft voor het kuisen van privé-woningen tegen een uurtarief van zo’n 285 frank, dan krijgt de betrokken onderneming een subsidie en belastingverlaging van maximaal 347.000 frank per jaar. Ook staat de hoofddocent achter de collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) in de metaalsector, waarbij de sociale partners zelf een werkgelegenheidsfonds oprichten.

Klosse : “Loutere prijsprikkels volstaan echter niet. Je moet meer op de aanbodzijde van de arbeidsmarkt gaan werken. In dit verband doet het publieke uitzendbureau Start nuttig werk door bedrijven gratis langdurig werklozen aan te bieden. In een tijdelijke job kunnen ze ervaring opdoen. Langzaam maar zeker vindt een mentaliteitswijziging plaats om samen het probleem op te lossen.”

SASKIA KLOSSE (UNIVERSITEIT UTRECHT) Pleidooi voor aanvullende scholing en begeleiding.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content