Nieuwe horizon

LVD zweeft over de Niagara Falls. De Vlaamse machinebouwer heeft nu twee thuismarkten, Europa én de VS. Jean-Pierre Lefebvre leidt Noord-Amerika vanuit Noord-Carolina, Carl Dewulf leidt Europa vanuit het traditionele hoofdkwartier in Gullegem. Wat is de LVD-strategie? Hoe ruikt en voelt het Amerikaanse duobedrijf? LVD wordt een netwerkonderneming, de VS is daarvan een uiterst belangrijke uitbreiding.

Buffalo (New York),

Verenigde Staten.

De avond valt bij het naderen van Buffalo Airport. De streek is bebost, onder de Boeing verschijnen de Niagara Falls. De nieuwe fabriek van LVD in de VS, Strippit, ligt op twaalf uur vliegen van Zaventem, met overstap in Boston. Jean-Pierre Lefebvre (48 j.) en Carl Dewulf (34 j.), de co-voorzitters van LVD – respectievelijk de L en de D van de bedrijfsnaam – kunnen elke wolk dromen. Sedert twaalf maanden liggen Buffalo (New York) en Strippit op hun reisroute, in de zomer werden zij voor 100% eigenaar van hun concurrent. LVD kocht Strippit voor circa zesmaal de earnings (nettoresultaat). De verkoper, het beursgenoteerde, gespecialiseerde conglomeraat Idex, wilde de ontvlechting niet financieel uitpersen. Branchedeskundigen ramen de aankoopprijs tussen 850 miljoen en 1 miljard frank, een fors stuk onder de vraagprijs.

LVD bouwt machines

voor de meest ingewikkelde plaatbewerkingen. De vleugelsecties van jetvliegtuigen, de dwarsliggers van trucks, vangrails langs snelwegen, lichtmasten… Vijftig procent van de omzet wordt gemaakt met machines van minder dan vier jaar oud. In de sector machinebouw staat LVD qua toegevoegde waarde (1,1 miljard frank) op de zesde plaats ( Trends Top 5000, 1997).

De West-Vlamingen:

veroverden door de overname van Strippit een ijzersterke positie op de Noord-Amerikaanse markt,

doen een gooi naar het nummer 3 op de wereldranglijst van de plaatbewerkingsmachines,

schuiven twee productenwaaiers en gereedschappen in één catalogus en worden daardoor een single source supplier, dé internationale trend,

brengen mechanica, elektronica plus tele-onderhoud ( tele-maintenance) sterker bij elkaar,

tonen dat werktuigkunde met haar jongste laservernieuwingen ook wereldbusiness is naast de meer sexy toptechniek als biotechnologie en IT,

bevestigen de generatiewissel bij LVD.

De gemetamorfoseerde onderneming heeft een dubbelhoofd. Aan de leiding van Europa staat Carl Dewulf, sterk in fabricage en organisatie. Jean-Pierre Lefebvre, sterk in marketing en verkoop, leidt de VS en zit het directiecomité van Strippit voor: “Synergie over de oceaan kan niet zonder in elk bedrijf een sleutelfiguur te hebben waarmee je bijna slapend kan coördineren en beslissen. Anders blijft de overheveling van kennis en mensen uit.” Jean-Pierre Lefebvre nam met zijn vrouw en drie kinderen een ingrijpend besluit. Omwille van de long distance acquisition vestigen zij zich in Noord-Carolina, de traditionele Amerikaanse stek van LVD. Carl Dewulf: “Mijn compagnon is een nomade, vroeger was hij vier maanden thuis per jaar, nu zal het relatief rustiger worden voor hem.”

Amerika plus Europa dempen schokken

Strippit was een dochter van Idex, gegroeid uit Houdaille Industries van de Frans-Amerikaanse vernufteling Houdaille. Idex behoort tot de stal van Kohlberg Kravis Roberts ( KKR), maestro’s in fusies en overnames. In de raad van bestuur van Idex zitten topmensen van KKR en psychologisch was de moeder sterk geëngageerd in de machinebouwer. Idex had twee productenfamilies: vloeistofbeheer (van koffie tot olie) en machinebouw. De pump companies kregen de grootste aandacht, de inkomsten van de machinebouwers werden overgeheveld naar de vloeistofsystemen. Het beursgenoteerde Idex floreerde boven het marktgemiddelde maar kreeg van de financiële analisten slechte punten omwille van de cycliciteit van de sector van de machinebouw. Carl Dewulf: “De Amerikaanse cycliciteit en de onze vlakken elkaar af”. Idex versmalde na Strippit (en de verkoop van Vibratech) en specialiseert zich in vloeistofsystemen. Hun omzet is stabieler, de verkoopmarge hoger en hun maatwerk beperkter. Bruce Turner, vice-president finance & controle: “Wall Street is niet gewend aan de lange cycli in de machinebouw.”

Investco, Bank Degroof en ABN Amro Finance ondersteunden de deal. ABN Amro besliste op drie dagen: we doen mee en financieren de overname op basis van de sterke balans van Strippit. De mid-Amerikaanse dochter van ABN Amro, LaSalle Bank in Chicago, werd gebrieft en opende mee de deur naar de overname. Jean-Pierre Lefebvre: “Strippit had geen frank schulden en de acquisitie is voor de helft betaald op haar balans. Voor ons is Strippit een perfecte fit en de verkoper begreep onze strategie. De industriële traditie van Amerika is anti-Japans, en de grootste Japanse producenten vielen uit de boot. Idex wilde ook geen stripper die het bedrijf per divisie zou verkopen. Onze familiale traditie maakte indruk op de verkoper en we hadden een goed verhaal.”

De verkoop van Strippit nam acht maanden in beslag en acht ondernemingen dongen naar de hand van de bruid. Bruce Turner: “Er bestond veel onrust, al jaren vreesden wij dat Idex ons kwijt wou. Strippit is traditioneel een onderneming waar je werkt van de wieg tot het graf.” Op de werkvloer zie je veel arbeiders van middelbare leeftijd met brillenglazen als de deksels van jampotten. De trouw van de werknemers is exemplarisch, hun gemiddelde leeftijd is 43 jaar, de gemiddelde duur van de samenwerking zeventien jaar.

Drie jaar geleden waren er al gesprekken tussen LVD en de Amerikanen. Jim Blackstone, vice-president marketing: “Een eerste klaroenstoot dat we dringend onze blik internationaal moesten verruimen. LVD prikkelde onze bezinning over: wat kunnen we, wat willen we, hoe zullen we voortaan groeien?” Eensgezind wordt LVD genoemd als the best possible partner. Waarom de waardering? Bruce Turner: “Met LVD hebben we de hoogste synergetische effecten, onze bedrijfsculturen liggen dicht bij elkaar en voor de Vlaamse onderneming is deze acquisitie een strategische langetermijninvestering. Wij zijn uit de handen van distant ownership geraakt. De overige overnamekandidaten waren meer concerns met diverse belangen en activiteiten, daar zouden we na een tijd opnieuw aan de deur hebben gestaan.” Ook de psychologie speelt een rol: “Jullie hebben een vriendelijker aard dan Japanners en Duitsers, ook dat bevalt onze mensen.” De klanten reageren goedgemutst op het huwelijk. Jim Blackstone: “Een Belgische eigenaar is in de ogen van Amerikaanse kopers minder buitenlands dan een Duitse koper, de overname is neutraler.”

LVD boekt een omzet

van 4,5 miljard frank en exporteert 15% naar de VS vanuit België. Strippit boekt 2,5 miljard frank met een eigen verkoopstaf van ongeveer vijftig mensen. Carl Dewulf: “Directe verkoop is bij Strippit een traditie, een algemene agent laat je ginder vallen voor een centje meer.” De markt van Strippit ligt voor 80 à 85% in Noord-Amerika en geblikt wordt naar Latijns-Amerika, China en Taiwan. “Politiek kan het interessant en sterk zijn om LVD-producten voortaan te verkopen via de Amerikaanse publieke kredietverzekeraar Exim Bank aan bijvoorbeeld deze landen,” weet Jean-Pierre Lefebvre.

LVD heeft vier grote productengroepen: de guillotineschaar (nooit door Strippit gemaakt), de ponsmachines (het hoofdproduct van Strippit); lasersnijders (daarvoor had Strippit een Italiaanse licentie, nu wordt overgeschakeld naar de technologie van LVD) en afkantpersen (nog altijd 30% van de LVD-omzet).

Doorbreken op lasermarkt

De naamkaartjes staan een slag achter. De vice-presidents hebben de vermelding Idex Corporation nog op hun corporate ID staan. De naam Strippit blijft behouden en verschijnt in duplo met de naam LVD op de briefhoofdingen. De machines krijgen een nieuw kleurenkleed, het grijs van Strippit wordt gemengd met het wit van LVD.

Rond de fabriek hangt de geur van het woud, hertenjacht is een geliefd tijdverdrijf van het management en de werknemers. De streek is sterk Pools met hardwerkende blue collar-mensen. “Strippit is een union shop met een open communicatie tussen leiding en medewerkers, elk kwartaal zet de voorzitter de stand van zaken uiteen voor de werknemers en is er een vragen-en-antwoord-sessie. De arbeiders hebben een inspuiting optimisme gekregen,” zegt Rod Simeone, vice-president personeel. De productie wordt geherorganiseerd in cellen waarin werknemers gezamenlijk een product maken van het begin tot aan de eindmontage, weg dus van het lopende-bandwerk, en de materiaalstroom wordt fors verbeterd. LVD heeft deze stappen al gezet, onder meer in Gullegem; Strippit zal nu volgen.

De omzet van Strippit is voor 80% gemaakt met plaatbewerkingsmachines en voor 20% met gereedschappen. Zeventig procent van de cliënteel is het kleinere atelier, de zogenaamde job shops, veeleisende kopers; 30% staat op de lijst van de grote ondernemingen – de Fortune 500 – of is original equipment manufacturer. Strippit haalt 20% van zijn omzet in het buitenland, maar buitenland is bijvoorbeeld de Canadese provincie Ontario met een grote vraag naar plaatbewerkingsmachines. De job shops zijn kenschetsend voor het noordoosten van de VS; de grote klanten voor de mid-west (auto-industrie en landbouwmachines) en het westen (defensie, luchtvaart, computers). Victor Carbone, tot in juni 1998 vice-president engineering en nu adviseur): “Strippit is uitmuntend voor de bewerking van dunnere platen, en die horen bij computerkasten, medische toestellen, verwarming- en luchtbehandeling. We hebben veel technisch talent en dat is een borstwering tegen de delokalisering.” Strippit zal voortaan de CNC-afkanters bouwen van LVD, één van de eerste synergieën van de overname. Daardoor wordt de levertijd in de VS viermaal korter.

De voorsprong van Strippit

ligt in de productiviteit van de machines, een leidende positie in pc-geïntegreerde controles, gebruiksvriendelijke programmatuur ( Smart stroke) en tooling compatibility, zeggen artikels in het Amerikaanse vakblad The Fabricator. Strippit verwacht veel van de samenwerking met LVD om door te breken in de lasermarkt en de volautomatische hydraulica. De nieuwere modellen – verkooppprijs 300.000 tot 500.000 dollar – zijn klaar voor uitlevering. Barbara Zinter van marktservices: “Voor onze kleinere klanten is dat een uiterst zware investering. De verkoopprijs van een nieuwe machine is soms de helft van hun omzet.”

In 1978 bouwde Strippit de eerste lasermachine, wat veel te vroeg was, bekent Victor Carbone. In 1994 werd opnieuw een lasermachine ontwikkeld. LVD-Strippit wil een leiderschapspositie verwerven in de combinatie van ponsen en lasersnijden.

De niet-Amerikaanse concurrenten van LVD-Strippit zijn Amada, het nummer één in de wereld (de onderneming heeft het kwaad in Azië); Trumpf (Duitsland), de evenknie van Amada; Finn-Power (Finland), opgebloeid sedert vijf jaar (mist een sterke klantendienst). Amerikaanse concurrenten zijn Cincinnati, een legende en een klassieke rivaal van LVD. De totale markt in de VS voor ponsmachines is 160 miljoen dollar; Amada heeft 47%, Strippit 21%, Trumpf 15%. Ponsmachines hebben een prijskaartje van 200.000 tot 400.000 dollar. Jim Blackstone: “Wij groeien 20% sneller dan onze concurrenten.”

Machines met hersenen

Strippit bouwt ergonomische en milieuvriendelijke machines met supersnelle hydrauliek, borsteltafels en geluidopslorpend materiaal. Een trend bij de betere merken in de branche. De wereldmarkt is vandaag voor 60% hydraulisch en voor 40% mechanisch; Strippit heeft de omgekeerde verhouding, 60% mechanisch en 40% hydraulisch. Victor Carbone: “De storingsgevoeligheid van hydraulische plaatbewerkers is hoger. Bij de mom and pop-werkhuizen is precies om die reden – het verfijndere onderhoud dat hydraulica vergt – de mechanica nog steeds gevraagd. Die kleinere klanten zijn zeer belangrijk voor Strippit.” Het huwelijk zal de Amerikanen echter sneller doen kiezen voor de hydraulica. Wim Serruys van LVD bestudeert bij Strippit een nieuwe world machine met Amerikaanse én Europese kenmerken. Carl Dewulf: “De claim-cultuur van de Amerikanen, met advocaten en processen, vormt een belangrijke bedrijfskost. De hydraulica, onze sterkte, zorgt voor veiliger machines.”

De merknaam van LVD’s software is Cadman; de werktekening van de klant wordt omgezet in software; reversed engineering. Er wordt vertrokken vanuit het eindproduct en daarop worden stap voor stap de etappes naar het begin, de stalen plaat, gezet. Het eindproduct wordt ontvouwd, na deze ontvouwing via software, wordt de reële plaatbewerking aangepakt. Jean-Pierre Lefebvre: “Vroeger moest je daarvoor enkele uren rekenen, nu gebeurt het in enkele seconden. Ook om reden van de optimale software verhoogt het belang van onze single supplier-strategie.”

Ook voor de ontwikkeling van het tele-onderhoud, de diagnostiek van de machines op verre afstand, verwachten de partners doorbraken. LVD krikt de productiviteit van zijn machines op door programmatuur voor een betere werkvoorbereiding, sterkere controles op de gebruikstijd en elektronische logboeken voor pro-activiteit bij het onderhoud en de pannes. Gullegem controleert vandaag langs de telefoonlijnen en rond de klok bijvoorbeeld plaatbewerkingsmachines bij Singaporaanse klanten. Carl Dewulf: “Daarvoor hebben we eigen software ontwikkeld, kennis gekocht en een Chinese softwaregoeroe gevonden met wie we langs het Internet samenwerken. We hebben zo een betaalbare virtual software factory, met ook Indiase en Italiaanse Internet-medewerkers.”

LVD evolueert

sterker naar lean thinking, lean management. Carl Dewulf: “De beste en meest inhoudsrijke productie-uren concentreren we opnieuw meer en meer in Gullegem. We besteden steeds minder kritische componenten uit, dus we kleden onze fabrieken niet uit. De arbeid verloopt in grote cellen die bijna functioneren als de toeleveranciers die zich vestigen bij de autofabrieken. De cellen zijn de interne toeleveranciers, onze eindmontage is de autofabriek die de onderdelen opvraagt. Er ontstaat meer arbeidsvreugde, verantwoordelijkheidszin en motivering met dit systeem. De vakbonden werken op het niveau van het bedrijf mee, 150 van de jobs hebben we intern kunnen veranderen, zonder schokken.”

Behalve de strategische Amerikaanse acquisitie is LVD bedrijvig in allianties, onder meer met de Zuid-Duitse familiale producent van afkantpersen EHT. If you can’t beat them, join them, is de leuze, zegt Carl Dewulf. De machinebouwers zijn heel dikwijls nog familiebedrijven met een ingebakken achterdocht. Het afsluiten van allianties is een werk van lange adem. De industriële aandelen Picanol, Hamon, Sabca, BMT, Ipso-ILG zijn karakteristiek voor de Belgische beurs? Carl Dewulf: “LVD blijft familiaal, alhoewel het na de Amerikaanse acquisitie een metamorfose aan het ondergaan is. De noodzaak om naar de beurs te gaan, bestaat hier vooralsnog niet. Maar, never say never.

FRANS CROLS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content