Niet altijd even goede vrienden

© REU

Op het militaire défilé van 14 juli 2017 in Parijs was de Amerikaanse president Donald Trump de eregast van zijn Franse collega Emmanuel Macron. Voor Macron was de aanwezigheid van Trump belangrijk omdat het aantoont dat Frankrijk nog altijd een wereldmacht is. Er werd van de gelegenheid gebruikgemaakt om te wijzen op de eeuwenoude goede relaties tussen beide landen. Het waren toch de Fransen die de Amerikanen in 1776 als eersten steunden in hun onafhankelijkheidsstreven? En tijdens de rakettencrisis in de jaren tachtig zei de president François Mitterrand tegen de voorstanders van nucleaire ontwapening: “De pacifisten zitten in het westen. De Russische raketten in het oosten.” Washington zag dat het goed was.

Eric Branca, L'Ami Américain,  Perrin, 2018, 380 blz., 23 euro
Eric Branca, L’Ami Américain, Perrin, 2018, 380 blz., 23 euro

Die hartelijke relaties waren in de recente geschiedenis evenwel veeleer de uitzondering dan de regel, leert L’ami américain, een studie van de historicus Eric Branca. Vooral na de Tweede Wereldoorlog verliepen de contacten stroef. Veel had te maken met de Franse president Charles de Gaulle, die een meer onafhankelijke internationale politiek wou voeren.

Toen De Gaulle in 1940 vanuit Londen ‘la France libre’ leidde, stond de Amerikaanse president Franklin Roosevelt zeer wantrouwig tegenover hem. Hij vreesde dat De Gaulle na de oorlog een soort van militaire dictatuur zou installeren. Weinig bekend is dat de aversie van de Amerikanen tegen De Gaulle zo groot was dat ze diplomatieke contacten bleven onderhouden met het Franse collaboratieregime van Philippe Pétain in Vichy. Onder druk van de Britse premier Winston Churchill hebben de Amerikanen aan het einde van de oorlog De Gaulle als legitieme Franse leider aanvaard. Maar daarna zouden de relaties tussen Washington en Parijs zelden hartelijk zijn. De Gaulle was zeer kritisch voor de Vietnamoorlog, fulmineerde tegen de dominantie van de dollar en trok Frankrijk terug uit de militaire structuur van de NAVO. Washington was het zo beu dat de CIA politieke tegenstanders van De Gaulle financierde, zo schrijft Branca.

Pas in de jaren zeventig en tachtig verbeterden de relaties onder de presidenten Giscard d’Estaing en Mitterrand. Onder Jacques Chirac (1995-2007) ging het minder goed. Hij verzette zich tegen de Amerikaanse inval in Irak (2003). Met Nicolas Sarkozy (2007-2012) werden de plooien weer gladgestreken.

Alain Mouton

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content