NIET ALLES IS VERDORVEN

Het proces Hans Van Themsche, het proces Lernout en Hauspie, de vermeende wanpraktijken op het kabinet van Open VLD minister Fientje Moerman, de federale regering die zich maar niet kan vormen en tot slot een VRT-journalist die nu ook beleggingsadviseur gaat worden. De Belgische en internationale pers heeft werkplezier aan Vlaanderen en België. Wie de kranten leest, moet bijna denken dat ons land er een is van racisme, chaos, gesjoemel en geruzie. Een perceptie, hoe luchtig dit gegeven ook kan zijn, kan grotere gevolgen voor een economie dan de harde werkelijkheid. Na het ontploffen van de ICT-bubbel eind jaren negentig, kregen slechts weinige projecten nog een verdiende kans. Wat zal de wrange nasmaak zijn van L&H? Fraude en malversaties mogen nooit worden getolereerd. De fraudeurs moeten worden gestraft; de beleggers verdienen in dit geval hun geld terug. Maar het één-pot-natprincipe zal weer hoogtij vieren. Jammer, want niet alles is verdorven.

In het proces L&H stromen de bewijzen van vermeende wanpraktijken binnen. De bedrijfsleiders, juristen, revisoren, adviseurs en bankiers worden geconfronteerd met hun betrokkenheid bij het opzetten van fictieve vennootschappen. Het Openbaar Ministerie vordert vijf jaar gevangenisstraf, waarvan drie jaar effectief, voor vier toplui van L&H onder wie Jo Lernout en Pol Hauspie. Zij hebben volgens het Openbaar Ministerie de fraude in hun bedrijf gepleegd om tijd te winnen en niet om zich persoonlijk te willen verrijken. Jo Lernout wil vooral aantonen dat L&H wel degelijk technologie in huis had. Het is niet de hamvraag van het proces, maar hij heeft wel gelijk.

“Lernout & Hauspie leeft!” leest u verderop in Trends. “Weliswaar in het Amerikaanse Burlington. Daar bouwen ze bij het spraaktechnologiebedrijf Nuance al zes jaar voort op de overgenomen technologie van L&H. Nuance is marktleider, telt 3000 werknemers en heeft een omzet van 600 miljoen dollar. Dat hebben Jo Lernout en Pol Hauspie gemist.” De technologie van L&H was dus geen gebakken lucht. Het is natuurlijk geen vergoelijking voor de financiële perikelen, maar nuanceert het absolute negativisme rond de ondernemers. L&H had een succesfactor in zich. Het overtuigt echter de gewezen beleggers en cynici niet. “Het zijn allemaal oplichters,” lezen we in de lezersrubrieken. “Het zijn allemaal sjoemelaars.” Aan wie geld verdient, moet een reukje zitten.

Vlaanderen is zijn ondernemers nooit echt genegen geweest. Groot wantrouwen tegen entrepreneurs waait al jaren door het Vlaamse landschap. De top van rijkste zakenfamilies, die onze cover siert, zal waarschijnlijk meer afgunst opwekken dan bewondering voor het ondernemingssucces. Naast de ambtenaren zijn de ondernemers de groep die steeds op dezelfde karikaturale wijze worden voorgesteld: mannelijk, arrogant, een dikke sigaar in de mond en met een horecagezwel dat boven de broeksriem uitpuilt. En natuurlijk met een vette bankrekening op de achtergrond. Vooral dat laatste is de actuele doorn in het publieke oog. Voetbalster Ronaldinho (Barcelona) verdient 24 miljoen euro per jaar. Het brutojaarloon van Anderlechtspeler Nicolas Frutos wordt geschat op 1 miljoen euro. Albert Frère verdiende in zijn grand crujaar 2006 5,5 miljoen euro, Thomas Leysen (Umicore) 1 miljoen euro. Het dossier over de voetbalmiljonairs dat recent in Voetbalmagazine verscheen, wekte geen ergernis. De lonen van topmanagers en topondernemers van beursgenoteerde bedrijven zijn voer voor wetsvoorstellen. In beide gevallen, topvoetballers en topbedrijfsleiders, gaat het over uitzonderingen en zo moeten ze ook beide geëvalueerd worden.

Voor elke geslaagde ondernemer, is er ten minste één, en waarschijnlijk veel meer, die een mislukking achter de rug heeft. Het armoederisicopercentage bij zelfstandigen bedraagt 10 % tegenover 3 % bij werknemers. Vlaanderen zakt weg uit de lijstjes die peilen naar ondernemerschap, innovatie en economische groei. Vlamingen ontleren het ondernemerschap en kijken eerder naar de val van een L&H dan het succes van bijvoorbeeld een Umicore of Omega Pharma. Vlaanderen zal moeten leren omgaan met zijn mislukkingen om nieuwe successen de kans te geven. Het stimuleren en motiveren van ondernemerschap wordt zuchtend bekeken als het nogmaals intrappen van een open deur. Maar zoals clichés meestal zijn, is het de waarheid dat we de (toekomstige) ondernemers meer licht in de ogen moeten gunnen.

an goovaerts adjunct-hoofdredacteur

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content