Marichal-Ketin. WALSEN IN AZIE

Nu de vraag

van de Europese staalnijverheid sterk vermindert, richt Marichal-Ketin zich op de Aziatische markt.

Kontinuïteit is waarschijnlijk het grootste kenmerk van Marichal-Ketin. Sinds zijn stichtingsjaar 1910, midden in de gouden tijd van de Belgische en Europese staalnijverheid, kent het bedrijf slechts één enkele aktiviteit : de produktie van walscilinders. In 1972 werd het familiebedrijf overgenomen door de Duitse groep Gontermann-Peipers uit Siegen, eveneens fabrikant van walscilinders, maar van een ander type. Jean-Marie Masquelier, general manager van Marichal-Ketin : “Door onze komplementariteit onderhouden we uitstekende relaties met de hoofdzetel. ” De aandelen van het bedrijf zijn verdeeld tussen de Duitse groep (80 %) en de Waalse gewestelijke investeringsmaatschappij SRIW (20 %).

Ook Marichal-Ketin leed onder de opeenvolgende staalkrisissen, met omstreeks de jaarwisseling ’93-’94 nog 20 % afvloeiingen. Momenteel heeft het bedrijf, met zijn 130 tot 135 “polyvalente, sterk gemotiveerde en vooral zeer gekwalificeerde” werknemers, betere perspektieven. De omzet ligt rond de 650 miljoen en wordt voor 75 % uit de export (40 % naar Europa, 60 % naar Azië, Amerika, Australië en Zuid-Afrika) gehaald. “Gezien de sterke internationale konkurrentie, moeten wij uiterst gesofistikeerde produkten ontwikkelen. Wij hebben konstant een researchbudget van zo’n 10 tot 15 miljoen frank per jaar, vooral gefinancierd door het Waalse gewest. Ook van het Centre de recherche métallurgique krijgen we hulp, ” verklaart Jean-Marie Masquelier. Hij beklaagt er zich over dat, door de hoge personeelskosten, de verschillen in kompetitiviteit met de Italiaanse, Britse en Zweedse producenten nu al respektievelijk 7,6 %, 19,2 % en 12 % bedragen. Marichal-Ketin is daardoor niet langer kompetitief in cilinders van gewone kwaliteit.

Daarbij komt dat de kapaciteit van de Europese staalbedrijven nog zal verminderen. Wat uiteraard een flinke daling van de vraag naar walscilinders tot gevolg zal hebben. “Wij kompenseren deze tendens door nieuwe markten buiten Europa aan te boren zoals Japan of China en wedden daarbij eerder op betere kwaliteit dan op een hoger tonnage, ” schetst de algemeen direkteur.

Jean-Marie Masquelier : “Om grotere marktverliezen te voorkomen, bestuderen we nieuwe produktontwikkelingen die, samen met de politieke beslissingen om de konkurrentie van de Belgische bedrijven te verhogen, ons de toekomst wat rooskleuriger doen inzien. In 1975 was er de eerste krisis in de staalnijverheid. Wij zijn nu al 20 jaar bezig om uit het slop te geraken. Ik zie dus niet in waarom we de nieuwe uitdagingen niet eens te meer zouden aanvaarden. Ons orderboek is trouwens gevuld tot het einde van het jaar ! “

JEAN-MARIE MASQUELIER (MARICHAL-KETIN) Met kwaliteit naar het Verre Oosten.