Managers Marathon Club

David Desmet Farmaceutisch communicatie- en PR-adviseur

Finnair-manager Pekka Airaksinen haalde het ooit in zijn hoofd om een marathon in de buurt van de poolcirkel te lopen, bij -20 °C, om enkele dagen later van start te gaan in Kaapstad, bij +30 °C. De dames en heren van de Managers Marathon Club diepen het verhaal nog altijd op. Al was het maar om zichzelf moed in te spreken als ze op zondagmorgen weer eens vroeg uit de veren moeten voor hun looptraining.

De Managers Marathon Club (MMC) werd in 1988 opgericht om bedrijfsleiders en managers de kans te geven hun sport op een verantwoorde manier te beoefenen. Want vergis u niet: ondanks het beeld van de manager die van vergadering naar lunchmeeting en vandaar opnieuw naar de luchthaven holt, zijn er een pak ondernemers die wel degelijk sporten. “Precies wegens hun ongezonde levensstijl en de roofbouw die ze op hun lichaam plegen,” zegt Wilfried Sillon. Hij was er al bij, als stichtend lid, veertien jaar geleden. En ook vandaag nog is Sillon, die in totaal 34 marathons liep, actief bij de MMC.

Wilfried Sillon is de ‘pater familias’ van de club en de peter van de nieuwkomers. Hij heeft al menige manager begeleid tot aan zijn of haar eerste marathon. Want jawel, intellectuele beroepen zijn sterk vertegenwoordigd bij marathons. Maar liefst 65% van de 30.000 deelnemers aan de jaarlijkse marathon van New York bijvoorbeeld behoort tot die intellectuele garde. “Dat is ook een van de redenen waarom we de MMC hebben opgericht,” aldus Sillon. “Onze taak bestaat erin sportende managers te begeleiden, zodat ze er niet onbesuisd in vliegen.”

Overigens, de MMC telt onder zijn negentig leden ook geneesheren en advocaten, om maar te zeggen dat de invulling van de term managers iets werd uitgebreid. Ook niet onbelangrijk is dat de MMC – in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden – het lopen van een marathon niet als doel op zich heeft. Wie gewoon zijn conditie op peil wenst te houden door de gezamenlijke trainingen bij te wonen, is evenzeer welkom. Al gaan de meesten toch voor de 42 kilometer.

Milestones

Luc Bossaert, business development director bij het IT-bedrijf Arinso International, denkt de aantrekkingskracht van marathons op managers te kunnen verklaren. “Marathon en management hebben veel met elkaar gemeen. Je stelt jezelf een doel, die marathon, en je stippelt een actieplan uit om dat doel te bereiken, de opbouw in trainingen. Daarnaast zet je op geregelde tijdstippen milestones om te zien waar je staat, en of het plan toereikend is.”

De vergelijking gaat trouwens nog verder, zegt Bossaert, die in 1999 zijn eerste marathon liep. “Alles moet gerealiseerd worden met beperkte middelen: je benen, je energie en je beperkte trainingstijd.” De prestatie is ook zeer persoonlijk: slagen of falen hangt uitsluitend van jezelf af.

“De gemiddelde manager heeft uiteraard ook een groter ego” lacht Marc Vandenplas, die straks zijn vierde marathon loopt. “We zijn strebertjes die graag iets realiseren dat buiten het gewone valt”. Er zijn inderdaad managers – hoewel niet in deze club – die dergelijke atletische prestaties in hun curriculum vitae opnemen, enkelen zelfs op hun naamkaartje. Al is het gezondheidsbesef meestal toch de doorslaggevende factor. “Logisch,” stelt de 46-jarige Vandenplas. “De gemiddelde leeftijd van de MMC-leden ligt tussen de veertig en de vijfenveertig jaar. Een kritische leeftijd in combinatie met ons zeer onregelmatige beroepsleven.”

Daarom wordt een beroep gedaan op de bewegingskliniek van het Maria Middelares-ziekenhuis in Antwerpen. Daar worden de aspirant-marathonlopers eerst grondig gecheckt. Aan de hand van een belastingsproef – hoeveel weerstand kan het lichaam aan, wat is de boven- en ondergrens van de hartslag – stelt Wilfried Sillon een persoonlijk trainingsschema op. “Het eerste verdict is steevast: afvallen,” lacht Sillon. “Maar belangrijker is het inpassen van de drukke agenda’s in het gestelde doel.” En dat doel kan een marathon zijn, al mag een leek zonder kilometers in de benen toch gauw rekenen op een voorbereiding van twee jaar.

Pijn

In clubverband wordt er maandelijks getraind. Maar wie denkt dat hij zo de felbegeerde 42,165-kilometerstreep haalt, moeten we teleurstellen. “De trainingen zijn zonder meer zwaar,” laat Luc Bossaert in zijn kaarten kijken. “De meesten, waaronder ikzelf, konden amper één kilometer lopen, zaten met een overgewicht en deden nooit aan sport. Wie een marathon wil lopen, heeft zware, opbouwende trainingen nodig.”

Leren luisteren naar het lichaam en traag opbouwen, zijn de twee tips die Bossaert meegeeft. “Individuele trainingen zijn onontbeerlijk”. En dat is nu net wat het lopen tot een geliefkoosde sport voor bedrijfsleiders maakt: je bent niet afhankelijk van een partner, je hoeft geen sportzaal of -terrein te reserveren en je kunt je sport overal en om het even wanneer beoefenen.

“Ik ben gisteravond van mijn woonplaats Brussel naar Eindhoven gereden, en heb daar een hotelletje gezocht in de buurt van mijn werkplek voor die dag,” verklaart Marc Vandenplas, die managing director is bij het koeriersbedrijf FedEx. “In plaats van in de file te staan, ben ik die morgen om 6 uur opgestaan en heb mijn 24 kilometer gelopen. Tegen 9 uur zat ik fris en monter op kantoor. Het is gewoon een kwestie van planning.”

De clubleden werken gemiddeld tussen de zestig en zeventig uur per week. Hoe bolwerkt iemand het om daar nog enkele uren tussen te proppen om te gaan trainen? “Je moet er uiteraard wel de nodige bezieling in leggen, maar toch lijkt het voor de buitenwereld spectaculairder dan het in werkelijkheid is,” aldus Vandenplas. Hij glimlacht en zegt dat een beetje prettig gestoord zijn ook helpt. “Terwijl anderen op de sofa voor de tv zitten, lopen wij onze rondjes.”

Marc Vanput heeft het over een microbe. Voor deze 38-jarige directeur van het studiebureau Gedas lijkt het simpel. Lopen kan je op ieder ogenblijk van de dag, dus die vijf uur trainen op weekbasis kan je altijd wel ergens plannen. “Lopen is een afspraak die je met jezelf maakt. Je schrijft het in je agenda en je komt de afspraak na, net zoals andere zakelijke afspraken.”

In zijn agenda komt dus een trainingsschema van vijf tot zeven uur, verdeeld over de verschillende weekavonden, en een zondagochtendtraining – om 6 uur uit de veren- van goed dertig kilometer.

Marc Vandenplas kent een Nederlandse collega die zijn loopschoenen steeds in zijn wagen heeft liggen. “Wanneer hij in een file terechtkomt, rijdt hij af bij het dichtstbijzijnde tankstation, gaat een uurtje lopen, doucht in het station en kruipt weer in zijn wagen als de file verdwenen is.”

Return

“De gedrevenheid van die mensen is verbazingwekkend,” geeft ook Wilfried Sillon toe. “Maar ze krijgen er wel wat voor terug”. De return on investment is aardig meegenomen. Vandenplas: “Je wint tijd, in plaats van tijd te verliezen. Kijk, ik slaap veel beter, en doordat de kwaliteit van mijn slaap ook beter is, heb ik minder uren slaap nodig. Daarnaast is mijn fysieke conditie er enorm op vooruitgegaan, wat zijn weerslag heeft op mijn werk.”

“Tijdens het lopen krijg ik altijd heldere gedachten,” zegt Marc Vanput. “Ik zie alles in het juiste perspectief, bedenk oplossingen, krijg ideeën. Kortom, ik voel me goed.”

Er is ook een wetenschappelijke verklaring. Tijdens het lopen scheiden de hersenen endorfines af, een lichaamseigen morfineachtig hormoon. Dat zorgt ervoor dat je in een soort roes of trance komt. De endorfines zorgen voor een prettig, gelukzalig gevoel. Een natuurlijke drug, die de veelal eenzame kilometers helpt te overbruggen.

Netwerk

Ondanks het individuele aan de loopsport, is er toch ruimte voor een club zoals MMC, bezweert Dirk Van Haeverbeek. Behalve manager bij chocoladefabrikant Barry-Callebout is hij ook bestuurslid van de MMC.

Naast de persoonlijke begeleiding en het gezamenlijk trainen voorziet de MMC ook in de opvang van de partner. Een niet onbelangrijk gegeven: naast het drukke beroepsleven met de bijbehorende uithuizigheid je partner ook nog eens zien vertrekken tijdens zijn vrije tijd om zijn kilometers te malen, is immers niet altijd evident.

“De partner moet er inderdaad achter staan, dat hebben wij binnen de club ook begrepen.” Dus worden er bij elke gezamenlijke training uitstappen voorzien voor de achterblijvers. Een bezoek aan een stad of museum, en dan, na de training, allemaal samen lunchen. “Ook op dat vlak zijn we redelijk uniek,” beaamt Wilfried Sillon. “We zijn geen commerciële vereniging. Belangrijker dan het aantal leden is de kwaliteit die we onze leden kunnen bieden.”

De MMC rust op drie pijlers. Er is uiteraard de begeleiding van de lopers. En die gaat verder dan de trainingen. Wie lid is, kan rekenen op de VIP-behandeling die de MMC voor zijn leden telkens weer weet te regelen. “Parking, douches en kleedkamers. En vaak na de wedstrijd een receptie of etentje”. Maar het familiale karakter is even nadrukkelijk aanwezig: er wordt steeds gezorgd voor een activiteit voor de partner en de kinderen. En ten slotte zijn er natuurlijk ook de zakelijke relaties. “Maar wie lid wil worden om zijn zakelijke netwerk uit te breiden, wordt vriendelijk bedankt,” zegt Van Haeverbeek.

Dat het lopen in de lift zit, blijkt uit de aangroei van het ledenaantal. “We hebben gedurende jaren een zestigtal leden gehad, maar het jongste anderhalf jaar is dat aantal aangegroeid tot onze huidige negentig”. En ja, er zijn ook vrouwelijke managers, een tiental, al wil de MMC dat aantal graag zien groeien om het ‘mannenclubimago’ te doorbreken.

Door de jaren heen heeft de MMC ongeveer tweehonderd managers begeleid naar hun eerste marathon. “De kick als je over de eindmeet komt, is onbeschrijfelijk,” geeft Marc Vandenplas toe. “Die roes duurt zo’n tien minuten. Daarna krijg je overal spierpijn en kan je je bijna niet meer bewegen. Je denkt: dat nooit meer. Maar ‘s avonds, bij je eerste pint en friet na weken contemplatief leven, begin je al te denken aan je volgende marathon.”

Vandenplas, Bossaert en Vanput hebben elkaar alvast rendez-vous gegeven op 7 juli. Dan vindt de Guldensporenmarathon plaats, met vertrek in Kortrijk en aankomst in Brugge. “Een harde deadline,” lacht Luc Bossaert, “maar de uitdaging is voor mij, als Bruggeling, des te groter.”

Lieven Desmet [{ssquf}]

“Mijn fysieke conditie is er enorm op vooruitgegaan, wat zijn weerslag heeft op mijn werk.”

“Tijdens het lopen krijg ik heldere gedachten. Ik zie alles in het juiste perspectief, bedenk oplossingen, krijg ideeën.”

“Sinds ik me voorbereid op de marathon, slaap ik beter. En doordat de kwaliteit van mijn slaap beter is, heb ik minder uren slaap nodig.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content