MAGRITTE IN AL ZIJN FACETTEN

Honderd jaar geleden werd René Magritte geboren. Ter gelegenheid hiervan organiseren de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten in Brussel een onovertroffen, groots opgezette retrospectieve rond deze kunstenaar. Gewoonweg schitterend!

We zouden de lezer met heel wat cijfers om de oren kunnen slaan. We zouden hem kunnen vertellen dat hij dit evenement – met 350 schilderijen, bijna 40 beschilderde objecten, een 60-tal geïllustreerde muziekpartituren, collages, reclameaffiches, foto’s en zelfs films die Magritte als dilettant realiseerde – niet mag missen. Zeker niet nu de marketingmachine op volle toeren draait en de Generale Maatschappij van België en Belgacom van deze retrospectieve een heuse mediagebeurtenis gaan maken. Daarnaast zullen er ook speciale postzegels uitgegeven worden en voor we overschakelen naar de euro zal er nog een nieuw biljet van 500 frank ingevoerd worden. Op alle mogelijke fronten wordt er dus hulde gebracht aan deze surrealistische schilder. De kunstenaar zelf zou er wellicht op gereageerd hebben met een grote zucht van vermoeidheid. Met een zekere spot zou hij allusie maken op deze koninklijke knipoog: een biljet geschilderd door de schilder, met het portret… van Leopold II met witte baard en in zijn mond de grappige en veelbesproken pijp.

Maar nu terug naar de tentoonstelling dus, waar de bezoeker binnengeleid wordt via een luchtsluis waar woorden en beelden geschilderd zijn die Magritte gebruikte. Ja, al van in het begin wordt men volledig ondergedompeld in het universum van Magritte.

De tentoonstelling is chronologisch opgebouwd. We zien het begin van een jonge artiest die in een futuristisch elan flirt met de warme kleuren van het cubisme en het fauvisme. Al zeer snel, in de jaren ’26-27, betreedt Magritte het terrein van het surrealisme met “Le Jockey perdu” en “Le Joueur secret”. Zijn werken zijn mysterieus en doordrongen van een beangstigende sfeer. De vormen tekenen zich scherp af en de gezichten zijn achter lakens verborgen. In deze periode reeds duikt een man met bolhoed in zijn werken op. In 1929 schildert Magritte “La trahison des images”: “Ceci n’est pas une pipe”, zegt hij, het is de voorstelling van een pijp. Vervolgens creëert hij een reeks bijna grammaticale doeken om zich ten slotte roekeloos te storten in werken waar elk ding, elk element kan overkomen als de metamorfose van iets anders. Zo wordt een schoen een menselijke voet, een gezicht is een vrouwenlichaam, een blauwe lucht dringt binnen in het lichaam van een onbekende vrouw. Maar die schilderijen verkopen niet goed en Magritte ziet zich dan ook genoodzaakt om publicitaire werken en covers van muziekpartituren te maken. Dit miskende aspect van zijn oeuvre ontdekken, zal ongetwijfeld voor velen een verrassing zijn. Net zoals het sensuele plezier dat uit zijn “Renoir”-periode vloeit of het agressieve karakter van zijn “gemene” periode de toeschouwer blijven verbazen. De tentoonstelling, die de steun geniet van alle grote internationale musea, biedt het beste van Magritte. Ook al gaat het om bekende doeken, werken zoals “Le viol”, “La condition humaine” en “Golconde” blijven hun vervreemdende kracht behouden. Maar dat geldt ook voor talloze andere werken of tekeningen die niet zo goed door het publiek gekend zijn. Het is een grote en boeiende tentoonstelling. (A. Delaunois)

Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, Regentschapsstraat 3, 1000 Brussel. Van 6 maart tot 28 juni, van 10 tot 17 uur, behalve op maandag. Reserveren aangeraden: Tel. (070) 34.46.44. Info: Tel. (02) 508.33.33.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content