Leeft de villamarkt weer op?

Leidt het beursherstel van de afgelopen maanden ook tot betere tijden op de markt van het residentieel luxevastgoed? Of zorgt een exodus van rijke Nederlanders juist voor het aanhouden van de crisis?

Hoe zou het zijn op de markt van het luxevastgoed? Eind jaren negentig leverde die vraag gegarandeerd geestdriftige reacties op. Het was een periode waarin je voor riante villa’s meer dan riante prijzen neertelde, waarin kandidaat-kopers snel moesten zijn, wilden ze niet toekijken hoe hun droomhuis voor hun neus verkocht werd.

Vanaf 2001 begon het tij evenwel te keren. Het verband met de leeglopende beurszeepbel was dan ook snel gelegd. Maar er was meer aan de hand. Zo was de instroom van rijke Nederlanders sterk afgenomen. En – oh ramp – tegelijk met de terugvallende vraag steeg het aanbod. Waren gedupeerden van Lernout & Hauspie en andere beursdebacles genoodzaakt om hun luxe-optrekje te verkopen? In enkele gevallen misschien wel. Maar het merendeel van de villaverkopers had een ander motief: de kinderen waren het huis uit en de villa was dus te groot.

Heeft het luxevastgoed zich al kunnen herstellen van zoveel tegenspoed? “Ik denk dat we het ergste wel achter de rug hebben,” zegt SergeWynen, zaakvoerder van het vastgoedkantoor Wynen & Partners dat actief is in de regio ‘s Gravenwezel, Schilde, Schoten. Volgens hem is het echter nog te vroeg om al van een volledig herstel te spreken. “Er staat nog altijd vrij veel te koop in verhouding met het aantal kopers,” zegt hij.

Nog iets noordelijker (Brasschaat, Kapellen, Kalmthout) toont RobinKeulen, van het makelaarskantoor De Boer & Partners, zich zonder meer optimistisch. “De vraag naar luxevastgoed trekt absoluut terug aan,” stelt hij. “En daar staat tegenover dat er eigenlijk weinig nieuwe villa’s op de markt komen. Je ziet behoorlijk veel ‘te koop’-borden, maar dat is meestal voor villa’s die al een hele tijd te koop staan. Bovendien plaatsen verkopers veel sneller een bord dan enkele jaren geleden.”

Een heel ander geluid horen we dan weer bij Mathieu Van Sweefelt, een makelaar met drie kantoren in de regio van Turnhout. “De vraag in het luxesegment blijft zwak,” zegt hij. “Dat leidt echter niet tot echt lagere prijzen, want de meeste verkopers hebben tijd. Ze wachten liever wat langer dan toe te geven op de prijs.”

Nederland versus de beurs

Van Sweefelt wijst naar de Nederlanders voor een verklaring. “De grote instroom uit Nederland vond hier tien à vijftien jaar geleden plaats,” legt hij uit. “Dat waren meestal mensen van rond de vijftig die zich hier om fiscale redenen vestigden. Vandaag zijn dat zestigers en zeventigers, vaak weduwen of weduwnaars. Voor die mensen is zo’n villa te groot. En de markt van luxueuze serviceflats is in Nederland veel sterker uitgebouwd.”

Het blijken echter vooral de Belgische villa-eigenaars te zijn die lijden onder het vertrek van de Nederlanders. Van Sweefelt: “De meeste Belgen zijn zo’n dertig jaar geleden naar hier geleden gekomen. Hun villa’s zijn dus nog een stukje ouder en daarom moeilijker verkoopbaar.”

In de groene noordrand van Antwerpen lijkt de impact van vertrekkende Nederlanders minder groot. “Er vertrekken wel Nederlanders, maar verhoudingsgewijs niet meer dan Belgen. De meesten ruilen trouwens hun villa voor een luxueus appartement. En sommigen zoeken de zon van de Spaanse costa’s op. Maar terug naar Nederland, dat is echt uitzonderlijk.”

En hoe zit het met de beurs? Heeft het recente beursherstel een positief effect op de markt? “Wij hebben er in elk geval niets van gemerkt,” reageert Van Sweefelt. “De interesse voor vastgoed als belegging blijft toenemen. Dan hebben we het wel over appartementen, niet over luxevilla’s.”

Laurenz Verledens

“De interesse voor vastgoed als belegging blijft toenemen.”