“Jammer genoeg is Rijsel geen stuk binnenland”

Als voorbeeld van grensoverschrijdende economische integratie worden steevast West-Vlaanderen en Nord-Pas-de-Calais genoemd. En toch zou de samenwerking beter kunnen.

Rosa Decaux, directeur van de Belgisch-Franse Kamer van Koophandel in Rijsel, weet waaraan Libeer refereert. Maar meteen relativeert ze ook zijn uitspraak: “De aanzet tot integratie is en blijft economisch. Een ondernemer wil in de eerste plaats producten verkopen. Hij kiest voor Noord-Frankrijk omdat hij ervan uitgaat dat het een interessante markt is. Pas daarna spelen de omgevingsfactoren een rol: er is hier inderdaad nog veel ruimte en het klopt dat Noord-Frankrijk een overschot aan arbeidskrachten telt.”

ROSA DECAUX (BELGISCH-FRANSE KAMER VAN KOOPHANDEL, RIJSEL). “Laat me eerst en vooral stellen dat we vanuit de Chambre Franco-Belge bedrijven begeleiden die zich in Noord-Frankrijk willen vestigen. We hebben nooit meegeholpen aan pogingen tot delokalisatie. Trouwens, nu Frankrijk door de Europese Commissie niet langer als een achtergesteld gebied wordt beschouwd, is ook de subsidiestroom opgedroogd. Dat is een goede zaak. Sommige bedrijven hebben zich hier twintig jaar geleden gevestigd, maar zijn nooit rendabel geworden. Ze konden alleen dankzij de subsidies overleven.”

Probeert Noord-Frankrijk nu niet op een andere manier Belgische bedrijven over de grens te lokken?

DECAUX. “In tegenstelling tot vroeger maakt het vandaag nog maar weinig uit of de Franse gemeenten veel of weinig buitenlandse ondernemingen op hun grondgebied hebben. De zogenaamde taxe professionnelle wordt vandaag immers doorgesluisd naar de intercommunales. Belgische bedrijven die hier een vestiging opstarten, krijgen bovendien geen carte blanche. De administratieve rompslomp is in Frankrijk zelfs groter dan in België. Het vergt toch wat aanpassingsvermogen.”

Onderzoeken leggen steeds weer de nadruk op Rijsel als aantrekkingspool in plaats van de regio Nord-Pas-de-Calais. Terecht?

JO LIBEER (KAMER VAN KOOPHANDEL KORT). “Vergeet het Europa der regio’s. De economische groeipolen van de 21ste eeuw zijn de grootsteden. We evolueren naar een Europa van de metropolen. Als je aan West-Vlamingen vraagt wat de dichtstbij gelegen metropool is, dan antwoorden ze ‘Rijsel’. De aanwezigheid van zo’n stad heeft een effect in een straal van veertig tot vijftig kilometer. Trouwens, Noord-Frankrijk is altijd al een leerschool voor Belgische bedrijven geweest. Het is daar dat ze hun eerste echte stappen in het buitenland hebben gezet.”

West-Vlaanderen en Rijsel vormen op economisch vlak geen homogeen geheel. West-Vlaanderen heeft zijn succes gebouwd op endogene groei, terwijl Nord-Pas-de-Calais wordt gekenmerkt door wat men ‘grootkapitaal’ en ‘grootsyndicalisme’ noemt. Vormt dat geen probleem?

LIBEER. “Aanvankelijk leek dat wel zo. In de jaren tachtig wou de toenmalige burgemeester Pierre Mauroy Rijsel tot een metropool uitbouwen. Hij had daarbij vooral Amerikaanse en Japanse investeerders op het oog. Alleen bleek al vlug dat de multinationals ook een reeks leveranciers nodig hadden. Pas toen besefte Mauroy dat de nabijheid van West-Vlaanderen, met zijn uitgebreide KMO-structuur, een troef kon zijn.”

DECAUX. “Frankrijk is nog altijd een zeer centralistisch land, met alle nadelen vandien. Er zijn weinig Franse bedrijven die hun hoofdzetel in Rijsel hebben. Het kaderpersoneel trekt liever naar Parijs. Om nog maar te zwijgen van de nabijheid van Brussel, de Europese hoofdstad.”

Is de uitbouw van een nieuwe infrastructuur – denk maar aan de TGV – geen mes dat aan twee kanten snijdt? Rijsel is sneller bereikbaar vanuit Vlaanderen, maar ligt ook dichter bij Parijs.

LIBEER. “Natuurlijk. Door de hogesnelheidstrein is Rijsel een voorstad van Parijs geworden. Vooral hooggeschoolden deinzen er niet voor terug om dagelijks van Rijsel naar Parijs te sporen. Noord-Frankrijk moet duidelijke keuzes beginnen te maken. Als ik spreek over het Europa van de metropolen denk ik aan Parijs, Londen en Frankfurt. Zij vormen als het ware een Champions League. Brussel en Rijsel, met West-Vlaanderen als dichtste buur, horen dan in een soort eerste klasse thuis. Ik vraag mij evenwel af of de Noord-Franse stad zich daar zal kunnen blijven positioneren als ze zich constant op andere, grotere metropolen richt.”

Alain Mouton

Er is in Noord-Frankrijk nog altijd ruimte te over voor bedrijven. En arbeidskrachten zijn er ook genoeg.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content