IS HET PUIN GERUIMD ?

Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur bij Trends

Voor de regering wordt 1997 een jaar om 1996 te vergeten. De Maastrichtnormen moeten worden gehaald, de concurrentiekracht moet worden versterkt, de werkloosheid verminderd. En de pijnlijke herinnering aan de hulpeloosheid tegenover de schandalen, politieoorlogen en gerechtelijke miskleunen moet worden uitgewist. “Het is een waarschuwing geweest tegen de arrogantie van het ambtelijk gezag,” zegt Mark Eyskens (CVP), parlementslid en gewezen premier en minister van Buitenlandse Zaken. “Het establishment heeft niet de minste bescheidenheid meer. Dat zie je in de politiek, in de magistratuur, in het zakenleven of in de universiteit. En er is gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef op alle niveaus, collectief én individueel.”

TRENDS. De Witte Mars zou dat establishment in België wakkergeschud hebben. Is dat zo, of doet het niets meer dan wachten tot de bui overwaait ?

MARK EYSKENS. Het is een illusie dat alles vergeten zal zijn tegen de volgende verkiezingen van ten laatste mei 1999. De politici, die ook bewogen worden door overlevingsdrang, weten dat zeer goed. De Witte Mars kwam echter op een ogenblik dat we minstens al drie, vier jaar bezig waren met grondige hervormingen : de financiering van de politieke partijen, de splitsing van de mandaten van parlementair enerzijds en minister anderzijds, de hervorming van het gerecht. Anderhalf jaar geleden al kreeg ik een voorontwerp tot hervorming van de strafrechtspleging, een boek van 3 cm dik. De complexiteit van die hervorming is kolossaal, dat beseffen de mensen onvoldoende. Maar geef mij liever een degelijke herziening die wat langer duurt dan een contraproductieve improvisatie in drie maanden.

Nieuw is de diversiteit van het protest. Vroeger kwam het steeds uit één hoek : communautaire twisten, stakingen enzovoort.

Die contestatie van het gezag zie je vandaag in alle democratieën : Frankrijk, Italië, Spanje, Groot-Brittannië, de VS… Hoe komt dat ? Nu het communisme is ingezakt, zitten we met onze neus op de eigen problemen en zien dat de democratie vol schoonheidsvlekken, zoniet puisten zit. Ten tweede, de burgers zijn, gelukkig maar, geïnformeerder en mondiger geworden.

Bijgevolg is niet de democratie in crisis, maar de representatieve democratie : de burger herkent zich niet meer in zijn vertegenwoordigers. Vandaar het verlangen naar directe democratie : opiniepeilingen, referenda, televoting. Het duurt niet lang meer of we kunnen ‘s avonds vanuit onze woonkamer beslissen of in de gemeente een oude boom op het marktplein mag worden verwijderd. We gaan ook naar landelijke en misschien zelfs Europese rechtstreekse raadplegingen van de burger.

Het gevaar voor destabilisering neemt u erbij ?

Nu kan men schieten op de politicus : hij is de domoor, de schurk, de schuldige. Neem je die zondebok weg, dan moet de burger zichzelf op de borst kloppen. Dat kan leiden tot chaos of tot een plebiscietaire afglijding met totalitaire trekjes. Maar ik wanhoop niet. De Europeanen hebben uiteindelijk toch wat geleerd van de geschiedenis. Onze particratie, geënt op het proportionele kiesstelsel, leidde tot ingewikkelde, labiele coalitieregeringen. Zij maakten compromissen, wat betekent : iedereen gelijk geven ten koste van de overheidsfinanciën. Kijk maar naar de torenhoge openbare schuld van België en Italië.

De politieke crisissen in Italië hadden blijkbaar geen invloed op de economie. Zijn politiek en economie twee gescheiden werelden ?

Ja en neen. De Europese politieke beslissingen de economische en monetaire unie, de Maastrichtnormen, de gemeenschappelijke markt hebben verreikende gevolgen voor onze economie. De nationale politiek houdt zich bezig in de marge van de economie. Eens in de monetaire unie wordt die economische maneuvreerruimte nog beperkter. De nationale politiek wordt daarom steeds meer verantwoordelijk voor kwalitatieve aspecten : strijd tegen de criminaliteit, milieu, werking van de instellingen enzovoort. De Belgische politiek zit dus een beetje in de achtertuin, maar de meeste mensen leven in de achtertuinen. Daar zetten ze hun zinnen op. Daarom moet de kwaliteit van het Belgische, en dus lokale beleid worden verbeterd.

De regering had het de laatste 15 jaar over niks anders dan geld en besparen, luidt de kritiek.

De overheidsuitgaven zijn niet gedaald, alleen gestabiliseerd en bedragen nu lasten van de overheidsschuld erbij gerekend meer dan 50 % van het BNP. Het moet toch mogelijk zijn om met die 50 % ervoor te zorgen dat de meeste mensen het goed hebben. Je kunt je de vraag stellen of het geld efficiënt werd besteed. Zo hebben we een sociale zekerheid die, naar mijn gevoel, de 10 miljoen Belgen als sociale gevallen beschouwt. De echte sukkelaars vallen door de mazen van het net. Maar zeggen : de 3 %-norm van Maastricht, dat zijn rekeningen van boekhouders, is totaal verkeerd. Het lidmaatschap van de monetaire unie is van vitaal belang voor de volgende generaties.

De man in de straat vraagt zich af welk verschil het uitmaakt.

Als België de Europese trein mist, worden we binnen de kortste keren een half onderontwikkeld land. De wereld zou België als “gebuisd” beschouwen, de frank zou met 10 tot 20 % in waarde dalen. Omdat wij ongeveer evenveel invoeren als uitvoeren, zou je een opstoot krijgen van de inflatie. Zijn de Belgen bereid tot het opgeven van de loonindexering en dus het spreiden van de verarming over heel de bevolking ? De buitenlandse investeerders zouden uitkijken naar landen die wel lid zijn van de monetaire unie en hun bedrijven hier opdoeken. Brussel zetel van meer dan 2000 internationale instellingen en multinationals zou zich onmogelijk kunnen handhaven als Europese hoofdstad. Je krijgt dus een hele reeks negatieve effecten met na 10 jaar een daling van de levensstandaard met 30 %.

Maar de politieke ongeletterdheid bij de bevolking is groot. Een enquête bij schoolverlaters van 18 jaar wees uit dat één vijfde van hen niet wist wie de eerste minister van België was. Van Boutros Boutros Ghali, secretaris-generaal van de Verenigde Naties, dacht 80 % dat het een popzanger was. Maar diezelfde jongeren kennen alles van de mechaniek van hun bromfiets. En als ze wat ouder zijn, weten ze perfect waar ze naartoe moeten met hun spaarcenten om te ontsnappen aan de roerende voorheffing.

JOZEF VANGELDER

MARK EYSKENS (CVP) De Belgische politiek zit een beetje in de achtertuin, maar de meeste mensen leven in de achtertuinen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content